Gewogen

"Dit nu is het schrift, dat daar getekend is: Mené, Mené, Tekel, Upharsin."

Daniël 5:25

Het is een grote lankmoedigheid en goedertierenheid van de Heere dat Hij het dikwijls eerst bekendmaakt eer Zijn opgeheven wrekende hand de laatste dodelijke slag geeft aan een goddeloze zondaar. Mogelijk dat zij zich zullen bekeren als zij gewaarschuwd zijn, zoals de inwoners van Ninevé door de profeet Jona. Indien zij zich niet bekeren, zoals de eerste wereld en de stad Jeruzalem, wanneer ze onverbeterlijk blijven, zullen ze niets ter verontschuldiging in kunnen brengen.

God wilde niet alleen Belsazars doodvonnis met die vingers op schrift stellen, maar Hij wilde dit ook mondeling doen door Zijn knecht Daniël. In hem was de Geest van God. Daarna spreekt Daniël de woorden van het geschrift. Mené, Tekel: God heeft geteld, Hij heeft gewogen; Upharsin: en zij verdelen.

De woorden zijn kort en weinig, maar van een diepgaande zin en ruime betekenis. God heeft de zonden van Belsazar geteld. Hij heeft nauw acht gegeven op al de handelingen. De maat was vol geworden. Ook Babels gruwelen waren geteld. Hij heeft Belsazars dagen geteld. Ja, zijn laatste dag was gekomen, want in die nacht werd Belsazar gedood.

Carolus Tuinman,

predikant te Middelburg

(Keurstoffen, 1761)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.