Boezemzonden
"gij zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb geens dings gebrek..."
Openbaring 3:17
Hoe veel belijders zijn er die een veelbelovend begin hebben. Zolang het stil weer is, zeilen zij er lustig op los. Doch terstond als er zwaar weer komt, zult u een droevige schipbreuk zien. Geen wonder, zij missen de vastigheid van 2 Petrus 3:17.
Hier blijkt uit dat veel belijders in het verborgene boezemzonden verbergen onder de vleugels van hun godsdienst. Het is gelijk een worm die aan de wortel van een boom knaagt, ten laatste zal die boom verdorren. Gideon had zeventig zonen en één bastaard. Die ene bastaard was de oorzaak van de dood van alle zeventig. Sommigen komen ver in de godsdienst, doch een verborgen zonde ingewilligd en toegestaan zal ten laatste alles verderven. Dit is het rechteroog en de rechterhand uittrekken en afhouwen, zoals in de prediking van Christus in Matthéüs 5:29.
Het gehoor geven aan een zonde werpt de grondslag van hun belijdenis neer en zo bedriegen ze zichzelf. Zij weten de instellingen van God op de gezette tijd waar te nemen, gelijk het bidden in hun huisgezin op gezette tijden. Maar zich van de wereld afzonderen in hun binnenkamer en hun hart voor de Heere in alle ootmoed uitstorten en wenen over hun zonden, dat kennen zij niet.
John Flavel,
predikant te Dartmouth
(Toetssteen der oprechtigheid, 1744)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 2001
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 2001
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's