Uren, dagen, maanden...
Uren, dagen, maanden, jaren,
Vliegen als een schaduw heen...
Geen enkel lied zal zo snel worden geassocieerd met de oudejaarsavond als deze weemoedige dichtregels van Rhijnvis Feith (1753-1824). Ze passen ook helemaal in de sfeer van de Romantiek, waarin de vergankelijkheid van het leven een allesbeheersend thema was.
Merkwaardige figuur trouwens, deze Rhijnvis Feith. Zijn eigen leven gaf bepaald geen aanleiding tot de treurigheid die van zijn werken afdruipt. Hij had slechts korte tijd het ambt van burgemeester bekleed en aan zijn functie als ontvanger van konvooien en licenten had hij ook geen dagwerk. Onbezorgd kon hij zich op Boschwijk, een buiten bij Zwolle, volledig wijden aan de schone letteren. Daar schreef hij zijn roman "Julia", de intrieste geschiedenis van het meisje dat bemind wordt door Eduard. Het mág echter niet van haar vader en dat geeft bij beiden veel stof tot tranen en weeklagen. Als dan de vader toch nog ongedacht toestemming geeft, snelt Eduard naar zijn geliefde, maar hij komt te laat want Julia wordt juist begraven. Zij is gestorven aan een gebroken hart. Voor Eduard blijft er niets anders over dan te wenen bij haar graf...
Toch heeft niet deze roman, die geen hond meer leest, Feith beroemd gemaakt maar het sentimentele lied dat in de negentiende en de twintigste eeuw in vele oudejaarsdiensten is gezongen: "Uren, dagen, maanden, jaren..."
Die oudejaarsavond is trouwens een verhaal apart. De Kerk van de Reformatie kende geen oud-en-nieuwviering. Preken voor die gelegenheden zijn bij auteurs uit de Nadere Reformatie daarom nauwelijks te vinden. Moest er op nieuwjaarsdag zo nodig worden gepreekt, dan liefst over de besnijdenis en de naamgeving van Christus, die immers acht dagen na Zijn geboorte plaatshadden.
Maar ook hier heeft de wens van het kerkvolk het principe verdrongen. Want in 1817 schreef de algemene synode alle hervormde predikanten aan dat zij het oude jaar "godsdienstig" moesten besluiten, zoals het nu al op vele plaatsen de gewoonte was, het nieuwe jaar "godsdienstig" aanvangen. Van meet af aan werd de kerkdienst op oudejaarsavond enorm populair. Randkerkelijken en mensen die er het hele jaar de kantjes hadden afgelopen, togen op 31 december massaal ter kerke, alsof zij op die laatste avond het verzuim van het ganse jaar goed konden maken. En van de kansel richtten de predikanten hun pijlen op hen "die anders hunne plaatsen ledig lieten..." Pas na de oorlog heeft in dit opzicht de dienst van eerste kerstdag die van de oudejaarsavond overvleugeld.
In de liturgie van de oudejaarsdienst was de smartlap van Rhijnvis Feith een vast onderdeel. "Uren, dagen, maanden, jaren..." moest gezongen worden, en in gemeenten waar men na 1861 uitsluitend psalmen zong, moest het voor of na de dienst worden gespeeld. Anders was het niet echt oudejaarsavond geweest...
De meeste oudere mensen zullen wellicht -evenals ik- slechts het eerste couplet kennen. Vandaar dat ik de bundel "Evangelische gezangen" voor de dag heb gehaald om alle coupletten nog eens te lezen. Maar ik werd er niet vrolijk van. Het is een karakteristiek lied uit de tijd van de opkomende vrijzinnigheid waarin zelfs de naam van Jezus niet voorkomt... De vergankelijke mens, die leeft op de graven van het voorgeslacht en die straks weer door het nakroost zal worden beweend, vindt slechts troost in het feit dat hij onsterfelijk en dat God onveranderlijk is.
Het ergst vind ik nog de slotregels van het eerste couplet:
"Al het heden wordt verleden,
Schoon 't ons toegerekend blijft."
Dat geldt in ieder geval niet voor hen die zich als zondaar leerden kennen en hun zonden voor God betreurden. Want tegen hen zegt de Heere: "Ik ben het Die uw overtredingen uitdelg, om Mijnentwil, en Ik gedenk uw zonden niet."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 december 2000
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 december 2000
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's