Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lang leve de Eerste Kamer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lang leve de Eerste Kamer

Huidige Senaat steekt fel af tegen oorspronkelijke bedoeling

5 minuten leestijd

Een reportage in NRC Handelsblad maakte een week geleden duidelijk dat er met de Eerste Kamer veel mis is. Bezinning op de bestaansreden van de Senaat zou een heilzame uitwerking kunnen hebben, meer dan allerlei voorstellen om te rommelen aan de grondwettelijke bevoegdheden van de "kamer van reflectie" die de Eerste Kamer zou moeten zijn.

De ene uitspraak was nog ontluisterender dan de andere. Er was een senator die de Eerste Kamer vergeleek met een "Jellinek-kliniek voor aan lager wal geraakte politiek verslaafden." Het is immers zo dat veel politieke oudgedienden de groene bankjes in de mooiste vergaderzaal van Nederland bezet houden omdat zij van het Binnenhof maar geen afscheid kunnen nemen. Een andere senator zei overtuigd te zijn van de overbodigheid van zijn werk. "Als je iets geheim wilt houden, moet je het hardop in de Eerste Kamer roepen." Aan het slot van de reportage in het NRC van afgelopen zaterdag verwachtte je als uitsmijter nog een citaat uit de mond van een ervaren senator, die er zijn leedwezen over uitsprak dat die harde bankjes nog niet door schommelstoelen waren vervangen.

Fracties die geen deel uitmaken van de coalitie hekelden vooral de huidige werkwijze van de Senaat. Het monisme dat de Tweede Kamer al zoveel jaren in zijn macht heeft, krijgt ook greep op "de overkant". SGP-senator Holdijk stelt vast dat de coalitie "op essentiële momenten" om politieke redenen voor wetsvoorstellen heeft gestemd waartegen de inhoudelijke bezwaren vernietigend waren. CDA-senator Van Gennip hoort de regeringspartijen in de wandelgangen hele andere dingen zeggen dan in de vergaderzaal. Hij noemt dat een schande voor de Eerste Kamer.

Bestaansrecht

En dat is het ook. Want een Eerste Kamer is er niet voor niets. Wie zich daarvan wil overtuigen, zou kennis kunnen nemen van de beraadslagingen die aan de instelling van de Eerste Kamer als adelskamer, in 1815, zijn voorafgegaan. Daaruit blijkt dat het bestaan van een Senaat naast een volksvertegenwoordiging diepe historische en rechtsfilosofische wortels heeft. Maar haast niemand kent die achtergrond nog, zeker de huidige senatoren niet. En daarom functioneert de Eerste Kamer tegenwoordig zo slecht dat het pleidooi voor haar afschaffing alleen maar luider wordt. Maar het is natuurlijk veel beter aan de historische achtergronden te herinneren, in de hoop dat zich ooit enig herstel zal aftekenen.

Het bestaansrecht van een Senaat berust grofweg op twee overwegingen.

Een Eerste Kamer dient in het staatsbestel de belichaming te zijn van de wijsheid en de ervaring. Die rol is in handen van een elite, niet omdat die elite rijker is, maar omdat die elite in de situatie is geweest zich moreel en intellectueel te vormen. In de politieke geschriften van klassieke auteurs als Aristoteles, Polybius en Cicero vinden we pleidooien voor een bestel waarin monarchie, aristocratie en democratie in een mengvorm aanwezig zijn. De koning, of de regering, vertegenwoordigt de macht en een huis van afgevaardigden de invloed en instemming van het volk (om tirannie te voorkomen). Maar met die twee instellingen was het staatsbestel nog niet in balans, was het algemene gevoelen. Er moest ook een kamer van reflectie zijn, waarin over de kwaliteit van de wetgeving werd gewaakt. (Men leze G. J. D. Aalders en Jacqueline de Romilly.)

Correctief

Daarbij gaat het dus niet om de invloed en de belangen van het volk op de korte termijn (daarvoor hebben we de Tweede Kamer), maar om de weg die naar de toekomst wordt ingeslagen. Het gaat daarbij, met andere woorden, om bezinning op de waarden en normen die aan wetsvoorstellen ten grondslag liggen en daaraan uiting geven.

En dat is misschien wel het grootste euvel van het politieke debat van tegenwoordig: reflectie op waarden en normen wordt niet mogelijk geacht, omdat die per definitie subjectief en irrationeel zijn. Opvattingen die op waarden en normen gebaseerd zijn, worden in de Tweede Kamer ingebracht, het conflict tussen die opvattingen wordt daar uitgevochten -waarbij de opvatting die de meeste stemmen achter zich krijgt, de beste is- en vervol gens wordt de wetgeving waarin die opvatting haar neerslag vindt, door overheid en ambtenaren uitgevoerd. Voor verdere reflectie is principieel geen ruimte. Wat dan overblijft, is dat het parlement niet meer is dan de doorgever en de regering niet meer dan de uitvoerder van de volkswil. En zo'n vorm van democratie -zo wist men vroeger nog- ontaardt net zo gemakkelijk in een tirannie als een monarchie.

Naast die behoefte aan wijsheid, ervaring en een onafhankelijk oordeel als correctief op de pure volkswil, was, en is, er de behoefte aan regionale spreiding. Het is geen toeval dat de leden van de Eerste Kamer door de Provinciale Staten worden gekozen.

Platteland

Daarbij krijgen dunbevolkte staten of provincies disproportioneel veel invloed ten opzichte van de dichtbevolkte staten. Deze overweging -die sinds Bush vooral bekend is uit het Amerikaanse kiesstelsel- is gebaseerd op de overtuiging dat het platteland bescherming verdient ten opzichte van de stad. Wanneer dichtbevolkte staten domineren, dreigen scenario's als in Baskenland of Noord-Ierland. Daar komt nog bij dat de plattelandsbevolking altijd deugdzamer is ingeschat dan de stedelingen, die in een omgeving wonen en werkzaam zijn waar het kwaad verleidelijker aanwezig is dan in de dorpen. Tot slot is deze regionale spreiding -die tot andere verhoudingen leidt dan bij directere vormen van representatie- ook bedoeld als correctief op de tirannie van de meerderheid, zoals die in een volksvertegenwoordiging gemakkelijk gestalte krijgt.

Dit zijn oude noties en overwegingen die ten grondslag liggen aan het ontstaan van een instituut als de Eerste Kamer, maar waarvan de bevolkers van die Kamer blijkbaar geen weet meer hebben. De huidige bewoners lijken in toenemende mate de mensen die via hun goede netwerken nog een paar jaar van hun status als landelijk politicus mogen genieten en in de rust van die Kamer kunnen afkicken van hun verslaving daaraan. Wanneer zij zich weer zouden realiseren waarom de Senaat er eigenlijk is en hoe zij als gevolg daarvan hun werk zouden moeten doen, zou aan de ontluistering zoals die in de NRC-reportage naar voren komt, snel een einde komen. En zo'n vernieuwing van binnenuit zal heilzamer blijken dan alle voorstellen tot aanpassing van de bevoegdheden van de Senaat, want dat is toch niet meer dan het veranderen van structuren. En dat helpt niets, zolang dezelfde soort mensen binnen die structuren blijft functioneren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 juni 2001

Reformatorisch Dagblad | 44 Pagina's

Lang leve de Eerste Kamer

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 juni 2001

Reformatorisch Dagblad | 44 Pagina's