Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ambulance kan niet overal even snel zijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ambulance kan niet overal even snel zijn

"Veel mogelijkheden voor de toekomstige ziekenvervoerders"

9 minuten leestijd

"In de stad zijn we meestal in zes tot zeven minuten ter plekke", zegt ambulanceverpleegkundige Huub de Korte. Ambulance nummer 28 uit Utrecht is met loeiende sirenes op weg naar een ongeval. Dwars door de vrijdagavondspits naar een botsing tussen fietser en auto. Zes minuten en nog wat seconden zitten er tussen de melding bij alarmnummer 1-1-2 en het arriveren van de ziekenwagen. Ter plaatse blijkt een asielzoeker kermend op de grond te liggen. Na onderzoek moet de ambulancebemanning constateren dat de man niets mankeert.

"U mag nu uit de auto, meneer", zegt chauffeur Mohamed ben Bouazza (30) tegen de fietser. De man ligt te schreeuwen in de wagen. "All my body hurts", probeert hij in gebrekkig Engels. Samen met een politieagent onderneemt de ambulancebemanning vruchteloze pogingen om de jammerende asielzoeker uit de auto te krijgen. Totdat Mohamed de man toespreekt: "Je gaat tekeer als een vrouw." Dat is net te veel. Wild slaat het slachtoffer om zich heen. Snel trekken politieagenten de brancard naar buiten en halen de man eraf. Erbarmelijk klagend blijft hij op straat achter.

"Toneelspel", karakteriseert verpleegkundige Huub (40) het tafereel op de terugweg naar de garage. "Je zag direct dat hij niets mankeerde. Het is best denkbaar dat hij zijn uitzetting wilde voorkomen door in het ziekenhuis te belanden." Het is een tafereel dat de bemanning niet voor het eerst meemaakt. Frustrerend vinden ze het. "Je neemt risico's om snel ter plekke te zijn en dan krijg je dit", zegt Mohamed verongelijkt. Op tijd was de ziekenwagen in ieder geval wé. En dat is juist iets waar de kritiek op de Utrechtse ambulancedienst zich op richt. De provincie vindt dat de ziekenwagens vaak te laat arriveren. Daar moet snel wat aan gedaan worden, vinden de dames en heren politici.

Onmogelijk

"Je kunt eenvoudigweg niet overal binnen 15 minuten zijn, da's gewoon onmogelijk. Op sommige plaatsen moeten we daarom meer samenwerken met huisartsen". Dat zegt J. P. Versluis, directeur van de RAVU, de Regionale Ambulance Voorziening Utrecht. Te laat arriverende ambulances springen bij buitenstaanders het meest in het oog. Begrijpelijk, vindt hij, maar zijn bedrijf zit wat dat betreft in een lastig parket. "We hebben te maken met heel veel partijen die eisen aan ons stellen. Het ministerie, de provincie, zorgverzekeraars, het College Tarieven Gezondheidszorg en gemeenten die van alles willen."

"Van onze acute ritten is 2 procent nu te laat. Landelijk ligt dat percentage op 5 tot 8 procent. Sommige plekken zijn gewoon slecht bereikbaar. En: de provincie bepaalt voor ons waar ambulanceposten moeten komen en hangt daar een budget aan. Wij moeten daarmee maar zien uit te komen." Zijn de overschrijdingen dan helemaal niet in te dammen? Dat denkt de directeur niet. "Je kunt 1 procent verminderen door verdere automatisering. Nu komt het voor dat meldingen onduidelijk zijn, chauffeurs de weg niet weten of dat een verpleegkundige een kwartier bezig is met vragen naar wat iemand mankeert. Zou iedere Nederlander bijvoorbeeld een elektronisch zorgdossier hebben, dan kan een verpleegkundige veel sneller een goede behandeling instellen."

"Het tweede procent is te winnen met verkeersmaatregelen. Onze auto's staan tijden in de file. Officieel mogen we nog steeds niet op de busbaan rijden. Dat is gewoon heel lastig. Bij spoedritten heb je dan nog eens het probleem van paaltjes, drempels en meer van dat soort dingen. Chauffeurs lopen met een gigantische sleutelbos rond om alle obstakels in de stad weg te halen. Ga maar eens na wat dat aan tijd kost."

Utrecht is een van de regio's die vooroplopen met automatisering. De RAVU neemt deel aan een proefproject met een computersysteem in de auto's dat automatisch de snelste weg zoekt. Dat bevalt goed, maar het kan nog beter. "Wegwerkzaamheden moeten direct zijn ingevoerd in het systeem. We komen veel problemen daarmee tegen in Leidsche Rijn, de Vinex-locatie waar momenteel gebouwd wordt. De wijk is nieuw, iedere week verandert er weer wat. Dagelijks is daar wel een weg opgebroken en kunnen we er niet langs."

Meer

Toch speelt er in de ambulancewereld in Nederland meer dan alleen de zorg of de ziekenauto wel op tijd komt. Per 1 januari 2003 gaan alle vervoerders en de aansturende centrales (CPA's - Centrale Post Ambulancevervoer) samen verder in 26 Regionale Ambulance Voorzieningen (RAV's). De bedrijven dienen zich daarom te verenigen. Zo werd begin deze maand nog de kleine ambulancedienst in Barneveld overgenomen door de 'grote broer' uit Ede.

Door de RAV-vorming moet de kwaliteit van het ziekenvervoer verbeteren. Of dat gebeurt is nog maar de vraag: de kans bestaat dat al heel snel na 2003 ambulancediensten failliet gaan, omdat ze niet aan de nieuwe kwaliteitseisen kunnen voldoen. Minister Borst heeft inmiddels een onderzoek aangekondigd, dat in maart 2001 klaar moet zijn. Daarin moet staan of de eisen die aan de RAV's worden gesteld ook haalbaar zijn.

Een ritje met een ambulance van de RAVU laat zien dat het aan de bemanning niet zal liggen. Chauffeur Mohamed is op de spoedritten in zijn element. In de drukke vrijdagavondspits weet hij 'zijn' Mercedes op bewonderenswaardige wijze door het verkeer te loodsen. En snel kan het ook: de kortste rit die avond duurt minder dan een minuut. Even voor de ambulancepost botst een auto tegen een 19-jarige studente op de fiets. Versuft zit het slachtoffer op de stoep. "Ik ben alleen wat duizelig en heb wat schrammen", zegt ze met een lijkwit gezicht. Ook bij haar kan De Korte geen ernstig letsel ontdekken. "Als je vanavond hoofdpijn hebt, kun je gerust een paracetamolletje nemen. Hou je die pijn ook morgen, dan moet je even naar de dokter gaan", instrueert hij.

Niet iedere rit spekt de kas van de RAVU evenveel. De asielzoeker heeft geen cent te makken. Gratis service dus. Voor de aangereden studente rinkelt de kassa echter wel, hoewel er nauwelijks 100 meter is gereden. De verzekeraar van het meisje moet in dit geval een ritvergoeding betalen. Dat geldt ook wanneer er een langere rit gemaakt wordt. Verpleegkundige Huub de Korte: "Regelmatig maken we zogenaamde buitenritten." De Utrechtse ziekenwagens zijn dan in het hele land te vinden, terwijl daar een vergoeding tegenoverstaat die niet noemenswaardig hoger is dan normaal. "Ritjes voor het academisch ziekenhuis naar plaatsen als Dokkum, Maastricht of Vlissingen maken we regelmatig mee", aldus De Korte.

Groot

Directeur Versluis: "Als RAVU hebben we één voordeel: we zijn al een groot bedrijf. Dat is precies wat de minister in de toekomst wil. Hoe kleiner een ambulancebedrijf, hoe minder geld er over is voor allerlei zaken. Eigenlijk moet je alle 'kleintjes' uitkopen, maar daar zit niet ieder bedrijf op te wachten. Het ambulancevervoer is voor sommigen toch nog een mooie inkomstenbron."

De RAVU ontstond op 1 januari van dit jaar uit verschillende fusies. "De laatste grote slag was de integratie met de GGD Eemland. Die stootte eind vorig jaar haar ambulances af. We beslaan nu 90 procent van de provincie. Er zijn nog twee kleinere bedrijven actief, in Woerden en Veenendaal."

Drs. J. P. Versluis mba (41) staat sinds juli aan het hoofd van de Utrechtse ambulancedienst. Daarvoor was hij divisiemanager chirurgie in het Universitair Medisch Centrum Utrecht. De stap van het hospitaal naar het ziekenvervoer confronteerde hem met een cultuurverschil tussen beide instellingen. "Ambulancediensten worden dán weer geschaard onder voorzieningen voor openbare orde en veiligheid en een andere keer weer bij de zorg. Naar mijn mening horen ze bij de laatste. We kunnen ons op dat gebied nog veel meer profileren."

De financiële problemen komen voort uit de manier van budgetteren van de ambulancesector. In heel Nederland krijgen vervoerders sinds ongeveer anderhalf jaar een vast bedrag per gereden rit. Daarvan moet een bedrijf alles kunnen betalen. Versluis: "Inrichting van auto's, opleiding van personeel, het is allemaal erg strak gefinancierd. Willen we meer geld, dan moeten we eerst aankloppen bij de zorgverzekeraars en dan nog naar het CTG."

De toekomstplannen van de overheid zijn in Utrecht al voor een behoorlijk deel gerealiseerd, meent Versluis. "Op de meeste plaatsen werken de CPA en de ambulancedienst nog gescheiden. In Utrecht zijn beide al geïntegreerd." Overigens is die integratie wat Versluis betreft geen eindstation. "De ambulancesector is nu nog te veel naar binnen gericht. Er moet een cultuuromslag komen van vervoers- naar zorgbedrijf. We moeten meer samenwerken met artsen, ziekenhuizen, verpleeghuizen en andere zorgaanbieders."

Enthousiast: "Je zou een centraal aanspreekpunt voor de hele zorg moeten hebben. Je kunt prima een ambulanceverpleegkundige bij mensen langs laten gaan en laten bekijken welke zorg of hulp nodig is. Op die manier kun je veel efficiënter werken en betere en goedkopere zorg leveren. Samen met huisartsen kunnen we kijken hoe we mensen uit het ziekenhuis houden."

Op dat onderdeel moet er nog veel veranderen, vindt de directeur. Naar zijn mening is voor de patiënt nog onduidelijk wanneer hij bij een bepaalde zorgaanbieder terechtkan. "De politie heeft één telefoonnummer voor alle afdelingen. Dat zou voor de zorg ook het geval moeten zijn. Nu moet je nog voor het ene kwaaltje bij de dokter zijn, voor iets anders naar het ziekenhuis en je moet ook maar weten waar je de ambulance voor nodig hebt. Het is niet voor niets dat de spoedeisende hulpafdeling van het ziekenhuis volzit met mensen die eigenlijk naar de huisarts moeten."

Markt

De plannen van de RAVU komen ogenschijnlijk op een prima gekozen moment. Versluis: "Er komen allerlei 'markten' voor ons braak te liggen, door het tekort aan huisartsen, personeelstekort in ziekenhuizen en de problematiek van de verkeerde bedbezetting. Wij hebben zelf overigens nog geen personeelsprobleem: de zelfstandigheid van het beroep van ambulanceverpleegkundige trekt aan."

Wat staat er boven aan uw verlanglijstje voor minister Borst?

"Ruimte en geld voor het voeren van eigen beleid. Laat de minister ervan uitgaan dat we het beste willen. Ze moet ons afrekenen op resultaten."

Eén voordeel heeft alle opschudding rondom de kwakkelende ambulancediensten in ieder geval opgeleverd, zegt Versluis: "Het probleem is nu op de agenda geplaatst. Hopelijk komt er nu dwingende regelgeving van de overheid met duidelijkheid over het functioneren van zowel de CPA en het ziekenvervoer. Een ander punt is dat er flink wat geld moet komen voor het doen van overnames. Anders blijven de vervoersbedrijven versnipperd bezig."

Komt het allemaal nog wel goed in de ambulancesector?

"Het komt er wel van, maar we moeten knokken. We moeten zorgen voor een zorgnetwerk. Als je daar niet op insteekt wordt het nooit wat."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 december 2000

Reformatorisch Dagblad | 48 Pagina's

De ambulance kan niet overal even snel zijn

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 december 2000

Reformatorisch Dagblad | 48 Pagina's