Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meikaas, een uitstervend product

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meikaas, een uitstervend product

4 minuten leestijd

Zachte, roomkleurige meikaas. Wie kent het nog? Vroeger maakten alle boeren het als het vee in mei naar buiten ging. Vandaar de naam. Tegenwoordig is Dirk Eikelenboom waarschijnlijk de enige in Nederland die het product nog maakt.

Als ik het erf van de mooie boerderij bij Utrecht opdraai, is Eikelenboom net druk bezig de kaasdoeken uit te spoelen. "Wij gebruiken nog echte doeken om de kaas in te wikkelen. Daar zijn de meeste kaasmakers al mee opgehouden."

Eikelenboom komt oorspronkelijk niet uit Utrecht. "Vroeger woonden wij rond Amsterdam. Toen daar dertig jaar geleden de Bijlmermeer kwam, moesten wij weg. Meikaas is echter een Amsterdams kaasje. Het wordt met name gegeten door Joden, omdat er geen dierlijk stremsel in gebruikt is."

Voor de oorlog waren er veel boeren rond Amsterdam te vinden die de kaas maakten. "Steeds meer veehouders stopten echter met het produceren, omdat zij het niet meer rendabel vonden om voor drie of vier kaasjes naar Amsterdam te gaan. Mijn vader bleef echter maar rijden en kreeg daardoor steeds meer klantjes. Na de oorlog was de markt natuurlijk nog maar heel klein, omdat veel Joden weggevoerd waren."

Eikelenboom is de derde generatie die de kaas maakt. "Het recept is een stukje familiegeheim. Hoe lang wij stremmen en persen, en de temperatuur waarop dat allemaal gebeurt, zeg ik dan ook niet."

Nog steeds levert de Utrechtse kaasmaker met name aan Joden. "Een keer per veertien dagen krijg ik een rabbi op bezoek. Die is aanwezig bij het productieproces. Eerst controleert hij of alles in de kaasmakerij rein is. Als de kazen gemaakt zijn, stempelt en verzegelt hij ze. Daardoor zijn hij en mijn Joodse afnemers er zeker van dat mijn kaas een koosjer product is."

Dagmarkten

Eikelenboom verkoopt zijn product niet aan huis. "Ik ben te vinden op alle dagmarkten in Amsterdam. Daar komen uiteraard ook veel buitenlanders. Met name Portugezen, Russen en Zuid-Amerikanen kopen mijn kaas. Zij kennen vanuit hun thuisland een soort die er op lijkt. Ook speciaalzaken in Amsterdam verkopen de kaas. Verder ga ik eens in de veertien dagen naar Antwerpen, want daar wonen ook veel Joden. Niet-Amsterdammers kennen de kaas eigenlijk niet. Wat smaak betreft lijkt de kaas nog het meest op de Italiaanse mozzarella."

De kaas is volgens Eikelenboom heerlijk op een vers pistoletje. "Als vervanger van vet of mozzarella wordt hij veel in salades gebruikt. Zelf eet ik 'm met een tomaatje, wat peper en een blaadje sla als broodje gezond."

De meeste kaassoorten moeten rijpen. De meikaas niet. "Het is een kwetsbare soort. Dat is denk ik de reden waarom de boeren er mee opgehouden zijn. Vroeger maakte de boeren deze kaas alleen rond mei. In de zomer was ze zonder koeling natuurlijk niet te houden. Tegenwoordig kun je alles conserveren, dus maak ik de kaas het hele jaar door. Vacuüm verpakt blijft ze drie weken goed. In het voorjaar zie ik nog wel steeds een piek in de verkoop. Dan maak ik drie keer in de twee weken een partij, in de winter een keer per week, zo'n 100 kazen, van 5 kilo per stuk."

Kinderdagverblijf

De melk die Eikelenboom nodig heeft voor de kaas, koopt hij van een boer die dicht bij hem woont. "Wij zijn al lang gestopt met boeren. Ik heb nu alleen nog maar wat schapen en kleinvee. Je zit hier tegen de Vinex-wijk Leidsche Rijn aan. Wat moet je dan met stieren en varkens? Van een stal hebben we kamers gemaakt die we verhuren. In twee andere stallen is mijn vrouw een kinderdagverblijf gestart. Maar mijn kaasmakerij wil ik echt niet kwijt."

Het kaasmaken doet de voormalige boer samen met zijn vrouw. "Ik schep het stremsel, mijn vrouw doekt de kaas in. Samen verkazen we zo'n 1500 kilo melk. Dat zou ik alleen niet redden. De helft zou misschien net gaan. Of het product nog een generatie overleeft? Ik weet het niet. Het zou erg jammer zijn. Want het is een uitstervend kaasje."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 november 2002

Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's

Meikaas, een uitstervend product

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 november 2002

Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's