,,Ik heb een hekel aan wolligheid"
Ds. W. Dekker keert zich tegen verwevenheid van vorm en inhoud
OOSTERWOLDE - Met een bijbelse preek kun je breed terecht, van rechts middenorthodox tot tamelijk rechts in de Bond. Ds. W. Dekker merkt dat tot zijn verwondering op. ,,Als je maar hedendaags Nederlands, begrijpelijk en met een pastorale insteek spreekt, zodat je het hart van mensen raakt, is het blijkbaar mogelijk zeer breed mensen aan te spreken."
Deze ervaring deed ds. Dekker (50) uit Oosterwolde op in de 25 jaar dat hij nu predikant is. Van hokjes moet hij niets hebben. "Waarom sluiten mensen zich op in een circuit? Als je dat niet doet, zou je voor meer mensen iets kunnen betekenen en je leert er zelf ook van."
Wim Dekker groeide op in een "zeer kerkelijk meelevend, bevindelijk gereformeerd milieu op de Veluwe. In Ermelo, Putten en Harderwijk liggen de wortels van het voorgeslacht." Op zijn zestiende maakte de jonge Dekker een doorbraak in het geloof mee. "Ik kreeg de overtuiging dat ik erbij hoorde." Doordeweeks ging hij naar de Steenen Kamer, als bijvoorbeeld ds. J. T. Doornenbal daar preekte. Hij zat onder het gehoor van ds. Joh. van der Poel, ds. M. A. Mieras en ds. G. van de Breevaart. "Ieder die ruim sprak van de genade van God sprak me aan."
Het predikantschap stond echter ver van hem vandaan. "Daarvoor was wel een heel bijzondere roeping nodig. Als je onderwijzer mocht worden, was dat ook al een zegen. Ik werd getemperd door de angst: Is dit wel Gods weg? Wij gaan daar nu bij onze kinderen onbevangener mee om", stelt hij achteraf vast. "Een zoon en een dochter studeren theologie."
Hokjes
Al in zijn studententijd -en dat is nog niet veranderd- had ds. Dekker moeite met de hokjes- en clubjesgeest. "Ik riep heel hard dat ik gewoon hervormd was. Ik ben er altijd voor geweest in de grote ruimte van de Hervormde Kerk te delen wat je hebt ontvangen. Verhef je daar niet op en zonder je niet af. Zodra je een partij wordt, word je wettischer en ga je je afzetten. Daar word je niet beter van."
Ds. Dekker diende de kerk zelf dan ook nauwelijks op traditionele plaatsen, maar "in de ruimte." Hij begon in Sebaldeburen, in het hoge noorden. Vervolgens ging hij naar Loenen aan de Vecht, "een zeer geseculariseerd gebied." Daar leerde ds. Dekker beter preken, vindt hij. "Er woonden heel kritische mensen uit alle flanken van de kerk. Het was een uitdaging om het vol te houden. Een voorbereiding voor de stad."
Zijn volgende gemeente Rotterdam-Delfshaven was toentertijd "kerkelijk rampgebied." "Ik heb er de kerkelijke afbraak meegemaakt." De acht jaren daar waren "heel zwaar." "Er moesten grote beleidsbeslissingen worden genomen, die achteraf bezien tot grote zegen zijn geweest."
Vergadermoe vertrok de predikant naar Wezep. "Ik had nog geen normale kerkelijk meelevende gemeente gehad. Ik had het gevoel dat het mocht. In Rotterdam had ik het idee steeds voor de kar te lopen, in Wezep mocht ik tussen de mensen op de kar zitten." Ondertussen is ds. Dekker hoofd vorming en toerusting bij de IZB (Hervormde Bond voor Inwendige Zending op gereformeerde grondslag).
Cultuur
Ds. Dekker liet de afgelopen jaren verschillende keren van zich horen. Hij mengde zich onder andere in discussies over samenwonen, homofilie en schriftgezag.
Het Liedboek voor de Kerken gebruikt hij "met blijdschap." Al in een vroeg stadium pleitte hij voor een constructieve opstelling ten aanzien van Samen op Weg. Reacties uit orthodoxe kring bleven niet uit.
Hijzelf: "Deze dingen zeg ik niet omdat ik de boel wil relativeren. Maar ik kan niet verteren dat een heleboel mensen met het badwater ook het kind weggooien. Door de verwevenheid van inhoud en vorm is het risico groot dat men het geloof in God kwijtraakt als de kerkelijke cultuur instort." Daarom is hij ervoor die twee uit elkaar te trekken, zodat mensen niet op één dag alles kwijt zijn.
Ds. Dekker signaleert dat de eigen kring de gelederen juist wil sluiten. "Mensen gaan liever niet tegen de stroom in. Je bereikt meer door af te dekken dan door scherp te formuleren, denkt men." Ds. Dekker steekt zo nie t in elkaar. "Over welk onderwerp het ook gaat, ik vraag door. Tot op het bot. Ik heb een ontstellende hekel aan wolligheid. Ik ben nooit met goedkope antwoorden tevreden." Als bepaalde vragen van deze tijd in een gemeente nog niet aan de orde zijn, dan moet je niet denken: "O, gelukkig." Maar dan moet je ze nu aan de orde stellen, vindt ds. Dekker.
Voor de predikant is maar één ding echt belangrijk: dat je discipel van Christus wil zijn. "Dat klinkt weinig dogmatisch, maar het is het maximale. Ik ben heel christocentrisch. Als we alles aftrekken, milieu, cultuur, wat zou er dan overblijven? Als dat Christus Zelf niet is, dan is het niets. Als het over de vormgeving gaat, is alles heel relatief. Veel is cultuur."
Voor ds. Dekker is de centrale vraag: "Wat wilt U dat ik doen zal?" "Zoek het antwoord in gebed in de gemeenschap aller gelovigen. Dat is meer dan bonders of reformatorischen. Als je denkt dat de Heere God in jouw kerkelijke verkokering aangeeft hoe je christen moet zijn in de moderne samenleving, dan is dat ontzettend hoogmoedig. We moeten echt samen verlegen worden."
Dat de onderwerpen die ds. Dekker aan de cultuur toeschrijft voor anderen wel degelijk inhoudelijk van betekenis zijn, beseft hij. "Inhoud en vorm zijn dan een eenheid. Je hebt misschien in jouw gemeente God gevonden. Om dan te kunnen zeggen: Dat had ook ergens anders kunnen gebeuren, moet je eerst een overview krijgen."
Grenzen
Past ds. Dekker eigenlijk wel binnen de Gereformeerde Bond? "Ja, ik ben er lid van. Was de GB niet met Samen op Weg meegegaan dan had ik bedankt. De GB heeft veel goeds betekend in het bewaren en doorgeven van de traditie. Dat is een beetje dubbel, als ik dat zeg. Maar in de GB ligt mijn geestelijke verbondenheid."
De grenzen van gereformeerd zijn, liggen voor ds. Dekker bij de drie sola's van de Reformatie. "Dat kan een kreet worden. Ik bedoel met "de Schrift alleen" dat er geen tweede bron van openbaring is, bijvoorbeeld de cultuur. Als je de Bijbel en de tijd met elkaar in gesprek laat komen, dan lijkt het alsof je de cultuur laat meespreken. Maar de Bijbel heeft het eerste en het laatste woord.
"Sola gratia" sluit uit dat we zelf iets zouden moeten bijdragen aan ons heil. Het is genade om genade te ontvangen. Je moet mensen niet vermoeien met de oproep dat ze moeten kiezen voor Jezus. Het is bevrijdend om te zeggen dat God Zijn zaak doorzet."
Ook het "sola fide" wil de predikant laten staan, al is dat volgens hem in de praktijk moeilijker. "Velen zitten ermee dat er zoveel mensen zijn die niet geloven, terwijl het best aardige lieve mensen zijn.
En zeker als hun eigen kinderen niet geloven, willen ze deze kwestie snel oplossen en zeggen ze: God zal ze wel genadig zijn. Dan is het leven sterker dan de leer. Toch wil ik het punt dat het geloof heilsnoodzakelijk is laten staan. Waar dit niet gebeurt, wordt de prediking vrijblijvend."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 april 2001
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 april 2001
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's