Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Woningnood in Suriname

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Woningnood in Suriname

Eenderde bevolking is tevergeefs op zoek naar een betaalbaar dak boven het hoofd

10 minuten leestijd

De lijst met woningzoekenden in Suriname vermeldt tussen de 30.000 en 40.000 namen. Uitgaande van een gemiddelde gezinsgrootte van vijf personen betekent dit dat eenderde van de circa 435.000 Surinamers op zoek is naar een behoorlijk dak boven het hoofd.

De overheid bouwt als gevolg van de financiële problemen en politiek gekonkel jaarlijks slechts enkele tientallen betaalbare woningen. Velen zijn het wachten beu en hebben huizen gekraakt of een stuk overheidsgrond bezet en daar zelf een eenvoudig onderkomen op neergezet. "We hebben geen andere keuze. Ik sta al twintig jaar op de wachtlijst zonder resultaat. Ondertussen moeten we wel toezien hoe politieke vrienden binnen de kortste keren aan een woning worden geholpen."

Mina Baldew heeft als alleenstaande moeder de zorg over zes kleine kinderen, van wie de jongste nauwelijks een jaar oud is. Tot een paar maanden geleden woonde ze bij familie. "Maar die situatie werd onhoudbaar. Ze wonen zelf met acht personen in een heel klein huis. Ik had drie van mijn kinderen ondergebracht bij mijn moeder, maar zij werd ziek en kon niet meer voor ze zorgen. Het was onmogelijk om ook die kinderen in huis te nemen."

Tientallen smeekbedes bij de verantwoordelijke instanties haalden niets uit. Ten einde raad kraakte de 41-jarige vrouw een onafgebouwde woning in het Sunny Point-project. Een overheidsproject dat nimmer werd afgebouwd. "Ik heb met mijn eigen geld een dak erop laten zetten en deuren aangebracht, want die zaten er niet in. Water en elektriciteit zijn er niet, maar het is nog altijd beter dan met mijn kinderen op straat te moeten leven."

Baldew is een van de duizenden krakers of illegale bewoners van percelen waar een huisje op is gezet. De overheid schiet ten aanzien van het bestrijden van de woningnood op alle fronten tekort. Maar ook in de zeldzame gevallen dat er wel huizen worden voltooid, is er van alles mis. Uit een rapport van de stichting Bouw en Exploitatie Woningen (BEW), die als opdrachtgever fungeert bij de bouw van huizen, blijkt dat de meeste aannemers er een potje van hebben gemaakt en ondeugdelijke huizen hebben opgeleverd.

De kwaliteit van de woningen laat veel te wensen over. Muren en vloeren zijn gescheurd, sommige woningen zijn verzakt omdat de fundering niet goed is, de gebruikte houtsoorten zijn van slechte kwaliteit en ook ten aanzien van het pleister- en schilderwerk valt het nodige aan te merken. Bovendien hebben veel aannemers aanmerkelijk meer ontvangen dan de daadwerkelijke bouwkosten bedroegen. En tot overmaat van ramp blijken sommige woningen op terreinen van derden te zijn gebouwd, waardoor er juridische problemen zijn ontstaan.

Baldew laat een van de drie slaapkamers in de door haar onrechtmatig toege ëigende woning zien. "Moet je zien hoe scheef die bedden staan. Als je een knikker op de vloer legt rolt deze heel snel de andere kant op. Ze hebben kennelijk geen waterpas gebruikt toen ze de vloeren aanlegden. En als je de kieren tussen de raamkozijnen en de muren ziet dan begrijp je dat als het een beetje regent, het water naar binnen komt."

Voornemens

Plannen liggen er genoeg om de woningnood aan te pakken. Maar het is vooral opvallend wat er op dit terrein allemaal niet wordt gerealiseerd. Alle goede voornemens ten spijt blijven noodzakelijke maatregelen ter verbetering van de levensomstandigheden uit. Sinds het aantreden van de regering-Venetiaan zegt minister Paul Somohardjo van Sociale Zaken en Volkshuisvesting doorlopend prioriteit te willen geven aan de bouw van woningen voor de minder draagkrachtigen. Maar tot op de dag van vandaag heeft Somohardjo nog geen steen laten leggen. Het enige huis dat is gebouwd, is geschonken door een fabrikant van geprefabriceerde woningen uit Trinidad en Tobago en kostte de Surinaamse staat dus geen cent.

De bewindsman reist de hele aardbol over om met "geïnteresseerde investeerders" te praten. Zo stak hij zijn licht op in tal van landen in het Verre Oosten, in Nederland en in de Caraïbische regio. Na iedere reis kwam hij met enthousiaste verhalen thuis over wie zich nu weer in de rij hebben geschaard om in Suriname te mogen bouwen. Om er vervolgens vooral over te zwijgen.

In Nederland zou de belangstelling eveneens groot zijn. De Rook-groep uit Vlaardingen is al jaren in onderhandeling met de Surinaamse overheid en slaagde er eind vorig jaar eindelijk in om een intentieverklaring te tekenen. Maar de financiering is een struikelblok. De Rabobank is wel bereid om te participeren, maar wil wel een garantiestelling van Nederland of van de Centrale Bank van Suriname (CBvS). Voorlopig liggen de ambitieuze plannen om een fabriek voor prefab-woningen op te zetten en minstens 2500 huizen per jaar te bouwen, in de ijskast.

Ook hebben drie Amsterdamse woningcoöperaties de handen ineengeslagen en plannen ontvouwd om in hoog tempo betaalbare woningen uit de grond te stampen. Dat was bijna een jaar geleden. Ook hier gooit de financiering roet in het eten. De stilte rondom dit project is angstaanjagend.

Recentelijk lekte uit dat de Surinaamse regering in het geheim onderhandelt met de Amerikaanse Hughes Trust Corporation over de bouw van eveneens minimaal 2500 woningen. Op zeer korte termijn wordt de ondertekening verwacht van een overeenkomst tussen de overheid en het in West Palm Beach (Florida) gevestigde bedrijf. De bouw van de woningen kost Suriname 42,5 miljoen dollar (circa 48 miljoen euro).

Ook hier staan buitenlandse banken staan niet in de rij om het project te financieren. CBvS heeft bij monde van bankpresident André Telting en minister van Financiën Humphrey Hildenberg toegezegd een bankgarantie te willen verlenen, maar dat is voor de Amerikanen, gezien de wankele financiële positie van Suriname, onvoldoende. Momenteel wordt via een Britse instelling gezocht naar alternatieve financieringsbronnen.

Het project omvat de bouw van 2500 woningen met elk een oppervlakte van 90 vierkante meter. Onduidelijk is nog waar de woningen moeten worden gebouwd en voor welke doelgroep ze zijn bestemd. Tegen de achtergrond van de afspraken die de Surinaamse overheid al heeft gemaakt met geïnteresseerde Nederlandse en andere ondernemingen en het feit dat de financiering in alle gevallen een schijnbaar onoverkomelijk probleem vormt, is het vreemd dat nu ook nog getracht wordt met een Amerikaans bedrijf in zee te gaan.

Evaluatie

Het probleem van een falend volkshuisvestingsbeleid is niet iets van de laatste tijd. Sinds de onafhankelijkheid van Suriname is er vrijwel geen project van de grond gekomen. Terwijl de lijst met woningzoekenden in hoog tempo langer werd, zaten de verantwoordelijke politici en ambtenaren met hun armen over elkaar.

Ook in het recente verleden zijn er tal van mooie programma's op papier gezet. In 1996 besloot de vorige regering van president Jules Wijdenbosch 2000 woningen per jaar te gaan bouwen. Er werden kostbare contracten afgesloten met vooral Chinese aannemers, maar doordat de overheid niet aan haar financiële verplichtingen voldeed, werden de werkzaamheden gestaakt. Een evaluatie van het woningbouwprogramma uit die periode leert dat van de 1625 huizen die in eerste instantie op jaarbasis zouden worden gebouwd er in werkelijkheid nog geen honderd sleutelklaar opgeleverd zijn.

Het ontbreken van een doelgericht beleid op het gebied van de volkshuisvesting is de belangrijkste oorzaak van de zich opstapelende problemen, zo menen deskundigen en wanhopige woningzoekenden. Maar eigenlijk is het vreemd dat minister Somohardjo er niet in slaagt om ook maar één huis te laten bouwen en er de voorkeur aan geeft om in het buitenland te gaan shoppen. Met 14 miljoen hectare regenwoud, ruim 80 procent van het totale landoppervlak, binnen de grenzen heeft Suriname een schat aan bouwmaterialen in eigen huis.

"Van oudsher zijn Surinamers gewend om in houten huizen te wonen", zegt een adviseur van de bewindsman. "Kijk naar de illegale gebruikers van percelen, die zetten meestal een houten huis neer. Vaak zijn deze steviger en luxer dan menig stenen huis. Natuurrampen zoals orkanen komen in Suriname niet voor, dus houten huizen zijn veilig genoeg. De minister heeft veelvuldig het advies gekregen om de mogelijkheid van het bouwen van houten huizen, waarbij je gewoon materialen uit eigen land kunt gebruiken, te overwegen. Maar hij wil daar niet aan."

De werkelijke reden dat volkshuisvesting een lage prioriteit heeft laat zich raden. De winstmarge bij de bouw is zo klein dat het voor aannemers niet de meest lucratieve opdrachten zijn, terwijl er voor de verantwoordelijke bestuurders onder tafel weinig te halen valt. Dat er vooral in het Verre Oosten wordt gezocht naar bouwers heeft alles te maken met de daar heersende cultuur van het betalen van steekpenningen. Zolang de verantwoordelijken in Suriname daar gevoelig voor zijn zal de ontwikkeling van een woningbouwbeleid een eentonig gebed zonder einde blijven.

Volgens August Seinpaal, secretaris van de BEW, zijn de voornemens van opeenvolgende regeringen niet realistisch geweest. "Er moet een woningbouwprogramma worden opgezet gebaseerd op de capaciteiten en de financiële middelen. Het aantal te bouwen huizen moet niet meer dan duizend per jaar zijn. Alles boven dit aantal is wishful thinking."

Puinhoop

Duizend huizen per jaar terwijl het veelvoudige hiervan nodig is om de ergste noden te verlichten, geeft woningzoekenden weinig reden tot optimisme. En ook al slaagt de huidige regering van president Ronald Venetiaan erin om dit aantal te realiseren, dan nog is het maar de vraag of de wachtlijst aanmerkelijk wordt ingekort. Want degenen met de beste politieke vrienden worden in Suriname traditioneel het eerste geholpen. Geen wonder dus dat veel woningzoekenden zich het recht toe-eigenen om illegaal een huis of stuk grond te bezetten. "Als ik op de overheid moet wachten dan moet ik minstens 150 jaar oud worden om een huis te krijgen", zegt Anton Janki, bewoner van het voormalige meisjesinternaat Mi Abri aan de Maystraat. "Het is een puinhoop bij het ministerie. Het is toch gek dat ze niet eens weten hoeveel woningzoekenden er precies zijn? Hoe kun je dan een beleid gaan uitstippelen?"

Janki en de andere negentig illegale bewoners van Mi Abri hebben inmiddels van Somohardjo de wacht aangezegd gekregen. Een Surinaamse klucht omdat Somohardjo zegt het gebouw, dat eigendom is van de overheid, nodig te hebben voor ambtenaren van de afdeling Volkshuisvesting. De bewoners van Mi Abri vinden het een misplaatste grap. "Hoe durft Somohardjo ons weg te sturen en zijn ambtenaren die niets voor ons doen hier neer te zetten? We zullen ons desnoods met geweld verzetten tegen uitzetting", verzekert Janki, die samen met zijn vrouw en drie kinderen sinds vier jaar op het terrein woont.

Mi Abri ligt te midden van een elitewijk, even buiten het centrum van Paramaribo. Het complex wordt omringd door kapitale villa's van rijke Surinamers. "Alles draait om geld en politieke invloed", zegt Janki. "Deze mensen hebben destijds een stuk grond kunnen bemachtigen. Dat was niet voor iedereen weggelegd en is nog steeds niet voor iedereen mogelijk. Rij eens rond door Paramaribo, dan zie je wat voor een enorme paleizen er op grote stukken grond worden gebouwd. Daar zitten veel drugsjongens bij, neem dat maar van mij aan. Die betalen enorm veel geld aan politici om grond en vergunningen te krijgen.

"Ook wij willen best zelf een huis bouwen, al hebben wij natuurlijk niet zoveel geld als de rijke mensen. Maar met een klein stukje grond zijn we al tevreden. We begrijpen dat de overheid het heel moeilijk heeft en dat we daar niet op hoeven te rekenen. Maar diezelfde overheid stelt ons niet in de gelegenheid om aan grond te komen. Alleen als je de juiste politieke kleur hebt kom je daarvoor in aanmerking. Dat is het hele probleem."

Om privacyredenen is de naam van Mina Baldew gefingeerd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 21 mei 2002

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Woningnood in Suriname

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 21 mei 2002

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's