Roeiwedstrijd bij harde tegenwind
NS-president-directeur J. Huisinga: Uiteindelijk hebben we geen enkel excuus
Hij is president-directeur van wat inmiddels het meest gehate bedrijf van ons land lijkt: de Nederlandse Spoorwegen. Veel lelijks krijgt hij over zich uitgestort. De roep om zijn aftreden kreeg afgelopen weken bijna manische trekken. Leuk vindt hij dat niet, maar aan de andere kant weet hij als voormalig olympisch roeier dat "juist zware druk kan openbaren wat een organisatie waard is." NS-topman Johannes Wilhelmus Huisinga (51): "Ik mopper nooit langer dan een halfuur en dan nog het meest op mezelf. Naar buiten toe lijk ik heel taai, maar ik ben altijd bereid mijn handelen kritisch te bezien."
De ontmoeting heeft plaats op zijn prachtige stee in de Drentse buurtschap Darp, bij Havelte. Twee zwarte labradors begeleiden de bezoeker naar de voordeur. Naast de boerderij -onder Monumentenzorg perfect gerestaureerd- grazen de paarden van zijn vrouw Carly. In het voorhuis wonen zijn ouders. Aan de rand van de grote waterpartij achter het huis staat een sierlijk bronzen beeld. Huisinga liet het jaren geleden maken ter nagedachtenis aan zijn broer Lodewijk, die stierf aan spierdystrofie toen hij zeventien was. "Ik mis hem elke dag, zou zo graag nog met hem praten."
De NS-topman, in pullover en ribbroek, hoopt dat het mooie weer van dinsdag nog even aanhoudt, want er ligt gemaaid gras op enkele van zijn 7 bunder, dat wil hij graag schudden en droog binnenhalen. Helaas, de verwachting voor de volgende dagen is vooral regen, afgewisseld door buien.
Als de parallel wordt getrokken met zijn zesjarige loopbaan bij de Nederlandse Spoorwegen, dan geldt ook daarvoor dat ir. drs. Hans Huisinga veel tegenwind en zwaar weer ontmoette in zijn job bij het spoorbedrijf. Vijf jaar was hij directeur van NS Reizigers. Sinds augustus 2000 is hij president-directeur, na het vertrek van voorganger drs. Rob den Besten, die hem in '95 persoonlijk binnenhaalde.
Voordien maakte Huisinga zich verdienstelijk in de olie-industrie (assistent-plantmanager Shell), het edelgas (logistiek manager Hoek Loos), de bloemen (directeur Bloemenveiling Aalsmeer) en de biefstuk (algemeen directeur Navobi Ekro Groep). Na zijn topfunctie bij de grootste kalfsvleesproducent van ons land dacht hij voor zichzelf te beginnen, maar een headhunter zette hem op het spoor van NS. Ooit studeerde Huisinga, na z'n hbs-b, chemische technologie in Groningen en bedrijfskunde in Delft en Rotterdam.
In het jaar van zijn aantreden start de verzelfstandiging van het voormalige staatsbedrijf. In de door de overheid gewenste nieuwe verschijningsvorm moet de firma geld gaan verdienen in plaats van de hand op te houden bij diezelfde overheid. Als dienstverlenende onderneming moet NS gaan rekenen met de wensen van de klant. De honderden miljoenen aan rijksbijdragen worden in enkele jaren afgebouwd tot nul, het duurt tot 1998 voordat het bedrijf voorzichtig uit de rode cijfers kruipt en een bescheiden winst neerzet.
Inmiddels heet de financiële positie gezond, onder meer dankzij "heel gelukkig opereren van een paar op dit gebied erg slimme mensen": miljarden guldens kwamen binnen door de gunstige verkoop van aandelen World Online en Telfort. "Dat betekent echter niet dat we zomaar zouden kunnen doen wat we willen. De rentabiliteit van NS is op dit moment zeker niet overdreven goed."
Zijn eerste drie jaar bij NS besteedde Huisinga onder andere aan het uitdenken van een reorganisatieplan. In '98 rondde hij die klus af. Het bedrijf presenteerde het plan onder de naam Bestemming Klant!. Onderdelen eruit zijn de open loketten en het gebruik van meer kaartjesautomaten, informatiezuilen en digitale schermen. Veel belangrijker is echter de aanpak van de teruglopende kwaliteit van het reizigersproduct. De toenemende vertragingen -ernstigste bron van irritatie- móé(s)ten teruggedrongen, wil(de) het ooit wat worden met de verzelfstandigde spoorwegen.
Huisinga kwam op de proppen met procesvereenvoudiging, door het rijdend personeel nadien consequent en smalend afgedaan als 'het rondje om de kerk'. De kortst mogelijke samenvatting daarvan: bemensing en trein worden meer dan voorheen aan elkaar en aan vaste routes gebonden om de olievlekwerking van vertragingen in te dammen. Betere prestaties zijn een harde eis van de overheid, bij mislukken ervan te bestraffen met flinke -vooralsnog financiële- sancties.
Na een jaar vol gemor, stakingsdreiging, vier stakingsdagen, mislukt overleg, ellende op Koninginnedag, bemiddeling door derden en alle denkbare vormen van crises onder (vooral) het rijdend personeel en zijn vakbonden, gaat komende zondag de nieuwe dienstregeling volgens plan in. Al het verzet van groepen machinisten en conducteurs ten spijt is de grondig verwenste werkwijze nu toch een feit.
De NS-directie kreeg vorige week gelijk van de voor advies ingehuurde Antwerpse vervoerseconoom prof. dr. Chr. Peeters, die het planningsproces doorlichtte en concludeerde dat uitstel van 10 juni inderdaad onmogelijk was. Een gevoel van triomf komt bij Huisinga niet op. Hij voelt zich gesterkt door de bevindingen van de Belg, "maar de situatie is te ernstig om erbij te staan juichen. We hebben alles en iedereen hard nodig om de tijd die voor ons ligt door te komen. De klant is daarbij onze grote zorg."
Problemen waarmee NS als geen ander bedrijf worstelt, zijn de overvloedige aandacht van de media, de negatieve opinie van de treinreiziger, en de niet-aflatende hete adem van de politiek. "Alles wat wij doen, ook de heel normale acties, komt telkens opnieuw en levensgroot naar voren." Ooit bekende Huisinga dat hij thuis geen e-mail leest, geen televisie kijkt en de kranten pas een dag later leest "omdat je anders 's morgens om halfnegen al chagrijnig bent en dan de hele dag nog door moet."
U ziet die kranten een dag later alsnog. De laatste weken wordt vooral op de man gespeeld in plaats van op de bal. Wat doet dat u?
"Daar valt niet aan te ontkomen, denk ik. We zijn letterlijk en figuurlijk erg kwetsbaar en ik ben het boegbeeld van de firma. Dat er veel over ons wordt geschreven, is logisch. Wat ik echter minder goed begrijp, is dat ik word neergezet als een diehard, iemand die onverzoenlijk is en keihard wil veranderen zonder daarbij op z'n mensen te letten. De directie zit in een enorme worsteling, men mag ons niet afschilderen alsof het ons allemaal geen barst kan schelen wat er bij dit bedrijf gaande is. We zijn een dienstverlener met een warm hart voor personeel en klant.
Dat geldt overigens voor álle geledingen, dat warme hart is spooreigen. Door de bank genomen is NS een heel loyale, trouwe gemeenschap. Natuurlijk zijn er mensen die de onrust van de afgelopen periode niet al te oprecht gebruikten, maar 99 procent van de mensen heeft een groot gevoel voor NS. Dat sommigen zich in de voorbije maanden heel fel uitten, dat mág. Want het veranderingsproces waarin we zitten, is voor iedereen moeilijk. De oude manier van leven moet ingrijpend anders. Met elkaar hebben we ook nog eens de pech dat die verandering plaatsgrijpt in tijden van onzekerheid over bijvoorbeeld de hsl-zuid en de aanbesteding van regionale lijnen waar we als bedrijf tegenaan lopen. Alles bij elkaar is het voor veel mensen een bar lastige ervaring, bedreigend voor hun toekomst. En vergeet niet de agressie die ons rijdend personeel dagelijks over zich heen krijgt. Afschuwelijk."
Inmiddels zeggen ook leidinggevende NS'ers hardop dat het bedrijf diverse steken liet vallen, dus mede schuldig is aan de huidige malaise.
"Ik zeg niet dat er geen fouten zijn gemaakt. Bedenk echter dat een deel van de huidige problemen is terug te voeren op beslissingen die tien jaar eerder zijn genomen, maar waarvan de gevolgen nu extra zwaar voelbaar zijn. Niet in de laatste plaats voor onze klanten. De problemen van vandaag waren niet allemaal te voorzien, althans niet in die mate. Zo helder en intens als de zaken dit laatste jaar werden, waren ze nooit eerder. Dat onze basiskwaliteit afneemt in plaats van dat de beoogde verbetering doorzet, is voor een groot deel een samenloop van omstandigheden."
"Haperende onderdelenleverantie, een krappe arbeidsmarkt, de gevolgen van de financiële krapte van vóór de verzelfstandiging, al die dingen wegen mee. In het begin van de jaren negentig ging het slecht met de spoorwegen in het algemeen en ook met NS. De prijs van het kaartje steeg jaarlijks met 6 procent, de overheidssubsidie was 450 miljoen gulden per jaar, en nóg leed het bedrijf verlies. Pas vanaf 1998 kregen we een klein beetje zicht op wat financiële vastigheid onder de voeten. De consequenties van grote investeringen in materieel en infrastructuur -vele miljarden guldens- worden pas de komende jaren duidelijk, ook al namen we die beslissingen al in 1998 en 1999.
De bedragen voor infrastructuur waren lange tijd relatief klein. We rijden op een vol en daardoor extra kwetsbaar net. De staat van onderhoud laat te wensen over. Sein- en wisselstoringen zijn aan de orde van de dag, maar zijn niet onze verantwoordelijkheid, de infrastructuur is inmiddels een overheidstaak. Ook daar doet iedereen z'n stinkende best om de zaken op orde te krijgen, maar dat krijg je niet van vandaag op morgen voor elkaar. Het grote geld was lang gereserveerd voor Betuweroute en hsl-zuid. Pas sinds 1996 is er sprake van lichte reizigersgroei. De groei van nu voorzag niemand."
Niet alles is te schuiven op een samenloop van omstandigheden.
"Achteraf is het makkelijk constateren dat het allemaal heel anders had gemoeten. Pas de laatste jaren is er helderheid over de plaats van het openbaar vervoer in de samenleving. De minister geeft zo langzamerhand duidelijkheid over haar plannen met het stadsgewestelijk en regionaal vervoer. Toen die klaarheid eenmaal kwam, bestelden we onmiddellijk materieel. In 1996 kon dat echt niet, er was toen nog een overschot aan treinstellen."
Voorzag u de huidige crisis toen u aantrad als president-directeur?
"Van een aantal problemen wist ik, van een ander deel niet. Maar het is net als in de sport: Je merkt pas echt wat een organisatie waard is als er volle druk op komt te staan. Dat is het laatste jaar het geval. Nu moeten de beslissingen vallen om eruit te komen. Soms duurt het ons ook te lang voordat er enig resultaat zichtbaar is, net als de politiek dat vindt, maar we moeten ook reëel zijn. Een cultuuromslag heeft z'n tijd nodig."
Professor Peeters bracht z'n advies uit, alle partijen zijn optimistisch, de NS-directie zegt erover te zullen nadenken. Waarom zo terughoudend?
"Ook wij willen graag volle kracht vooruit. Toch moet je zulke adviezen eerst rustig beoordelen, want er liggen er meer, en per saldo kunnen die ook weer vertraging opleveren. Vandaag is het zaak alle zeilen bij te zetten. Om service en punctualiteit op te vijzelen, al is het met kleine stapjes. Ik maak mij zorgen over de resterende energie van de organisatie, maar vind ook dat we elkaar niet de put in moeten praten. In z'n kern heeft dit bedrijf veel mogelijkheden, is het bijzonder sterk. De druk van buiten is echter ook heel groot. We hebben nog maar heel weinig manoeuvreerruimte."
Zijn media en politiek in uw ogen mede debet aan de neerwaartse spiraal?
"Ik koester geen wrok tegen de media, dat zou niets helpen. Ook de politiek heeft haar eigen verantwoordelijkheid, haar eigen sentimenten. Dat maakt het niet makkelijker, wel boeiend. Ik mopper nooit langer dan een halfuur, en kan een volgende keer altijd weer vrolijk praten met een journalist of kamerlid. Ik schijn heel taai over te komen, maar ben altijd bereid de reden van het ongemak bij mezelf te zoeken. Dat is sowieso verstandig in het leven. Wij doen ook wel eens dingen waarvan we achteraf zeggen dat ze beter konden. De NS-gemeenschap moet de huidige problemen echter zelf oplossen. Daar kan geen minister of Tweede Kamer, daar kan niemand ons uiteindelijk bij helpen."
Huisinga moet weg, klinkt het van diverse kanten. Redelijke optie?
"Het is terecht dat ze mij verantwoordelijk stellen. Hij lost het op of hij gaat weg. De vraag is echter of het iets oplost als ik morgen zou weggaan. Een opvolger heeft niet veel méér manoeuvreerruimte, geen mogelijkheden om dingen echt anders te doen. Ik vind zelf ook dat er, als het evident duidelijk ligt dat de problemen niet worden opgelost omdat ik er zit, een ander moet komen. Daarvan is nu echter geen sprake. De raad van commissarissen staat vierkant achter het hardwerkende directieteam dat er oprecht naar verlangt door deze moeilijke fase heen te komen. Dat het van vandaag op morgen niet lukt, is duidelijk, maar we kómen eruit."
Het liefst zonder hulp, bijvoorbeeld van Peeters.
"Iedereen die kán helpen, móét helpen, maar aan het einde van de dag zul je het toch weer als NS'ers met elkaar moeten rooien. Ik sluit geen enkele hulp uit. De suggestie dat media en Kamer een radiostilte in acht moeten nemen om NS rust te gunnen, is aardig maar ondenkbaar. We zouden ontwenningsverschijnselen krijgen. Zonder gekheid: ik denk dat we voor het eerst in de NS-historie zó hard en fundamenteel tegen elkaar zijn aangelopen. Ook de vakbonden hebben het bar moeilijk met hun posities. Soms moet je elkaar heel basaal de vraag stellen: Wat willen we met elkaar? De afgelopen periode deed veel mensen pijn. Toch moeten we samen verder. Dat weet iedereen."
Is het dieptepunt inmiddels gepasseerd of komt er nog meer?
"Het is gevaarlijk om daar iets op te zeggen. De onderwerpen zijn inmiddels duidelijk, de vraag is welke oplossingsmethode gehanteerd gaat worden. Daar willen wij nu heel snel met de ondernemingsraad over praten, omdat de situatie toch echt heel zorgelijk is. Dat er nog anderhalf jaar ellende wacht, was geen laconieke mededeling van mij, het was trouwens ook absoluut geen nieuws. Het was nog eens het uitspreken van een zorg en het zoeken naar een mogelijkheid om daar iets aan te doen."
Oplossingsmethode, dat is managerstaal. Wat koopt de reiziger daarvoor?
"Ik beloof even niks, want onze beloften blijken telkens moeilijk waar te maken. Eerlijk gezegd blijven we voorlopig nog heel sterk afhankelijk van de infrastructuur. Op veel momenten kunnen dingen fout uitpakken. Er zijn echter zó veel investeringen onderweg dat we eruit móéten komen. Er zal ook nog heel veel energie nodig zijn om het arbeidsconflict, het fundamentele gebrek aan vertrouwen, uit de wereld te helpen. Na de zomer verwacht ik weer wat ruimte en extra energie. Aan vage beloften heeft de klant niets, dat besef ik ook. Alleen het resultaat telt, dat moet beter. Uiteindelijk hebben we geen enkel excuus. Ik kan me niet verstoppen, verdedigen heeft geen zin. Maar ik kan het ook niet in m'n eentje oplossen."
U noemde uzelf bij een eerdere gelegenheid een gelovig mens. Put u in de dagelijkse NS-problemen kracht uit uw geloof?
"Ik ben katholiek opgevoed in het noorden, ben dus geen zuidelijke raskatholiek, meer oecumenisch ingesteld. Het geloofselement spreekt me aan, dat komt regelmatig boven, en het helpt me. Er is meer in dit leven dan het zichtbare en het tastbare. Dat troost, net als de wetenschap dat er een hiernamaals is. In de realiteit van elke dag schiet ik daar niet in door." Als Huisinga, aan het eind van het gesprek, een opdracht schrijft in een exemplaar van het herinneringsboek met de gedichten en schilderijen van zijn jonggestorven broer dat hij vier jaar geleden liet maken, denkt hij diep na. Hij fronst en piekert. Dan komt het toch. "Een vraaggesprek in mijn eigen omgeving is als het geven van vertrouwen. Vertrouwd worden is op dit moment wellicht de grootste uitdaging in mijn carrière."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 2001
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 2001
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's