Vechten met de beer
Beroepsschaker, schaakcommentator en -entertainer Rob Hartoch heeft er zin in: schaken op een gezinsbeurs. "Ik heb het één keer eerder gedaan. Dat was erg gezellig."
"Vechten met de beer" is 's morgens de attractie. Het betreft een partijtje spectaculair snelschaken. "Ik heb die formule zelf verzonnen", aldus de Amsterdammer. "Ik neem twee minuten en de tegenstander krijgt er vijf. Anderen hebben de term overgenomen, maar ik ben de echte beer. Ik ben namelijk nogal fors."
's Middags wordt het voor Hartoch het zwaarst. De hele middag geeft hij aanschuifsimultaan: dan speelt hij tegen vijftien à twintig spelers, afhankelijk van het animo. "Als iemand klaar is, kan de volgende vrij en blij plaatsnemen. Om halfvier kan de laatste gaan zitten, anders kom ik niet voor vijf uur, halfzes klaar."
Hoewel Hartoch, een positionele speler, zelden verliest, vindt hij dat de beursbezoekers vooral geen schroom moeten hebben om te komen schaken. "Verliezen is niet erg. Je komt gewoon zitten en speelt gezellig een partijtje." Daarna kan de schaker weer verder over de beurs.
Hartoch staat in schaakkringen bekend als een remisekoning, maar hij is niet van plan veel remises weg te geven, laat staan te verliezen. "Als een ambitieuze jongen of meisje goed heeft gespeeld, en hij of zij heeft er belang bij om tegen mij remise te spelen, dan wil ik remise geven. Maar als ik veel beter sta, doe ik dat natuurlijk niet."
Beroepsschaker
Hartoch noemt zichzelf "een beroepsschaker in de breedte." Hij traint jongeren en ouderen, coacht jeugdteams, leidt internationale wedstrijden en geeft commentaar bij alle Nederlandse toernooien van enig allooi: Lost Boys, Corus (het vroegere Hoogovens) en het Nederlands Kampioenschap. "Dat is begonnen toen ik bij de legendarische kampioensmatch in 1970 tussen Donner en Ree voorstelde of er geen publiekscommentator kon komen. Dat mocht ik worden en sindsdien ben ik het gebleven." Verder was hij jarenlang schaakjournalist van Het Parool.
De Amsterdammer ziet zichzelf echter ook als een "schaker in de marge. Vroeger, toen ik een jaar of 14 was, werd ik als wonderkind beschouwd. Dat stempel blijf je altijd meedragen." Zijn beste prestaties waren het winnen van het Niemeijer-toernooi in Groningen in 1964 en de tweede plaats op het jeugdwereldkampioenschap in 1965 in Barcelona. In de B-groep van het IBM-toernooi in 1968 werd hij derde en in dezelfde groep van het Hoogovenstoernooi in 1971 werd hij tweede.
Met deze prestaties brak Hartoch toch niet echt door als topschaker. Hij heeft een Elo-rating van ruim 2300 -ter vergelijking: de beste Nederlandse speler, Jeroen Piket, zit op 2659- en schopte het tot internationaal meester. De meeste schakers worden grootmeester rond hun 20e en bereiken hun top tussen het 30e en het 40e levensjaar. Toch heeft de 55-jarige Hartoch de ambitie om alsnog grootmeester te worden, niet opgegeven. Lachend: "Als ik op mijn 90e grootmeester word, is dat hét bewijs dat ik dan nog fit ben."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 oktober 2002
Reformatorisch Dagblad | 56 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 oktober 2002
Reformatorisch Dagblad | 56 Pagina's