Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"Vervangingstheologie is niet valide"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Vervangingstheologie is niet valide"

Slotverklaring Helsinki beklemtoont noodzaak prediking Jezus als Messias

10 minuten leestijd

De drang om Joden het Evangelie te brengen vormde een van de opvallende kanten van de LCJE-conferentie in Helsinki. Ook de exegese van Jesaja 53 over de lijdende "Knecht des Heeren" kreeg veel aandacht. Diverse theologen onderstreepten dat het in die uitdrukking werkelijk om Jezus, de Messias, gaat. Zijn eeuwige godheid staat vast. Op bijbelse gronden verwierpen de participanten uitdrukkelijk de vervangingstheologie. De bedoeling was elkaar wederzijds te bemoedigen.

Jezus van Nazareth is de Messias. Christenen en Messiasbelijdende Joden -meer dan 200 uit vijf continenten- bevestigden dinsdag in Finland zonder uitzondering de noodzaak om dat aan de Joden te blijven vertellen. De slotverklaring van de vijf dagen durende meeting in Helsinki bevatte in eerste versie ook een verwijzing naar "het in stand gebleven verbond van God" in relatie tot het land van hun voorouders. In het definitieve document bleek de passage verdwenen. Franse deelnemers aan de Lausanne Consultation on Jewish Evangelism (LCJE) dachten dat de geschrapte aanduiding in hun land minder positieve reacties zou oproepen, zo viel in de wandelgangen te leren.

Wel verwoordden de deelnemers de vreugde over het slechten van barrières onder degenen die voorheen op etnische, religieuze en andere gronden verdeeld waren. "Echte verzoening vindt plaats door het ontvangen van de vrede makende liefde van God, zoals tot uitdrukking gebracht in het leven, de dood en de opstanding van de Messias." Joodse en Arabische belijders getuigen, aldus de slotverklaring, dat de band tussen gelovigen "alle politieke en geografische barrières overstijgt." Daarom is het dubbel erg die Messias niet te verkondigen, zo wilde het document zeggen.

Platform

Tijdens de bijeenkomst ontmoetten in de Messiasbelijdende Joodse wereld alom bekende figuren elkaar. Zoals David en Lisa Loden, Steve Cohen, Avi Snyder, Arthur Goldberg. Moishe Rosen was om gezondheidsredenen verhinderd. Zijn speech werd voorgelezen.

Ook iemand als de -soms als gereformeerde baptist getypeerde- Baruch Maoz uit Israël liet het afweten. Tijdens de LCJE-conferentie van 1995 in Ramat Rachel, bij Bethlehem, toonde hij zich bezorgd over de koers van het platform. Hij kwam op voor het van eeuwigheid God zijn van Christus en liet vrees doorschemeren dat Messiasbelijdende Joden het belang daarvan onvoldoende zien.

Voor die angst bestaat enige grond. Maar juist dezelfde ongerustheid bracht de vergadering in Finland er nu toe expliciet te getuigen van de godheid van Christus - en dus niet slechts van Zijn goddelijkheid. Maoz staat nog op de LCJE-ledenlijst, maar belegde desondanks eerder dit jaar in de Verenigde Staten een eigen, internationale "Joods christelijke conferentie". Een van zijn motieven was de "diepe bezorgdheid" over in eerste instantie niet duidelijk omschreven "zichtbare trends onder sommigen van onze Joodse broeders in het geloof in Jezus."

Natuurlijk ervaart de predikant uit Rishon le Tsion tijdens LCJE-conferenties leerstellig verschil. Er liepen behalve lutheranen, anglicanen, baptisten en methodisten ook wel figuren rond met sympathieën voor de pinksterbeweging. Maar zowel voorzitter Tuvya Zaretsky uit Los Angeles als internationaal coördinator Kaj Kjr Hansen uit Denemarken benadrukte bij herhaling dat de LCJE er niet op uit is om mensen met elkaar de degens te laten kruisen. "Wij vormen een platform, een forum, geen organisatie. Wij zijn een netwerk."

Evangelie brengen

Hansens met veel instemming begroette openingslezing zette de toon. "Sommige mensen zien de verkondiging van het Evangelie aan Joden gewoon als verkeerd, een overblijfsel van de Middeleeuwen, een poging tot geestelijke genocide." De internationaal coördinator weersprak dat ten stelligste en noemde de consequenties van zulke ideeën "fataal."

"Een theologisch "neen" tegen verkondiging van het Evangelie aan Joden berooft hen van de mogelijkheid van zaligheid door het geloof in Jezus." Dat Joden de tweewegenleer als goede oplossing beschouwen voor de relatie tussen judaïsme en christendom begrijp ik, aldus Hansen, maar dat christelijke theologen zoiets verdedigen, kan ik niet bevatten.

Nieuw schepsel

De voor de organisatie Jews for Jesus werkende Stan Telchin, zelf Jood, relativeerde in zijn bijdrage het sterk benadrukken van het Joodse zelf. "God heeft mij tweemaal mijn identiteit gegeven. De eerste keer toen Hij mij ertoe verkoos uit Joodse ouders geboren te worden en daarna toen Hij mij verkoos om te worden wedergeboren." Zo iemand is een nieuw schepsel in Christus. "God heeft ons niet aangewezen om onze dagen door te brengen met het beklemtonen van ons Joods zijn."

Telchin legde er de nadruk op te zijn vernieuwd naar Gods beeld. Het gaat er dan ook om Hem te vertegenwoordigen in de wereld. "Ik verzet mij er niet tegen dat een etnische groep of volk zijn sociaal, zedelijk of cultureel erfgoed duidelijk uit. De Heilige Schrift stelt echter helder vast dat God niet wil dat etnische of culturele verschillen ons verdelen."

Jesaja 53

Diverse lezingen gingen in op het verstaan van Jesaja 53. Zo de theoloog in ruste Risto Santala. Hij laakte dat het overheersend theologisch gevoelen van heden vragen durft stellen bij de oudste Joodse traditie, die de profetie over de lijdende Knecht des Heeren verstaat als Messiaans.

Een van de centrale vragen vormt de uitleg van Jesaja 53:8: "Om de overtreding Mijns volks is de plaag op Hem geweest." Santala moest toegeven dat het woord "Hem" vanuit de oudste oorspronkelijke tekst zowel in meer- als enkelvoud kan worden vertaald. Maar, zei hij, "indien wij het woord "lamo" beschouwen als meervoud, zou dat betekenen dat Israël zelf is geplaagd vanwege zijn eigen overtredingen." De theoloog verwees naar de -tussen 250 voor en 100 voor Christus totstandgekomen- Septuaginta. Die vertaalt dat "Hij" ter dood is gebracht, dus enkelvoud. Verder bieden de Qumran-rollen doorgaans nagenoeg dezelfde tekst als de masoretische. Zij maken alle onderscheid tussen "Hem" en "ons".

Verder betrok Santala teksten uit de targoem -de vertaling van het Oude Testament in het Aramees-, de talmoed -de schriftelijke vastlegging van door Joodse geleerden door de eeuwen gevoerde discussies- en diverse citaten van rabbijnen in zijn instructief betoog.

Ook Mitch Glaser, voorzitter van Chosen People Ministries, en Andrew Bartelt, een exegeet van het Concordia Seminary in St.-Louis, Verenigde Staten, gingen uitvoerig in op Jesaja 53.

Geen Griekse Jezus

Oskar Skarsaune, hoogleraar kerkgeschiedenis aan de Lutherse Theologische School van Noorwegen in Oslo, stond stil bij de zogenoemde hellenisering van het vroege christendom. De traditionele Joodse positiekeuze is dat Jezus nooit de Messias was, omdat Hij de Messiaanse taak niet volbracht om Israël van de onderdrukkers te bevrijden en het volledig eerbiedigen van de thora te herstellen. Hij fungeerde slechts als de goddelijke Redder van individuele zielen van christenen uit het heidendom.

De Noorse wetenschapper toonde aan -eerst in relatie tot de Apostolische Geloofsbelijdenis; vervolgens in betrekking tot de Geloofsbelijdenis van Nicea- dat de christologie van deze confessies een solide bijbelse en Joodse basis heeft. De inhoud van het Credo betreffende Jezus Christus is strikt in overeenstemming met de synoptische Evangeliën. En Nicea strookt volstrekt met de proloog van het Evangelie naar Johannes en valt als zodanig ook volstrekt als Joods te beschouwen.

Een van Skarsaunes argumenten luidde dat de Twaalf Artikelen het woord "Christos" gebruiken. De tekst vertaalde de Hebreeuwse term Messias, de Gezalfde, in het Grieks. Dat gebeurt niet met een naam, zoals die van Jezus. De Apostolische Geloofsbelijdenis erkent dus die Joodse titel. Daar komt nog iets bij. Iemands bestaan is doorgaans belangrijk, door wat er gebeurt tussen zijn geboorte en sterven. Het belangrijkste van de Joodse Messias is volgens de Schriften Zijn geboorte als lid van het huis van David en Zijn wijding als de Messias, de Koning van Israël, de Zoon van God. Juist deze twee centrale punten zijn dominant in het Credo.

Diversiteit

Niet slechts tussen kerk en synagoge bestaat er overigens een verschillende visie op de christologie, ook binnen de Messiasbelijdende beweging leeft een divers verstaan van de godheid van Christus. Richard Harvey, docent in de Hebreeuwse Bijbel en Joodse studiën aan het All Nations Christian College te Ware, Verenigd Koninkrijk, onderscheidde minstens vijf standpunten. Hij knoopte daarmee onder andere aan bij de Messiasbelijdende Jood Gershon Nerel.

Sommigen hanteren een enigszins ariaans verstaan van de positie van de Messias, met een link naar een unitarische visie op God. Richard noemde onder andere Emanuel Gazit, David Tel-Tzur en Uri Marcus. Anderen gebruiken de Joods-mystieke traditie in hun beschouwing van Christus. Een vroege voorloper van deze denkwijze was Pico della Mirandola (1463-1494). Harvey citeerde van diens 'wijsheid': "Geen wetenschap kan ons beter overtuigen van de goddelijkheid van Jezus Christus dan magie en de kabbala."

Anderen probeerden de inhoud van de Geloofsbelijdenis van Nicea opnieuw, binnen de context van het hedendaagse Messiasbelijdende Jodendom, te formuleren. De docent verwees daarbij onder andere naar Joseph Shulam. Baruch Maoz vertegenwoordigt de zogenoemde theocentrische christologie. Hij voert argumenten aan voor een orthodoxe visie binnen het kader van de gereformeerde dogmatiek. Ten slotte noemde Harvey een postmodern Messiaans Joodse christologie.

Vervangingstheologie

De al genoemde Oskar Skarsaune -een van de ruim 35 sprekers- bestreed dat Lukas en Matthéüs basis bieden voor de vervangingstheologie. De zienswijze dus dat na het verwerpen van de Heere Jezus als Messias de Joden hun positie hebben verloren als Gods uitverkoren volk. En dat de christelijke kerken uit de heidenen vanaf dat ogenblik die plaats ontvingen.

De Noor verwees ter onderbouwing naar de Lofzang van Maria. Zij uit "geen woord over de heidenen. Die verkeren volledig buiten de horizon van dit lied." De evangelist biedt ook plaats aan Zacharia's lofzang met dezelfde strekking. Pas Simeon heeft ook oog voor de volken buiten Israël. Maar dan in de zin van Paulus' uitspraak in Romeinen 1: "eerst de Jood en ook de Griek."

Uitvoerig verdedigde Skarsaune dat ook Matthéüs niets van vervangingstheologie wil weten. Hij gebruikte daarbij onder andere de gelijkenis van de boze wijngaardeniers uit hoofdstuk 21 en de geschiedenis van de hoofdman uit Kapernaüm uit hoofdstuk 8.

Joodse Messias

Ik noem nog twee boeiende bijdragen. De Arabische voorganger van de Joodse gemeente Beit Eliahu in Haifa, Samuel Aweida, sprak onverholen zijn diepe liefde uit voor Israël. Vanwege de Messias. "Wie zijn wij om met God in discussie te gaan? Onze Messias is Joods! En ik geloof in de Joodse Messias." En even later: "Hoe kan ik degenen haten die God liefheeft? Hoe kan ik degenen verraden aan wie God getrouw blijft?"

Waar ging het Aweida om? "Onze belangstelling voor Israël betreft niet primair dat volk, maar vooral Gods Koninkrijk. Abrahams zaad zou een zegen worden voor alle naties", zo zei de voorganger, die zich daarbij beriep op Genesis 12.

Geen succesverhaal

Maxim Ammisov -zijn vader was Joods, zijn moeder een Jakoet-, die het kantoor van Jews for Jesus in Moskou bemant, stond vorige week zaterdagavond stil bij "het volgen van een gekruisigde Messias." Hij knoopte aan bij Matthéüs 16:24-25, met onder andere de woorden: "wie zijn leven verliezen zal om Mijnentwil, die zal hetzelve vinden." Toen iemand Ammisov later bedankte voor zijn goede woorden, antwoordde hij stellig te geloven dat hij hier van Godswege over had moeten spreken.

Maxim benadrukte dat het volgen van een gekruiste Messias elke dag van ons leven praktijk dient te zijn. Wij kunnen ons "welbewust onthouden van herkenbare zonden, omdat dit tegen de Schrift is. In plaats daarvan doen we alles dat we kunnen voor Gods Koninkrijk." Maar waarom? "Omdat dit werkelijk macht en positie oplevert. Een christen die zich op zo'n manier inspant, maakt zichzelf tot een geweldige, bewonderenswaardige dominee of voorganger, gereed om alles te doen wat het Koninkrijk van God naderbij brengt. Maar hoe zit het met de onzichtbaar aanwezige, onderliggende motieven? Gelooft of hoopt zo iemand dat de hoop op succes een belofte voor macht en positie in zich bergt?"

Ammisov gebruikte Stalin als voorbeeld. Diens onbegrensde honger naar macht en zijn onbeschrijfelijk barbarisme in het vaste voornemen om aan de top te blijven, zijn ons hart niet vreemd. Maxim riep de deelnemers van de conferentie op om valse motieven in het volgen van de Heere Jezus -en dus ook in het werk onder Joden- op het spoor te komen en op te geven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 augustus 2003

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's

"Vervangingstheologie is niet valide"

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 augustus 2003

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's