Spelen als een man
Haat-liefdeverhouding tussen vrouwen en schaken neemt langzamerhand af
De dames zijn aan zet bij Es 80. In een rokerige hoek van het Amsterdamse bridge- en schaakcafé 2Klaver binden zes vrouwen de strijd aan tegen evenzoveel mannelijke clubgenoten, zes andere mannen vechten het onderling uit. De verhouding 1:2 is een unicum in het mannenbolwerk dat schaken is. Waarom schaken er zo weinig vrouwen?
"Vrouwen kúnnen niet schaken", poneerde de Nederlandse grootmeester Jan Hein Donner in 1968 in een tijdschrift. Zij ontberen intuïtie, beweerde hij zelf. Hij kreeg de vrouwenbeweging over zich heen. "Donner heeft vergeten negers aan zijn stelling toe te voegen", sneerde een ingezondenbrievenschrijfster in Het Parool. "Het zou moeten zijn "vrouwen en negers kunnen niet schaken want zij zijn dommer dan wij"." Donner: "Negers kunnen best schaken, maar negerinnen niet. Dat is het nu juist."
Waarom schaken er zo weinig vrouwen? "Ik veronderstel dat meisjes ook zonder het schaakspel lief zijn", schreef de latere wereldkampioen Vasily Smyslov in 1946. "Omdat de dames iets beters te doen hebben", antwoordde ex-wereldkampioen Max Euwe op dezelfde vraag.
Veel vrouwen zullen het hiermee eens zijn. Schakende mannen niet. Zij begrijpen niet waarom velen van de andere sekse deze "elegante verworvenheid", een citaat uit de Middeleeuwen, niet (willen) beheersen.
Discriminatie
De vorige week vrijdag geopende tentoonstelling "Dame aan zet" in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag geeft er een aantal verklaringen voor. Vrouwen zijn te weinig rationeel en te gevoelsmatig, vrouwen denken niet wiskundig genoeg, vrouwen behoren tot het zwakkere geslacht en zijn daardoor lichamelijk minder in staat een lange schaakpartij uit te spelen.
Die laatste stelling is niet discriminerend bedoeld. Oud-wereldkampioene Maya Tsjiboerdanidze droeg ooit aan dat "schaken dan wel een spel van de geest mag zijn, maar dat er bij een inspannende zitting van zes uur toch ook psychologische en fysiologische aspecten een rol gaan spelen. En de man is nu eenmaal lichamelijk sterker."
Haar andere reden is waarschijnlijk doorslaggevender: vrouwenschaak heeft een kortere traditie. Vrouwen scháken gewoon nog niet zo lang. Daardoor is maar 5 procent van de Nederlandse clubschakers van vrouwelijke kunne.
In de Middeleeuwen en in de tijd van de vroege islam ligt dat anders. Vrouwen en mannen uit hogere kringen zien in schaken de mogelijkheid om de tijd te verdrijven, én elkaar in een afgezonderde kamer te ontmoeten. De vrouwen bekleden daarbij geen ondergeschikte positie. "Nergens wordt denigrerend gesproken over het schaaktalent van vrouwen."
Dit verandert in de loop van de 18e en 19e eeuw, als vrouwen zich meer uit het openbare leven terugtrekken. In de loop der tijd schaken zij ook minder omdat de loop van het spel verandert. In plaats van één mogen pionnen als beginzet twee stappen doen, de loper vergroot zijn reikwijdte diagonaal, en de dame wordt -o ironie!- dominanter. Doordat het schaken agressiever wordt, ontwikkelt het zich tot een exclusief mannenspel.
Kentering
Aan het eind van de 19e eeuw komt daarin een kentering. In het kielzog van de voorzichtig beginnende vrouwenemancipatie ontstaan er vrouwenschaakverenigingen, waar gegoede dames -weliswaar apart- kunnen schaken. Er ontstaan clubs zoals Door Oefening Vooruit in Zutphen (opgericht in 1897), de Damesschaakvereeniging Utrecht (1897) en de Damesschaakvereeniging Groningen (1898).
In 1897 heeft ook het eerste internationale vrouwentoernooi in Londen plaats. Het maakt deel uit van de feestelijkheden ter gelegenheid van de zestigjarige regering van koningin Victoria, die ook zelf graag schaakt. Miss Mary Rudge, "een bekend schaakster uit Londen die zich kan meten met de eerste klasse van de beste mannenschaakclubs", wint het toernooi met een score van 18,5 punt uit negentien partijen.
Het vrouwenschaken ontwikkelt zich, apart van, later en dus op een lager niveau dan het schaken in de mannenwereld. Een vrouw die een knuppel in dit hanenhok gooit, is de geboren Tsjechische Vera Mençik. Zij baart in 1929 groot opzien als ze meedoet aan een gerenommeerd mannentoernooi in Karlsbad. De Weense schaakmeester Albert Becker is daarover zo verbolgen dat hij voorstelt dat iedereen die van haar verliest, lid moet worden van de Vera Mençik-club. Het is ondenkbaar om van een vrouw te verliezen! Ironisch genoeg is hij zelf een van de eersten die de koning moeten neerleggen, het schaakteken van overgave. Mençik overlijdt in 1944 in Londen bij een bomaanval.
Emancipatie
Het vrouwenschaak emancipeert zich na de Tweede Wereldoorlog. In 1957 wordt de eerste olympiade voor vrouwen gehouden, precies dertig jaar nadat de eerste olympiade voor mannen is georganiseerd. Veel nationale en andere internationale activiteiten worden georganiseerd om het vrouwenschaak te bevorderen.
Vooralsnog met pover resultaat. Schaakjournaliste Yvette Nagel-Seirawan becijfert in de tentoonstellingsgids dat slechts 5 procent van de Nederlandse clubschakers vrouw is. Een laag aantal, dat nog geflatteerd is door het relatief hoge aantal vrouwelijke schakers onder de 18 jaar: een op de acht van hen is een meisje -en dat aantal groeit jaarlijks-, terwijl bij de senioren slechts een op de vijftig clubschakers vrouw is! Heel weinig, want bij een gemengde denksport zoals bridgen zijn er 'gewoon' evenveel vrouwen als mannen. Alleen bij de dammers is de situatie nog schever.
Zou dit lage aantal vrouwelijke schakers dan toch komen door de hoge hormoonspiegel van de mannen? Mannen hebben, aldus Nagel, een testosterongehalte dat tien keer zo hoog is als dat van vrouwen. Dat lage testosterongehalte zorgt voor minder drang tot agressie en competitie bij vrouwen. Dat lijkt een niet-onaannemelijke verklaring voor de overheersing van mannen in het schaakspel.
Kick
Bij Es 80 zijn de mannen deze avond niet zo dominant. Simone, Nanny en Willemien hebben net van een man gewonnen. En alledrie voor de eerste keer van juist die tegenstander! "Ik heb Cor van het bord gemept", triomfeert Simone. "Ik ben nu in een overwinningsroes", geniet ze, nippend aan een biertje.
Voelt het extra goed om van een man te winnen? "Natuurlijk. Je krijgt een kick", juicht Nanny. "Nou ja, nee hoor", relativeert ze snel, "het voelt gewoon net als altijd als je gewonnen hebt." "Typerende vraagstelling", kritiseert Simone.
Voorzitter Henriëtte Belgraver en penningmeester Pieter Schonagen vertellen de geschiedenis van Es 80. De gemengde club, voor de zomercompetitie in een café bijeen, werd in 1980 opgericht om het vrouwenschaak te bevorderen. Al gauw was er onenigheid over de koers. Voorvechtster Jeanne Potters richtte een exclusieve vrouwenschaakclub op, met de veelzeggende naam Chesspot. Na opbloei tot veertig leden ontstond ook daar ruzie, met als gevolg de oprichting van Damegambiet en de teloorgang van Chesspot. Eind vorig jaar fuseerde het zieltogend geraakte Damegambiet met Es 80, dat zo een instroom van veertien vrouwelijke leden kreeg.
Belgraver vindt het een raar idee dat vrouwen dénken niet te kunnen schaken. "Het is juist een leuke sport, waarin je veel kwijt kunt." Oud-voorzitster Jos Kraay van Es 80, die net drie keer van een man verloren heeft, sluit zich daarbij aan. "Ook voor vrouwen uit uw kringen is schaken nuttig. Schaken helpt de hersenen alert te houden en vergroot het concentratievermogen. En het draagt bij aan de levensvreugde."
Boosdoener
Verliefdheid is volgens Belgraver en Kraay een van de grote boosdoeners van het geringe niveau van vrouwenschaak. "Meisjes haken op hun 16e, 17e af, terwijl jongens op die leeftijd gewoon doorschaken. Het scoort blijkbaar niet bij jongens om als meisje te schaken. Door dat afhaken gaat veel talent verloren. Als vrouwen na gezinsvorming nog gaan schaken, hebben ze een grote achterstand opgelopen waardoor ze zeker niet meer het topniveau halen", aldus Belgraver.
Bovendien heerst op veel clubs een mannenmentaliteit en is het niveau te hoog. Jammer, vindt Belgraver. "Een gemengde club is leuker. De maatschappij is ook gemengd. Maar veel vrouwen moeten een ontspannende activiteit naast hun gezin, werk en studie doen. En als je schaakt, wil je het wel goed doen." Kraay: "Jonge vrouwen hebben minder tijd voor aardige dingen."
Een carrière maken in het schaken is voor mannen al moeilijk, laat staan voor vrouwen, vindt Kraay. Lichtend voorbeeld voor de vrouwelijke schakers zijn de gezusters Polgar uit Hongarije. Vader Laszlo Polgar stuurde zijn dochters niet naar school maar gaf, samen met zijn vrouw, hen zelf onderwijs. De dochters bleken talentvol, en vader Laszlo koos ervoor hen te laten specialiseren in schaken, omdat daarin nog weinig vrouwen actief waren. Zsuzsa, Judit en Sofia behoren nu tot de wereldtop. Judits Elo-rating, een getal dat de speelsterkte aangeeft, bedraagt nu 2656, tegen 2639 voor Nederlands bekendste schaker, Jan Timman.
De Polgars kozen er, net als eerder de Zweedse Pia Cramling, voor om niet alleen aan het dames- maar ook in het herenschaak mee te doen. Hun prestaties bewijzen dat vrouwen op het schaakbord niet onder hoeven te doen voor mannen.
Heel creatief
Vrouwen hebben, zo wordt wel eens gezegd, minder inzicht in de denksport. Maar intuïtief zijn ze beter", aldus Belgraver. "Ze spelen positioneler, niet zo agressief. Als een vrouw wel agressief speelt, zeggen vrouwen wel eens: Je speelt als een man." Kraay, relativerend: "Er zijn heel degelijke, maar ook heel creatieve schaaksters, die verrassende of griezelige aanvallen doen. Iedereen vindt het leuk vrouwen op de club te hebben."
Ook voor de verhouding mannen-vrouwen is schaken nuttig. Kraay: "Vijftien dames van Es 80 hebben eens in de Bijlmerbajes geschaakt, tegen de gedetineerdenclub De Geïsoleerde Pion. Het was voor die jongens, met veel macho's, een eye-opener dat vrouwen kunnen schaken. De uitslag, die weet ik niet meer."
De mannen en vrouwen van Es 80 schaken door. Nu spelen de vrouwen ook tegen elkaar. Jos Kraay boekt deze warme zomeravond haar eerste overwinning, op Henriëtte Belgraver.
Grote schaakcollectie
De tentoonstelling "Dame aan zet" biedt meer dan alleen antwoorden op de vraag waarom weinig vrouwen schaken. De Koninklijke Bibliotheek (KB) is met 40.000 exemplaren de beheerder van de op een na grootste collectie aan schaakboeken ter wereld. Die zijn dan ook in veelvoud te zien.
Maar er is meer dan dat. Vele schaakspellen verluchtigen de expositie, zoals de rood-zwarte schaaktafel met dito stoelen, het Duitse bord met prachtige Ierse houten stukken en het moderne metalen spel ter nagedachtenis aan de match Spassky-Fisher in 1972, en -zeer toepasselijk- een schaakspel van parfumflesjes.
De tentoonstelling behandelt de thema's Vrouwen en schaken in de vroegislamitische cultuur, Vrouwen en schaken in de West-Europese Middeleeuwen, De dame als schaakstuk, Schaaksters in de 19e en 20e eeuw, Vrouwen en schaaktoernooien, Vrouwen en schaakclubs, Visies op vrouwen en schaken, Vrouwen en schaken in de literatuur, kunst, karikatuur en reclame. Bij dat laatste onderdeel is ook wat onnodig en onacceptabel vrouwelijk bloot te signaleren, het enige minpunt aan het geheel.
De tentoonstelling, met als werktitel "Ze kan nog geen paard van een loper onderscheiden", wil discussie aanwakkeren, zegt Henriëtte Reering, beheerster van de Bibliotheca Van der Linde-Niemeijeriana, de schaakboekencollectie van de KB, en samensteller van de expositie. "Onder meer over de vraag waarom er nog apartheid bestaat in het schaken en waarom er een haat-liefdeverhouding tussen vrouwen en schaken is."
Die haat-liefdeverhouding heeft nog een ander aspect. Sommige vrouwen vinden dat hun man te veel tijd besteedt aan schaken. Misschien dat de opvatting over schaken van de christelijk-islamitische cultuur in de Middeleeuwen nog de beste is: "Iedereen mag het spelen: heren, maar ook dames. Als ze daardoor maar niet vergeten te bidden."
De expositie "Dame aan zet, Vrouw&schaak door de eeuwen heen" is in de Koninklijke Bibliotheek, Prins Willem-Alexanderhof 5 te Den Haag, tot en met 17 november op maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur te bezichtigen. Op de website van de KB (www.kb.nl) is met de nodige software een digitale expositie te zien. De tentoonstellingsgids (ISSN 0169-3557;63) telt 164 pagina's en kost 35 gulden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 september 2000
Reformatorisch Dagblad | 52 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 september 2000
Reformatorisch Dagblad | 52 Pagina's