Een halve eeuw tv
Deze week was het precies een halve eeuw geleden dat in Nederland de eerste publieke tv-uitzending plaatshad. Sindsdien heeft de tv ons land veroverd, zoals ook elders ter wereld de televisie uit het menselijk leven niet meer weg te denken is. Zelfs onder de meest armoedige omstandigheden zoeken mensen daar hun vermaak. Al leeft men in een krot, een televisietoestel moet men hebben.
De opkomst van de tv, aanvankelijk met een beperkte programmakeuze, was uiteraard van grote invloed op de vrijetijdsbesteding van mensen. Het lezen van boeken en kranten kwam onder druk te staan. De tv beïnvloedde het taalgebruik, maar ook de publieke moraal.
De verzuilde opzet van de Nederlandse radio-omroep werd destijds zonder veel discussie doorgetrokken naar de televisie. Het open karakter van het medium leidde er echter toe dat mensen zich niet tot de programma's van de eigen omroep beperkten.
Inmiddels loopt het verzuilde omroepbestel op z'n laatste benen en hebben de commerciële zenders een groot marktaandeel veroverd. Seks en geweld vormen het hoofdbestanddeel van een massaal aanbod van goedkoop amusement. Hoe meer kijkers men trekt, des te aantrekkelijker het wordt voor adverteerders, en des te meer inkomsten.
Merkwaardig genoeg is de afkalving van het zedelijke peil van de aangeboden programma's gepaard gegaan met een voortgaande penetratie van de televisie in de gereformeerde gezindte. Daar waar men vroeger z'n bedenkingen had tegen de schadelijke invloed van de televisie is men veelal overstag gegaan. En dat terwijl er thans nog veel meer redenen zijn dan dertig of veertig jaar geleden om de tv af te wijzen.
De komst van de EO heeft wat dat betreft drempelverlagend gewerkt. Maar ook van veel EO-leden geldt dat zij via het scherm op grote schaal van alles tot zich nemen wat haaks staat op de bijbelse normen en waarden. Alleen in die kerken waar men de tv integraal heeft afgewezen (en veelal ook z'n bedenkingen had tegen de EO) is men er tot dusver in geslaagd de drempel hoog te houden.
Van die afwijzende houding ten opzichte van de televisie hoeft men tot op heden geen spijt te hebben. De tv is de afgelopen jaren een belangrijke factor geweest in de ontkerstening van ons land en de verwereldlijking van de kerken. Over de mate waarin kan men nog enigszins van mening verschillen, maar dat die negatieve invloed er geweest is, is volstrekt duidelijk.
Het oude spreekwoord: "Waar je mee omgaat, word je mee besmet", geldt uiteraard ook ten aanzien van de tv. Wie zich voortdurend vermaakt bij programma's waarin zo ongeveer alles wat in de Bijbel als zonde wordt getekend als normaal of zelfs als aantrekkelijk wordt voorgesteld, moet zich niet verbazen wanneer hij daardoor in zijn denken en doen diepgaand wordt beïnvloedt. Om het met een bijbeltekst (Spreuken 6:27) te zeggen: "Zal iemand vuur in zijn boezem nemen, dat zijn klederen niet verbrand worden?"
De tv maakt van de wereld een dorp. Zij brengt de wereld in huis. Zeker ook in de negatieve betekenis van het woord. Werd vroeger in de brede gereformeerde gezindte bioscoopbezoek afgewezen, door de tv werd de woonkamer een bioscoop.
Nu worden ook buiten de reformatorische kring wel kritische geluiden gehoord over de tv. Behalve dat de beeldcultuur het lezen dreigt te verdringen, is er ook een reële bezorgdheid over de negatieve invloed van de vele geweldsprogramma's. Maar concrete maatregelen die werkelijk iets voorstellen, zijn tot dusver uitgebleven.
De eerste tv-uitzending in Nederland werd geopend door de latere premier Cals, toen staatssecretaris van Onderwijs. In zijn woorden klonk een duidelijke beduchtheid door over de gevaren. Zijn wens was dat "dit nieuwe medium, onder Gods onmisbare zegen, voor het culturele leven van ons volk een belangrijke bijdrage ten goede" zou leveren.
Opmerkelijke woorden. Kennelijk durfde een staatssecretaris in een officiële toespraak toen nog te spreken over Gods onmisbare zegen. Ook opmerkelijk dat bij deze katholieke politicus sprake was van bezorgdheid over de maatschappelijke effecten van de televisie. Na een halve eeuw kunnen we alleen maar zeggen dat hij meer gelijk gekregen heeft dan hij ooit gedacht had.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 oktober 2001
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 oktober 2001
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's