Meningen over L. M. P. Scholten
Een oratorisch talent en kleurrijker dan zwart
Ik heb Scholten een jaar of acht meegemaakt als collega-raadslid. In die periode was hij voorzitter van de SGP-fractie in de gemeenteraad van Capelle aan den IJssel. Tussen zijn maatschappelijke en politieke opvattingen en de mijne bestaat nogal wat verschil. Overigens, zeker niet in alle opzichten. De Partij van de Arbeid en 'klein christelijk rechts' kunnen elkaar in sommige opzichten, bijvoorbeeld sociaal beleid, heel goed vinden.
Scholten is en was voor mij exemplarisch voor die oorspronkelijke groep Capellenaren die hier oneerbiedig wel eens als "zwartekousenkerkers" worden aangeduid, de meer orthodoxe groep christenen, die in Capelle nog steeds nadrukkelijk aanwezig is. Dat blijkt onder meer uit het feit dat de SGP ook nu nog twee raadszetels telt en de ChristenUnie ook.
In de jaren dat Scholten deel uitmaakte van de Capelse raad kreeg hij terecht veel krediet en oogstte hij veel lof. Van meet af aan is hij meer geweest dan de aanvoerder van een kleine, wat exotische, minderheid. Scholten was een raadslid met een enorme inzet, een brede belangstelling en bovenal een geweldig oratorisch talent. Ik denk met veel genoegen terug aan sommige van zijn betogen in de raad. Heel erudiet. Vaak voorzien van passende bijbelteksten. Maar in veel gevallen ook breder dan dat.
Zelfs op die punten waar zijn en mijn meningen fundamenteel uiteenlopen, zoals de rol van vrouwen in de politiek of de zondagsheiliging, heb ik altijd met belangstelling en bewondering naar Scholten geluisterd. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik vaak blij was dat hij, al zijn oratorisch talent ten spijt, toch niet in staat was een meerderheid van de raad achter zich te krijgen.
We gaan bijzondere en kleurrijke mensen als Scholten tegenwoordig missen. Ik ben blij dat zijn vele verdiensten recent erkenning hebben gevonden in de toekenning van een koninklijke onderscheiding.
Dr. A. Cachet, sinds 1982 lid van de gemeenteraad van Capelle aan den IJssel voor de Partij van de Arbeid
Markant leider met een scherpe pen
Met het vertrek van Scholten verliest de Gereformeerde Bijbel Stichting (GBS) een markant leider. Hij was een groot voorvechter van de Statenvertaling en was in staat alles uit de kast te halen om de positie van de Statenvertaling te verdedigen en veilig te stellen. Zijn scherpe pen heeft daarbij ook wonden geslagen.
Binnen de kringen van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) leeft er veel respect voor de positieve bijdrage die Scholten heeft gegeven aan de meer objectieve informatie over bijbelvertaalwerk binnen de gereformeerde gezindte. Zijn bijdrage aan de meningsvorming omtrent de komst van de Nieuwe Bijbelvertaling hebben wij dan ook zeer gewaardeerd. Dat neemt niet weg dat er verschillen zijn tussen de GBS en het NBG in het inzicht over de manier waarop een bijbelvertaling als instrument van God in deze tijd kan worden ingezet. Als directeur van het NBG geloof ik dat de statenvertalers van destijds vandaag aan de totstandkoming van de Nieuwe Bijbelvertaling zouden meewerken. Dit omdat zij werden gedreven door de gedachte dat de Bijbel vertaald moest worden om het verstaan van de Heilige Schrift voor de mensen in hun tijd én voor toekomstige generaties mogelijk te maken.
Scholtens artikelen in het blad Standvastig vormen voor mij unieke, vaak erudiete en verdiepende literatuur. De ontwikkeling om binnen de GBS meer aandacht te geven aan de internationale bijbelverspreiding juich ik toe. Scholten heeft zijn werkzaamheden met grote inzet en toewijding uitgevoerd. Zijn kennis van de Bijbel in het algemeen en die van de Statenvertaling in het bijzonder is breed en diepgaand.
De verhoudingen tussen het NBG en de GBS zijn de laatste jaren verbeterd. Dat beide organisaties uiteindelijk dezelfde missie en passie voor de Bijbel delen, is daarvan de reden.
Tot slot bid ik Scholten Gods onmisbare zegen toe. Zijn vertrek is een groot verlies voor de GBS, maar wij weten allen: Gods Woord gaat Zijn eigen weg.
Haaije Feenstra, directeur Nederlands Bijbelgenootschap (NBG), Haarlem
Standvastig en doorwrocht, van huis uit een dolerende
Scholten heb ik vanaf de tijd dat we samen studeerden leren kennen als een mens die te typeren is met de naam van zijn lijfblad: Standvastig. Zijn artikelen in De Wachter Sions getuigden daar ook van. Ik las ze altijd, omdat ze doorwrocht, goed gedocumenteerd, vaak actueel en altijd helder van inhoud waren. Hij wist zijn theologische en historische kennis kundig over te dragen en heeft zo een plaats gehad in de overdracht van wat een deelstroom in de gereformeerde traditie bewoog en beweegt.
Gedurende een reeks van jaren waren we gesprekspartners aan de Driestar in Gouda op themadagen over de gereformeerde gezindte. Ik heb er de beste herinneringen aan. We debatteerden open en eerlijk, in amicitia ook. Scholten wist heel goed waarom hij nooit deel zou kunnen uitmaken van de Nederlandse Hervormde Kerk, net zomin als hij vandaag tot de Protestantse Kerk in Nederland zou kunnen behoren, met overigens dezelfde principiële argumenten. Hij is, hoewel van huis uit een dolerende, een principieel afgescheidene.
Scholten heeft een groot deel van zijn leven letterlijk besteed in de dienst van het Woord, met name in die van de handhaving en het doorgeven van de Statenvertaling. Hoewel we verbonden waren in de liefde voor de Statenvertaling, deel ik niet zijn bezwaren tegen initiatieven tot revisie van deze vertaling om die voor de generatie van nu transparant te maken. Geen bijbelvertaling is canoniek in zichzelf, dat geldt slechts voor de grondtekst.
Hij signaleerde van tijd tot tijd, tegen de achtergrond van schriftkritische ontwikkelingen in de geschiedenis van de kerken, scherp de gevaren van eigentijdse discussies over de aard van het schriftgezag binnen de gereformeerde gezindte. Ook hier was hij standvastig. Naar mijn oordeel deed hij daarbij echter niet altijd recht aan hedendaagse schriftgetrouwe bijbelwetenschap.
Bij zijn afscheid wens ik hem, denkend aan zijn aangetaste gezondheid, met een regel uit een van de strofen van het Wilhelmus toe dat zijn hart standvastig mag zijn in tegenspoed. Het ga hem goed.
Jan van der Graaf, oud-algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk, Huizen
Onze inwonende SGP'er, een Pietje Precies
Bert Scholten was een wat wonderlijke figuur. Op de kerkredactie van Trouw, waar hij vele jaren werkte, leefde hij in een andere wereld dan thuis. Hij deed bij de krant consciëntieus zijn werk, maar thuis was hij diaken bij de zwaarste kerk van Nederland, beijverde hij zich voor staatkundig gereformeerde politiek en was hij druk met het verdedigen van de Statenbijbel en hooggenoteerde oude schrijvers en schreef hij Here met drie e's.
Bert was een betrouwbaar man, een beetje zwijgzaam ook, maar toch een goed journalist die interessante dingen deed. Misschien paste hij niet echt bij Trouw. Hij zou beter op zijn plaats zijn geweest bij het Reformatorisch Dagblad, maar desondanks hield hij zich kranig. Ik heb wel eens horen verluiden dat hij liever naar het RD had gewild, maar op de een of andere manier is dat nooit wat geworden.
Bert werkte nooit op zondag, en dat werd gerespecteerd. Dat wisten we en niemand vond dat vreemd, want Bert kwam nu eenmaal uit de strenge hoek. Ooit belde ik hem op zondag. Toen zei hij door de telefoon: "Wij nemen op zondag geen telefoon op." Ik zei: "Maar Bert, wat doe je dan op dit moment?" Ik was zijn chef, maar dat ging heel geruisloos. Hij wist zelf heel goed wat er moest gebeuren en dat deed hij dan ook. Ik mocht hem gaarne, maar je kwam hem nooit echt nader.
Ik hoorde hem eens "u" zeggen tegen ds. F. Mallan. Ik zei: "Maar Bert, jullie zijn toch ongeveer even oud?" Waarop hij zei: "Dat zijn wij nu eenmaal zo gewend in onze kring." Ik zei: "Dan moet je dat vooral zo houden."
In 1992 schreef ik het boekje "De koningin is lekker hervormd". Op mijn verzoek heeft Bert Scholten de kopij daarvan nagezien, want hij was een echte Pietje Precies.
In zijn donkere pakken viel hij best op bij Trouw. Als ik nieuwkomers op de redactie moest rondleiden, zei ik wel eens: "En daar zit Scholten, onze inwonende SGP'er. Als je wilt, mag je hem gerust aanraken, hoor." Waarop we beiden glimlachten.
Bert Klei, oud-kerkredacteur van het dagblad Trouw, Amsterdam
Ten dienste van de Statenvertaling
Ten dienste van de Statenvertaling. In deze woorden ligt het levenswerk van Scholten getekend. Hij deed zijn werk met grote ijver en nauwgezetheid. Dit alles om het voor hem zo wezenlijke doel te bereiken: de Bijbel- en kanttekeningentekst in de huidige taal en spelling samenstellen, waarbij de tekst volledig recht doet aan de oorspronkelijke zeventiende-eeuwse tekst en aan de vertaalarbeid van de statenvertalers zelf.
Dit werk komt eind dit jaar in druk beschikbaar. Dan verschijnt de Bijbel met kanttekeningen in één band. Hierdoor is een heldere verklaring van de Bijbel binnen handbereik.
Vele malen heeft Scholten spreekbeurten in het land gehouden. Zeer bekend is zijn rubriek "Standvastiglezers vragen" in het blad Standvastig van de GBS. Op gezaghebbende wijze gaat hij in op alle mogelijke vragen die hem op bijbelgebied worden gesteld.
Verder heeft Scholten in de afgelopen jaren veel geschreven over de ook in bevindelijk gereformeerde kring opkomende schriftkritiek. Vanuit innerlijke drang heeft hij getracht de kerken in dit opzicht te alarmeren.
Ten slotte. Scholten heeft in 's Heeren voorzienigheid vele gaven en talenten mogen ontvangen, welke hij ten dienste van de Statenvertaling heeft besteed. Dat voor hem persoonlijk ook moge gelden wat we lezen in de berijmde Psalm 119:84 (m.): "Uw woord kan mij, ofschoon ik alles miss', door zijnen smaak, èn hart èn zinnen strelen."
J. de Koning, algemeen medewerker Gereformeerde Bijbelstichting, Garderen
Dit is geen vergeefs werk geweest
Zou het werk dat door de Gereformeerde Bijbelstichting wordt gedaan, een vergeefs werk kunnen zijn? Het voornaamste doel dat deze stichting van het begin af heeft beoogd, was het behoud van de oude Statenvertaling. Deze Statenvertaling is onder Gods bijzonder voorzienig beleid ons ten deel gevallen. Ze is de Kerk des Heeren in de achterliggende eeuwen ten zegen geweest. Tot op heden is er nog een groot deel van ons volk dat er geen afstand van wenst te nemen.
Zijn er in de Oudhollandse vertaling geen woorden die voor de jeugd moeilijk te begrijpen zijn? Maar moet ons dat noodzaken om een nieuwe vertaling of hertaling ter hand te nemen? Zou het ook niet een bedenkelijk teken des tijds zijn als men liever het oude door het nieuwe vervangt? Afgezien van het feit dat men met een nieuwe vertaling de oude gereformeerde leer geweld aan kan doen, kan het ook zijn dat men liever zulke uitspraken die men voor oude versleten bevindelijke termen houdt, niet meer gebruikt.
We zien in deze tijd steeds meer een streven dat ons van de oude paden aftrekt. We geloven dat we het daarom toch als een goddelijke leiding mogen zien, als de ogen er nog voor open mochten gaan welke gevaren er aan een nieuwe vertaling verbonden waren. Dit heeft ons onder Gods leiding doen komen tot het in leven roepen van de Stichting tot behoud van de oude Statenvertaling. En het heeft tevens de Heere behaagd om in Scholten een door ons gewaardeerde wetenschappelijk medewerker en directeur te doen vinden. Hij moet nu afscheid van ons nemen, wat ons als stichting ter harte gaat. De Heere gedenke hem in de avond van zijn leven en het is ons tot blijdschap dat hij dit werk, ook wat het behoud van de kanttekeningen betreft, tot het einde daarvan heeft mogen verrichten. Het geeft ons toch ook nog hoop dat de Heere het onvervalste Woord ons heeft willen doen behouden. We menen hierin Zijn zorg voor Zijn Woord te mogen zien, waarvan Hij niets afgedaan en waaraan Hij niets toegedaan wil zien. Zo is dan het werk van onze stichting en ook van Scholten niet vergeefs geweest.
Ds. F. Mallan, emeritus predikant Gereformeerde Gemeenten in Nederland, Alblasserdam
Bezonnen en bekwaam
Twee woorden komen bij mij boven wanneer ik aan Scholten denk: bezonnen en bekwaam. Onze contacten zijn in het verleden eigenlijk minimaal geweest. Een enkele keer was er een ontmoeting, wanneer bijeenkomsten rond bijvoorbeeld de SGP of het RD ons binnen de reformatorische zuil samenbrachten. We wonen in dezelfde plaats: Capelle aan den IJssel. Ik weet Scholtens huis wel te staan, aan de 's-Gravenweg. Dat de ontmoetingen toch minimaal waren, zal voor een niet gering deel te wijten zijn aan de kerkelijke gescheidenheid. Er ligt nu eenmaal een breuk, daterend van ruim vijftig jaar geleden. Ondanks recente voorzichtige contacten is die breuk nog lang niet geheeld.
Scholten kon in het verleden soms scherp zijn in de richting van het kerkverband dat mij lief is. Dat deed wel eens pijn. Al moet ik er direct bij zeggen dat de scherpte van de polemiek er de laatste decennia gelukkig wat af leek te gaan.
Dat ik niettemin mijn waardering voor Scholten tot uitdrukking wil brengen met de woorden bezonnen en bekwaam, is ongeveinsd. Bezonnen: vele jaren heb ik zijn bijdragen aan het kerkelijk weekblad De Wachter Sions gelezen. Vaak trof mij zijn weloverwogen oordeel. Hij zou niet gauw zo maar wat neerschrijven. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik mij vaak kon vinden in zijn oordeel. En bekwaam, dat is hij ongetwijfeld. Hij heeft mij eens van advies gediend met betrekking tot een kwestie rond de tekst van het Nieuwe Testament. Bij die gelegenheid trof mij zijn belezenheid.
Die bekwaamheid, dat weten waarover hij het had, kenmerkte ook zijn artikelen in Standvastig. Het zal voor de GBS niet meevallen een even kundige opvolger te vinden. En voor zijn kerkverband zou zijn terugtreden als schrijver een gevoelig verlies betekenen. Ik hoop dat het Scholten gegeven mag zijn de tijd die de Heere hem nog wil sparen, onze gezindte te dienen. Misschien mogen we nog wel eens een boek van hem tegemoet zien over de waarde van de "textus receptus". Het ga hem wel!
Ds. A. Moerkerken, rector Theologische school Gereformeerde Gemeenten, Capelle aan den IJssel
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 2004
Reformatorisch Dagblad | 23 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 2004
Reformatorisch Dagblad | 23 Pagina's