"Gemeente staat in bedding van de kerk"

De algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond bracht dit gisteren tijdens de jaarvergadering in Nijkerk naar voren in een lezing met de titel "IJkpunten van identiteit: over het leven van de christelijke gemeente". In navolging van VU-historicus dr. G. J. Schutte stelde hij vast dat allerlei mensen gemakkelijk overstappen van de ene kerkformatie naar de andere. Als er ter plekke maar een levendige, actieve, aantrekkelijke gemeente is. Het is een voorbeeld van de zichtbare trend om de kerk als instituut te relativeren. Ook onder jongeren binnen de Gereformeerde Bond wordt het zicht op de kerk en haar belijdenis volgens Vergunst schaarser. "Ze ondergaan gemakkelijk een invloedssfeer die hen aanspreekt, veelal van evangelische snit."

Vergunst riep ambtsdragers ertoe op zich niet terug te trekken binnen de eigen gemeente, maar ook binnen de kerk voor elkaar verantwoordelijkheid te dragen. "Het verdraagt zich niet met onze roeping als we weglopen zodra er gereformeerde ambtsdragers in een gezamenlijke vergadering aanwezig zijn."

De algemeen secretaris benadrukte het grote belang van het tot klinken brengen van het Woord, in het geloof dat de Heilige Geest garant staat voor de doorwerking in levens van mensen. "De heerschappij van Christus in de gemeente heeft onze eerste passie te zijn, boven het kritiseren van synodaal beleid, een verlammend gesprek over het gezag van het ambt, de groeiende diversiteit in de gemeente. Wij kritiseren geen prediking of predikers, maar de prediking brengt ons leven tussen de polen van wet en Evangelie."

Doof

Ds. A. W. van der Plas, voorzitter van de hervormde generale synode, bracht naar voren dat voortdurende discussies over Samen op Weg (SoW) zo veel energie en inzet vragen dat de fundamentele zaak van de beleving van het geloof in het gedrang dreigt te komen. Het is volgens de preses de hoogste tijd om ook in SoW-verband de aandacht op de kerntaken van de kerk te concentreren. Naar zaken rond kerkorde en belijdenis moet zorgvuldig gekeken worden, zei hij. "Maar het kerkenwerk zal pas echt vrucht dragen wanneer het gedragen wordt door een levend geloof."

Hij wil dat mensen ophouden telkens opnieuw suggesties te doen die de één teleurstellen en bij de ander hoop wekken, maar die nauwelijks reëel zijn. Hij pleit ervoor rekening te houden met besluiten die al in de synode genomen zijn. "Wie zegt dat de synode doof is voor het grondvlak, moet zich afvragen of hij zelf wel geluisterd heeft naar alles wat een- en andermaal in de synode aan de orde is geweest." GB-voorzitter ds. Kamphuis wenste in een reactie het moderamen "een fijnbesnaard oor" toe om te horen wat klinkt vanaf het grondvlak.

Een lid uit Dordrecht informeerde hoe het hoofdbestuur staat tegenover de gedachte die het hervormde moderamenlid J. van Heijst onlangs heeft gelanceerd (een kerk met een hervormde, een gereformeerde, een lutherse en een SoW-pijler als groeimodel, red.). Ds. Kamphuis antwoordde dat het hoofdbestuur de kerk opnieuw heeft opgeroepen een tijd van bezinning in acht te nemen en een grote mate van inventiviteit te betrachten om ervoor te zorgen dat een breuk wordt voorkomen. "Ik heb dat niet ingevuld."

Een ander had het proefschrift van dr. H. de Leede met lede ogen gelezen en informeerde of het wel mogelijk is dat iemand die zulke dingen schrijft tot de hervormd-gereformeerde richting te rekenen. Secretaris ds. Harteman bracht in herinnering hoe dr. W. Verboom al tijdens de promotie met ds. De Leede in gesprek is geweest. De discussie met hem krijgt, ook op verzoek van dr. De Leede zelf, nog een vervolg. Ook het theologische tijdschrift Theologia Reformata gaat er aandacht aan besteden.

Beroepingswerk

De vragensteller sprak ook zijn bezorgdheid uit over de weinige kandidaten die in de gemeente worden bevestigd, terwijl er gemeenten zijn die acht, negen maanden wachten voordat zij een beroep uitbrengen. Hij gaf het hoofdbestuur in overweging kandidaatsgemeenten hierover te benaderen. Ds. Kamphuis meldde hierop dat het hoofdbestuur op dit moment werkt aan een brochure over het beroepingswerk in hervormd-gereformeerde gemeenten. Zowel de zakelijke als de geestelijke kanten komen daarin aan de orde.

Het hoofdbestuur meldde verder dat het zich niet geroepen voelt aan een bundel bijbelliederen te werken als vervolg op de brochure "Zingen naar de Schriften". Daarin heeft het bestuur onder andere gezegd dat het onder voorwaarden mogelijk is uit de Schrift breder te zingen. "We gaven daarin een stukje leiding aan de vragen die naar ons toekwamen", aldus ds. Kamphuis, die verder meldde dat de Commissie voor het Geestelijke Lied zich nog wel bezint op de vraag of er een bundel moet komen.

Motie

Een motie van P. J. Blok kreeg van het hoofdbestuur, met instemming van de vergadering, geen plaats op de agenda. Uit schriftelijke stukken bleek dat Blok graag zag dat het hoofdbestuur niet langer kerkenradendagen en ambtsdragersvergaderingen belegt en zich voortaan onthoudt van kerkpolitiek en kerkregering. Dat moet het bestuur zijns inziens overlaten aan wettig verkozen ambtsdragers.

De ledenvergadering herkoos tweede voorzitter ds. R. H. Kieskamp en secretaris ds. J. Harteman beiden met 316 stemmen voor en 22 stemmen tegen .

Ds. H. Russcher riep in een referaat over het christelijke vreemdelingschap ertoe op in de samenleving te participeren en verantwoordelijkheid te nemen in de verbanden van de samenleving, in gemeentebestuur en ouderraad, in winkeliersvereniging en ondernemingsraad. Daar zal een christen een levende getuige dienen te zijn. Dat je wel in de wereld bent, maar niet van de wereld betekent volgens de predikant uit Oud-Beijerland niet dat je geen roeping hebt. "Wij moeten de wacht betrekken op de plaats waar de Heere ons heeft gesteld en wij moeten die zolang bewaren, totdat de Heere ons wegroept."

Levend in de navolging van Christus hoef je de vreemdelingschap niet op te zoeken, zei ds. Russcher. "Ze wordt ons opgedrongen in een samenleving als de Nederlandse, die zozeer aan het Woord van God ontzonken is. Wie wandelen naar Gods gebod, worden in deze wereld meer en meer als vreemde gasten bestempeld."

De predikant vroeg verder aandacht voor de wervende houding die een christen moet aannemen. Daarop wil hij ook de reformatorische zuil beoordelen. Ds. Russcher ziet organisaties zoals het Reformatorisch Dagblad, Eleos, RMU en het reformatorisch onderwijs als een voorrecht. "Dat neemt het gevaar niet weg dat we door deze zuilvorming ons kunnen opsluiten als in een zelfgenoegzaam en onvruchtbaar element", waarschuwde hij.

Ds. Russcher acht het niet ondenkbaar dat de refozuil wordt afgebroken. Daarin ziet hij echter geen reden tot paniek. "Een zuil is niet noodzakelijk. Alleen een vernieuwd leven uit Christus door de Geest zal kunnen standhouden."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen