Een berg archiefmateriaal
Ondanks talloze publicaties over de Tweede Wereldoorlog is nog lang niet alles bekend over deze periode uit de geschiedenis. Door de val van de Muur is er in Oost-Europa veel archiefmateriaal vrijgekomen. "Dat gaat echt om kilometers archief. Het onderzoek daarvan is amper begonnen, maar heeft nu al nieuwe gezichtspunten opgeleverd", aldus dr. Houwink ten Cate.
Zelf is Houwink ten Cate geïnteresseerd in de vraag waarom er zo veel Nederlandse Joden naar Sobibor zijn gebracht. "Dat was namelijk niet de regel. Er gingen heel weinig West-Europese Joden naar Sobibor. Het is gebouwd als onderdeel voor de verdelging van het Poolse Jodendom. Sobibor is dus niet een kamp als Auschwitz, waar Joden uit allerlei landen naartoe werden gebracht. In tegenstelling tot Sobibor, waar alleen doden werden gefabriceerd, werd in Auschwitz ook vernietiging door tewerkstelling onder onmenselijke omstandigheden in praktijk gebracht. Daardoor kende Sobibor nog minder overlevenden dan Auschwitz. Waarom zijn er dan 34.313 Nederlandse Joden uit Westerbork naar Sobibor vervoerd, van wie er slechts negentien zijn teruggekeerd? Het antwoord ligt ergens in Polen. Ik dacht te weten waar, maar heb het niet gevonden."
Door onderzoek van het vrijgekomen archiefmateriaal verandert de visie op de holocaust. De NIOD-onderzoeker: "Vroeger hadden we het beeld van een hypergecentraliseerde shoah. De gangbare gedachte was dat Hitler en Himmler opdracht hadden gegeven voor de moord op de Joden en daarna gebeurde het. Door de sociale wetenschap en auteurs zoals Raul Hilberg zijn we de shoah als een maatschappelijk proces gaan zien dat begint bij het stigmatiseren van Joden als minderheid en dat via stappen als segregatie en arisering en markering in de letterlijke zin via een davidster leidt tot deportatie."
"Op grond van nieuw archiefmateriaal proberen we de precieze uitvoering van de shoah helder te krijgen: hoe zit het met de transporten? Door wie werden Joden opgehaald? Wat voor mensen waren daarbij betrokken? Kortom, wat was de logistiek van het proces?"
Om een voorbeeld te geven van wat de archieven kunnen opleveren, vertelt Houwink ten Cate over een ervaring die Hilberg in Oost-Europa opdeed. "Hij was geloof ik de eerste Amerikaan die naar het archief van L'vov in de toenmalige Sovjet-Unie mocht. Hij vroeg naar het archief van de gemeentelijke plantsoenendienst. Het eerste dossier dat hij opsloeg bevatte een brief van de kampcommandant van Janowska waarin hij vroeg om camouflage voor zijn kamp. Want wat doet een kampcommandant als hij zijn kamp wil camoufleren? Dan denkt hij na, hij vraagt eens links en rechts en dan zegt er iemand: "Waarom roep je de hulp van de plantsoenendienst niet in? Die weet waarschijnlijk wel raad." Nou, als je in het archief van de plantsoenendienst van L'vov al iets vindt over het kamp Janowska, dan kun je er zeker van zijn dat er nog heel veel informatie boven water komt. Misschien dat dan ook de vraag wordt opgehelderd waarom Nederlandse Joden naar Sobibor werden gebracht."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 mei 2002
Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 mei 2002
Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's