Een geleerd en beproefd leermeester
David Knibbe verzette zich tegen remonstranten, maar ook tegen gezelschappen
M. Leydekker, de opvolger van G. Voetius aan de academie van Utrecht, noemde David Knibbe een "meester" die op het spoor van J. Hoornbeeck zijn werk heeft uitgebouwd. Een van de leerlingen van Knibbe was de bekende A. Hellenbroek, die ook met lovende woorden sprak in zijn gedicht op zijn leermeester. Grote bekendheid kreeg Knibbe als prediker, kenner van exegese (bijbeluitleg) en homiletiek (predikkunde), en als catecheet. Als polemicus verdedigde hij de ware, bijbelgetrouwe en gereformeerde leer naar Schrift en belijdenis. Niet minder dan vijftien werken heeft hij op zijn naam staan. Het productieve leven en het werk van ds. Knibbe bevatten tot op vandaag een belangrijke en actuele boodschap.
In Middelburg wordt, uit een van oorsprong Vlaams geslacht, op 13 juli 1639 David Knibbe geboren. Hij is een zoon van David Knibbe en Petronella Radermacher. Over de jonge jaren van David Knibbe is ten aanzien van zijn afkomst, opvoeding en studie bij de bekende en gangbare biografische lexica nauwelijks iets met zekerheid te zeggen. Eigen archiefonderzoek heeft ons echter geleerd dat overgrootvader Johannes Knibbe uit Brussel kwam en dat hij met zijn gezin moest vluchten omdat hij het reformatorische geloof aanhing. De overgang van het rooms-katholieke geloof naar de Reformatie betekende voor het gezin dat het al vrij spoedig moest uitwijken naar de noordelijke Nederlanden.
Van huis uit waren de Knibbes goudsmeden van beroep. In Brussel en Antwerpen woonden ze in de rijkste en voornaamste wijken. Ook bezaten ze veel goederen. Toen deze steden echter weer in Spaans, en dus rooms-katholiek, bezit kwamen, moest de familie Knibbe vanwege haar reformatorische geloof naar Zeeland vluchten.
Hoornbeeck
In 1653 laat David Knibbe zich als 14-jarige inschrijven aan het gymnasium van zijn vaderstad Middelburg. In 1659 komen we hem tegen als twintigjarige student in de presentielijsten van de beroemde Leidse Hogeschool, het Staten-College. Hier in Leiden gaat hij ter kerke bij Hoornbeeck en De Witte. In hun spoor ontwikkelt hij zich verder. De catechese van De Witte en de polemiek van Hoornbeeck vormen de basis waarop naderhand verder gebouwd zal worden.
Op 23-jarige leeftijd is David Knibbe reeds beroepbaar, maar vanwege een overvloed van afgestudeerde theologen moest men soms wel enkele jaren wachten op een beroep. Na negen maanden krijgt hij een beroep en in 1663 wordt hij bevestigd in zijn eerste gemeente Barsingerhorn, een dorp ten noorden van Alkmaar. Ook Noordwijk, waar hij zijn eerste preekbeurt had gekregen, had plannen om Knibbe te beroepen, Maar het was te laat. Knibbe had het beroep naar Barsingerhorn aangenomen.
Van de classis Alkmaar krijgt Knibbe een extra aantekening voor zijn gehouden classicale preek: hij steekt boven de andere kandidaten uit door zijn vaardigheid in zijn exegese en zijn preekkunst. In 1667 krijgt hij een beroep naar zijn tweede gemeente, Purmerend, waar hij maar een jaar blijft omdat hij op 29 juli 1668 in zijn derde gemeente Leiden wordt bevestigd.
In Leiden is het ook dat hij, na zeven jaar ongehuwd predikant geweest te zijn, tot een huwelijk komt. In 1670 trouwt hij met Magdalena Vergenst, die uit Leiden afkomstig is.
Inzet
In Leiden komt Knibbe tot volle ontplooiing en tot volle inzet voor het werk in de kerk. Vooral de prediking, de exegese en de catechese hebben zijn volle aandacht. In 1671 wordt hij beroepen door Amsterdam, maar hij meent daarvoor te moeten bedanken. In Leiden beginnen nu publicaties van zijn hand te verschijnen die getuigen van zijn voortgezette, diepgravende studie op exegetisch, homiletisch en catechetisch gebied. Zijn naam word bekend.
Daarnaast geeft Knibbe in zijn pastorie lessen in de homiletiek (de kunst van het leren preken) aan de aanstaande predikanten die in Leiden hun studie volgen. Deze studenten volgden hun studie aan het beroemde Staten-College. Knibbe heeft daaraan nooit gedoceerd of examens afgenomen, hij beperkte zich tot de lessen in de pastorie. Wel is hij enkele keren op de voordracht geplaatst voor de benoeming van regent van dit Staten-College. Een keer met J. Trigland en later met H. Witsius.
Hoogstwaarschijnlijk had Knibbe bezwaren tegen de benoeming vanwege zijn afkomst. Ook speelde het bezwaar de preekstoel te moeten verlaten een belangrijke rol. Ditzelfde bezwaar zal later ook zijn oudste en gelijknamige zoon hebben, als ook deze voor zo'n benoeming wordt voorgedragen. Evenwel heeft Knibbe met zijn preken en geschriften veel invloed uitgeoefend op de theologiestudenten, die vaak en graag onder zijn gehoor zaten.
Beproefd
David Knibbe was een van de begaafdste predikers, zowel in zijn voordracht als in zijn overdracht. Duidelijk blijkt daarin zijn verwondering over en aanbidding van de "Drie-eenheyd Gods." Met eerbied en ontzag voor de levende God predikte hij het Woord met kracht en volmacht namens Hem.
Als gezant en ambassadeur van Christus, de Koning der koningen, had hij een zeer hoge ambtsopvatting. En dit is een eerste vereiste voor iedere verkondiger van Gods Woord. Dat mogen we niet onderschatten, maar dat moeten we ook niet overschatten, want dan ligt het gevaar van scheefgroei snel op de loer.
De meeste bekendheid verwierf David Knibbe met zijn homiletisch en catechetisch werk. In de eerste plaats noemen we zijn homiletisch werk. Niet alleen omdat hij in zijn pastorie lessen gaf aan de studenten in preekkunde, maar ook vanwege zijn "preek-order" achter in zijn verklaring op de Heidelbergse Catechismus. De meeste rechtzinnige predikanten onder de voetianen volgden deze "preek-order". In al ons preken gaat het allereerst om eerbied en ontzag voor de levende God van hemel en aarde en het gaat om verwondering en aanbidding van Christus als de Gekruisigde en Opgestane. En wij predikers zijn afhankelijk van de Heilige Geest, want zonder de verlichting van Gods Geest blijft het allemaal mensenwerk en daarmee blijft het stukwerk. Maar dit neemt niet weg dat een goede voorbereiding noodzakelijk is.
In normale omstandigheden werkt Gods Geest door de middelen van studie, groei en ontwikkeling. Zo dacht Knibbe er ook over en daarom schreef hij zijn "preek-order". Hierin gaat het om de zeven belangrijkste aspecten voor een goede en bijbelgetrouwe preek: 1. Inleiding, 2. Samenhang, 3. Tekstinhoud, 4. Tekstverdeling met tekstdelen, 5. Uitwerking vanuit de grondtekst, 6. Weerlegging van de tegenstanders van de gereformeerde leer, 7. Toe-eigeningen.
Deze zeven aspecten zijn dan verder weer onderverdeeld en uitgebreid met toepasselijke nevenaspecten. Zo wilde hij de kerk dienen met een handleiding voor studenten, jonge predikanten en ook de ambtsdragers en de gemeenteleden. De intentie is een duidelijk en onderscheiden begrip te hebben voor een preek, om die in het hart te kunnen bewaren en godzalig te beleven.
Kort Begrip
Knibbe heeft in totaal niet minder dan vijftien publicaties het licht doen zien. Dat is voor zijn tijd een behoorlijk aantal. Hij steekt ermee uit boven het gemiddelde van wat in zijn dagen door collega-predikanten en theologen werd gepubliceerd. Daarbij komt dat diverse werken van Knibbe werden herdrukt.
Zijn catechetische publicaties hebben de meeste herdrukken gekregen, hetgeen betekent dat Knibbe met name als catecheet bekendheid heeft gekregen. Omstreeks 1685 is waarschijnlijk zijn eerste catechetisch werk, het "Kort Begrip", uitgegeven. In elk geval verscheen twee jaar later daarvan al de derde druk. Deze herdrukken zijn daarna nog lang doorgegaan, tot ten slotte in 1771 de 24e druk verscheen. Zoveel herdrukken van een catechetisch werk wist alleen Knibbes leerling A. Hellenbroek te overtreffen, die met zijn dus nog bekender werk over het Kort Begrip wel tot bijna vijftig herdrukken kwam, tot in onze eeuw.
Een tweede werk dat opvalt door de aanzienlijke hoeveelheid herdrukken, is zijn andere catechetisch werk: "De Leere der Gereformeerde Kerk", zijn grote interpretatie van de Heidelbergse Catechismus. In 1751 verscheen er nog een achtste druk, en gezien de omvang van dit werk, 900 pagina's in groot formaat, mag dat beslist een groot aantal genoemd worden en kunnen we eruit afleiden dat ook dit werk grote invloed uitgeoefend moet hebben. Bovendien bevatte dit boek de "preek-order".
Het is dus vooral Knibbes catechetisch oeuvre geweest dat de belangstelling van een groter publiek heeft getrokken. Dat is nog te meer opmerkelijk als we bedenken dat het in dezen toch waarlijk niet aan, zeg maar, 'concurrentie' ontbrak.
Maar ook zijn exegetisch-homiletisch werk heeft de aandacht getrokken. We denken nu aan de vertalingen in het Duits van "Het Oordeel Gods" en zijn beide verklaringen van de Efeze- en Kolossensenbrief. Knibbes invloed heeft zich dus zelfs tot over 's lands grenzen uitgebreid.
Wat is Knibbes visie op de vervulling van de heilsbeloften aan Israël gedaan, bijvoorbeeld ten aanzien van de terugkeer naar het land Kanaän? Hij haalt deze beloften wel aan, maar hij plaatst er telkens teksten tegenover die het tegendeel lijken te bewijzen. Zijn uiteindelijke conclusie ten aanzien van de toekomst van Israël, de kerk en een eventueel duizendjarig rijk luidt: "Hiervan seggen wij dat het seer heerlijke dingen sijn/maar die meer te wensen als te hopen sijn; omdat wij daarvan geen overtuygende argumenten of klaare voorzeggingen in de Heylige Schriftuure en vinden."
Dat houdt in dat voor Knibbe van een herstel van de Joodse natie geen sprake was geweest, zodat de beloften daaromtrent geestelijk verstaan dienen te worden. Hierin was de Leidse voetiaan een kind van zijn tijd.
Invloed van Knibbe
In zijn polemisch getoonzette werken verzet hij zich tegen de gezelschappen. Daar denkt Knibbe te kerkelijk voor. Ook tegen remonstranten, doopsgezinden, rooms-katholieken en luthersen verzet hij zich in zijn werk regelmatig. Dat brengt ons tot de conclusie dat Knibbe vooral in de officiële Gereformeerde Kerk, binnen de orthodox-voetiaanse stroming, zijn invloed moet hebben gehad. En wat Duitsland betreft, denken we aan het kerkelijk piëtisme.
Tot op vandaag de dag bestaat er onder hen die zich op de Nadere Reformatie willen oriënteren, nog steeds bekendheid met het werk van Knibbe. Het betreft dan vooral zijn catechismusverklaring. In verschillende kringen van de gereformeerde gezindte wordt die nog altijd gelezen. Tot op vandaag spreekt David Knibbe nog nadat hij is gestorven tot ons met zijn belangrijke en actuele boodschap van Gods Woord.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 mei 2002
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 mei 2002
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's