Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"De preek zou bij ons best beter kunnen"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"De preek zou bij ons best beter kunnen"

Zivica Tucic maakt de Servisch-Orthodoxe Kerk een beetje protestantser

6 minuten leestijd

BELGRADO - De Federale Republiek Joegoslavië gaat naar de stembus. Zaterdag wordt er gekozen voor een nieuw parlement, een ontwikkeling die ook de Servisch-Orthodoxe Kerk nauwlettend volgt. De hoofdredacteur van "Pravoslavlje" (het officiële orgaan van de kerk) verwacht het een en ander van de nieuwe volksvertegenwoordigers. "We zitten hier niet te wachten op een theocratie." Daar hoeft hij trouwens niet bang voor te zijn.

Het donkert al als Zivica Tucic plaatsneemt in een restaurant in het hartje van Belgrado. Hij heeft vanmiddag een knoflooksalade op en verexcuseert zich bij voorbaat. In het dagelijks leven schrijft hij de kolommen vol van het tweemaandelijkse officiële orgaan van de Servisch-Orthodoxe Kerk, "Pravoslavlje" (wat orthodoxie betekent). Het heeft een oplage van 35.000 exemplaren.

Leiders van de Servisch-Orthodoxe Kerk hebben de voormalige president Milosevic herhaaldelijk opgeroepen af te treden. Dat houdt in dat de kerk tot de vele bewegingen in Joegoslavië behoorde die "tegen" waren. Die houding heeft uiteindelijk vruchten afgeworpen in de revolutie van 5 oktober, die een nieuwe regering en president aan de macht bracht.

Maar er is nog veel te doen in een land dat volledig op zijn achterste ligt. Tucic geeft de president van de Republiek Joegoslavië, Vojislav Kostunica, voor de vuist weg een paar adviezen mee. "We willen als kerk geen speciale voorrechten. Wel wensen we dat op scholen facultatief godsdienstlessen kunnen worden gevolgd. Verder bepleiten we een denationalisering van kerkelijke goederen."

Bijna vijftig jaar was Joegoslavië in naam een atheïstische staat. Binnen die staat was de Servisch-Orthodoxe Kerk, met als hoofdzetel Belgrado, de belangrijkste religieuze organisatie. Alle kerken waren gelijkberechtigd. Tucic: "Weet u, de Serviërs zijn een gelovig volk. Maar ze zijn niet kerkelijk. Dat houdt in dat ze niet vaak naar de kerk gaan. Ze blijven er doorgaans een halfuur en steken een kaars aan, bidden wat. Op de vraag of iemand gelovig is, antwoordt hier 90 procent met ja. Men verdedigt de kerk en men identificeert zich ermee. De Servisch-Orthodoxe Kerk is lange tijd mededrager geweest van de Servische nationaliteit."

Laag pitje

De positie van de Servisch-Orthodoxe Kerk is zwak. "Die was altijd al marginaal." Tucik erkent dat "niet de intelligentste mensen priester zijn geworden." Wie als ouders een kind naar het seminarie wilde sturen, werd onder druk gezet. Men kon een veelbelovende zoon toch beter officier laten worden? Voor zulke argumenten werd gezwicht. Dus gingen de minder begaafden naar het seminarie. "Als we een strengere selectie hadden gehad, zouden veel hedendaagse pastoors en bisschoppen de toelatingscriteria niet hebben doorstaan."

Tucic waarschuwt dat de povere theologische uitrusting de kerk in de toekomst wel eens kan opbreken. Want de nieuwe generatie jongeren is kritisch en vraagt veel, ja provoceert zelfs. "Daarom hebben we goed opgeleide theologen nodig om passende antwoorden te vinden en om na te denken.

Onze wijze van theologiseren heeft op een laag pitje gestaan. Er is weinig constructieve discussie. Gelukkig staat het credo nog niet op de helling zoals in het Westen het geval is. Maar we moeten het wel over ons engagement gaan hebben. Daarbij hebben we de hulp van de protestanten nodig." Tucic denkt dan met name aan theologisch en godsdienstonderwijs. Of materiële assistentie in de vorm van het sturen van computers. "Calvijn is bijvoorbeeld onbekend bij ons. Onlangs is het eerste deel van de Institutie vertaald. Het ontbreekt echter aan geld, zodat de kerk geen armslag heeft", aldus Tucic.

Het is niet dat hij om fondsen smeekt. "Het belangrijkst is de christelijk e liefde. We zijn niet gebaat bij een lading goederen, maar meer bij een bezoek waarbij men wezenlijk geïnteresseerd is in hoe het bij ons toegaat. We kennen elkaar onvoldoende. Ik zou willen dat we elkaar beter begrepen."

Secularisatie is een term die Tucic in zijn land niet kent. De mensen zijn grotendeels religieus, zij het minder traditioneel dan vroeger. "Mijn kerk hier in Belgrado zit telkens boordevol. Zo vol, dat je bijna niet kunt ademen. Niemand heeft die mensen gestuurd. Ze komen geheel vrijwillig. We hebben in Belgrado veertig kerken, maar er zijn er wel tachtig nodig." Lachend: "Met Kerst mag mijn kerk wel drie keer zo groot zijn."

Taak

Diaconaal werk beschouwt Tucic als de taak bij uitstek van de kerk. Hij noemt enkele kernwoorden die zijns inziens bij de kerk horen: missie, liefdadigheid, zending, huisbezoek. "We hebben als een van de weinige gemeentes hier een spreekuur voor kerkgangers waar ze een beroep kunnen doen op een psycholoog of een jurist."

Joegoslavië staat aan het begin van een op te bouwen democratie. "De kerk kan daar prachtig op inhaken om een juiste plaats te zoeken in de samenleving. Ze kan haar stem verheffen in de samenleving en de regering adviezen verstrekken. De kerk is immers de advocaat van de armen, de zieken en de behoeftigen."

Tucic beschouwt de rol van de kerk niet alleen als ritueel, maar vooral als sociaal. In maatschappelijk opzicht moet de kerk een oppositierol vervullen op een eigen manier, betoogt hij. "Dan kan de kerk zich laten horen bij onderdrukking, kindermisbruik en wanbetaling van werknemers en gepensioneerden." Onder de "stem" verstaat Tucic ook een stellingneming. "Toen ons land werd gebombardeerd, onthielden sommige kerken in het buitenland zich van commentaar. Ze hadden zich eerst eens moeten afvragen wat Jezus op hun plaats zou hebben gezegd." Bij dat alles dient de kerk gescheiden te zijn van de staat. "Ik ben tegen een theocratie."

De hoofdredacteur van "Pravoslavlje" krijgt nogal eens het verwijt te horen dat hij de orthodoxe kerk aan het protestantiseren is. "Veel ideeën heb ik ook van het protestantisme overgenomen. De preek bijvoorbeeld zou bij ons beslist beter kunnen. Men mag gerust hoge eisen stellen aan de verkondiging van het Woord. Onze priesters moeten zich daarin bekwamen."

Geen geld

Jammer genoeg heeft de kerk heeft geen geld voor liefdadigheid. De honderdduizenden Kroatische, Bosnische en Kosovaarse vluchtelingen in het 'moederland' Servië dreigen daarom van kerkelijke zijde buiten de boot te vallen. "We zouden meer moeten helpen", verzucht Tucic. "Woord en daad, dient ons motto te zijn."

De kerk in Servië is in materieel opzicht arm. Jammer, verzucht Tucic. De Servisch-Orthodoxe Kerk kent geen kerkelijke belasting en leeft van de giften. Aangezien alles tot en met de kaarsen toe geld kost, blijft er niets over om bijvoorbeeld godshuizen te restaureren zoals in de provincie Kosovo, waar zich belangrijke heiligdommen van de Servisch-Orthodoxe Kerk bevinden. Tucic betreurt het dat veel van het kerkelijk goed in Kosovo -"ons Jeruzalem"- aan diggelen ligt. "Kosovo is een stukje van de frontlinie waar christendom en islam tegen elkaar aan schuren. Het bevindt zich op de lange grens die van Sarajevo naar Jakarta loopt."

Met enige zorg blikt Tucic naar de toekomst. "Hier is alles verwoest. Alle maatschappelijke geledingen zullen moeten worden vernieuwd: school, justitie, kortom alles. We bidden voor Kostunica -die orthodox is- dat God hem kracht geeft het nieuwe land op te bouwen. God zal hem kracht geven, zodat er veel zal veranderen. Ons volk heeft geleden. Ik denk dat God ons wat heeft willen leren. Niet alleen de Serviërs, maar iedereen. Hebben we het begrepen of niet? Milosevic heeft ons veel ellende berokkend. Ons rest echter geen wraak, maar gerechtigheid. Gerechtigheid hebben we nodig. Ik wil niemand een Milosevic toewensen, maar misschien was hij wel nodig voor ons."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 december 2000

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

"De preek zou bij ons best beter kunnen"

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 december 2000

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's