Straattaal
Dialecten veranderen voortdurend. Er ontstaan af en toe ook nieuwe. In de grote steden is bijvoorbeeld de straattaal sterk in opkomst. Het gaat om een soort geheimtaal die bestaat uit een mix van het Nederlands, het Engels en minderheidstalen. Voor buitenstaanders is het dialect volstrekt onbegrijpelijk en daardoor versterkt het het groepsgevoel. De taal verschilt per stad. In Amsterdam nemen de jongeren veel Surinaamse woorden over, in Utrecht meer Turkse.
Jolanda van den Braak verricht promotieonderzoek naar straattaal en (groeps)identiteit onder jongeren in Amsterdam. Straattaal wordt volgens haar door jongeren onder elkaar gesproken: op school, op straat, tijdens het uitgaan of aan de telefoon. "Hierdoor behoort zij tot de informele leefwereld van de sprekers. Zodra ze met elkaar in gesprek gaan, schakelen ze er haast automatisch op over."
Hoewel dit duidt op onbewust gebruik, weten jongeren heel goed wanneer ze straattaal juist níét moeten gebruiken, stelt Van den Braak vast. "Ouders en leraren bijvoorbeeld worden doorgaans uitgesloten van deelname. Straattaal maakt blijkbaar een wezenlijk onderdeel uit van de groepsculturen waarin de sprekers zich begeven."
In het deeltje over het Amsterdams bestrijdt Van den Braak de opvatting dat de sprekers van straattaal het Nederlands niet goed zouden beheersen. Volgens Van den Braak is het omgekeerde het geval: "Juist om te kunnen experimenteren en spelen met taal, is een goede fundering noodzakelijk, die in dit geval gevormd wordt door het Nederlands. De sprekers zijn op een creatieve manier met taal bezig en gebruiken de vreemde woorden niet omdat zij de Nederlandse vormen niet kennen. Zij weten wel dat "sma" in het Nederlands "meisje" is en dat "Hoe gaat het?" de uitdrukking is waarvoor zij zelf "Fa waka?" gebruiken, maar deze Surinaamse varianten klinken stoerder, leuker of hebben net iets meer impact."
Straattaal doet dus geen dienst als vluchtroute voor jongeren met een geringe kennis van de Nederlandse taal, meent Van den Braak. "Dit wordt nog eens bevestigd door het feit dat niet alleen jongeren met een andere moedertaal dan het Nederlands straattaal gebruiken, maar ook van huis uit Nederlandstalige jongeren. Straattaalsprekers komen door hun contacten met en binnen etnisch gemengde groepen in aanraking met andere culturen en andere talen, waardoor zij mogelijkheden zien hiervan het een en ander over te nemen."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 juni 2002
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 juni 2002
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's