Trouwen in de kerk
Sinds Napoleon kennen wij het primaat van het burgerlijk huwelijk. Trouwen doe je voor de ambtenaar van de burgerlijke stand. Desgewenst kun je vervolgens het huwelijk kerkelijk laten bevestigen, maar dat doet strikt genomen aan het getrouwd zijn niets toe of af.
Rooms-katholieken hebben zich echter in deze benadering nooit kunnen vinden. Het huwelijk is naar roomse opvatting een sacrament. Dat betekent dat voor hen de kerkelijke huwelijkssluiting en niet de burgerlijke beslissend is voor de vraag of men gehuwd is of niet.
Om de RK-Kerk toch binnen de kaders van de Nederlandse huwelijkswetgeving te houden, kennen zowel het Burgerlijk Wetboek als het Wetboek van Strafrecht een bepaling dat "de bedienaar van de godsdienst" geen kerkelijke plechtigheden ten aanzien van het huwelijk mag verrichten, voor hij vastgesteld heeft dat het paar reeds door de ambtenaar van de burgerlijke stand getrouwd is.
In het kader van de behandeling van de justitiebegroting pleitte GroenLinks vandaag voor afschaffing van dit verbod. Zo'n bepaling was niet meer van deze tijd. Wie alleen in de kerk wilde trouwen, moest daar vrij in zijn. GL-kamerlid Halsema presenteerde dit voorstel als een verdere loskoppeling van kerk en staat. Zij zag het tevens als een tegemoetkoming aan de bezwaarden inzake het homohuwelijk. Als straks ook mensen van hetzelfde geslacht met elkaar kunnen trouwen, is immers het Nederlandse huwelijk het traditionele huwelijk niet meer.
GroenLinks is met D66 de meest uitgesproken voorstander van het homohuwelijk. Dat men nu vanuit die partij met een tegemoetkoming komt voor eventuele gewetensbezwaarden, doet denken aan het bekende doekje voor het bloeden. Het is zeer de vraag of we met dit voorstel gelukkig moeten zijn.
Misschien zal de suggestie van Halsema nog het meeste weerklank vinden in (traditioneel) rooms-katholieke kring. Daar heeft men altijd moeite gehad met het primaat van het burgerlijk huwelijk boven het kerkelijke. Voor orthodox-protestanten ligt dat anders.
Het feit dat straks homo's met elkaar mogen trouwen is wel diep te betreuren, maar hoeft voor anderen geen belemmering te zijn om een normaal huwelijk aan te gaan. Men hoeft immers op geen enkele manier instemming te betuigen met het homohuwelijk. In veel gevallen kan men een ambtenaar van de burgerlijke stand uitzoeken die in zijn toespraak tot uitdrukking laat komen dat hij de christelijke huwelijksbeschouwing onderschrijft.
Door het kerkelijk huwelijk vrij te geven, wordt het huwelijk nog meer dan nu een particuliere aangelegenheid. Een ieder mag doen waar hij zin in heeft. Dat is juist ook de bedoeling van GroenLinks. Het is dan denkbaar dat iemand voor de wet getrouwd is met de een en een kerkelijk huwelijk sluit met een ander. Die kant moeten we beslist niet op.
Overheid en (huwelijks)moraal hebben wel degelijk met elkaar te maken. Op dit gevoelige terrein raken kerk en staat elkaar. Wat er nog van de band tussen die twee over is, moeten wij niet verder willen doorknippen. Ook niet uit protest tegen de invoering van het homohuwelijk. Zolang het maar enigszins mogelijk is zullen de kerken zich moeten beijveren om de publieke betekenis van het huwelijk in stand te houden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 7 november 2000
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 7 november 2000
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's