Henco de Berg
Een blinde muzikant vormt in de geschiedenis allerminst een uitzondering. De historie vermeldt grote namen. Zonder reserve kan daar ook de blinde Henco de Berg aan worden toegevoegd. Aan het eind van zijn eerste jaar aan het Rotterdams Conservatorium maakte een oogziekte hem blind. Daarvoor had hij bij de eveneens blinde organist Ernest Gervais in Lisse zo'n beetje het hele orgelrepertoire uit zijn hoofd leren spelen. Hij rondde zijn conservatoriumstudie af en behaalde zelfs de aantekening voor orgelimprovisatie. Later verfijnde hij die techniek bij Arie J. Keijzer en Jan Welmers. Van zijn kunnen op dit terrein legde hij onlangs een proeve van bekwaamheid af, als tast- en hoorbaar resultaat vastgelegd op een cd. Hij speelt deze schijf vol aan de klavieren van het imposante vierklaviers orgel van de Laurenskerk te Rotterdam.
Hij begint met een Partita over Psalm 142: "Tot God den HEER hief ik mijn stem, ik riep tot God, ik smeekte Hem". De cantus firmus klinkt als pedaalexercitium, canonisch, fugatisch, uitkomend gefigureerd, als trio, als bicinium, met de generale tongwerken en in toccatavorm. Het klankidioom is gematigd modern, afgewisseld met tal van klassieke harmonische momenten. Daarna volgen Trois Pièces (cantilène, chant mélancolique en étude), waaraan het laatromantische, vroegmoderne klankidioom van Franse toonkunstenaars als Vierne en Dupré ten grondslag ligt. Cinq Méditations, als hommage aan Olivier Messiaen, is gestoeld op psalm- en bijbelteksten. Een tweedelige triosonate refereert aan de neobarokke stijl van onder andere Distler en Pepping. Ten slotte vormt de constructie van Regers grote koraalfantasieën de basis voor de Phantasie über den Choral "Ein feste Burg ist unser Gott".
Henco de Berg demonstreert een paar opvallende dingen. In de eerste plaats beheerst hij deze 'stijlimprovisaties' op formidabele wijze. In Psalm 142 schept hij een eigen klanktaal die niet losstaat van een historisch verleden. Dat maakt dat een gematigd modern klankidioom als dit aangenaam is om naar te luisteren. Dit geldt eveneens voor alle andere improvisaties op deze cd. Zelfs het voor velen ontoegankelijke 'Messiaen-rijk' van klanken en ritmes weet Henco de Berg verteerbaar te maken. Een proeve van contrapunt demonstreert hij in de Trois Pièces en de tweedelige triosonate. Zijn "Ein feste Burg" staat als een Reger-huis, voorzien van eigentijds ingekleurde harmonieën die onmiskenbare verwijzingen behelzen naar het grote voorbeeld. Wie zo de improvisatiekunst machtig is, behoort tot de topklasse.
N.a.v. "Henco de Berg bespeelt het hoofdorgel van de Grote of St. Laurenskerk te Rotterdam - improvisaties"; uitg. Zwoferink cd-productions, Prestare ZWF331531; 18,50.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 2003
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 2003
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's