Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Theodor Herzl: dromer van een Joodse staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Theodor Herzl: dromer van een Joodse staat

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Honderd jaar geleden stierf Theodor Herzl. Hij was de man die de zionistische utopie omvormde tot werkelijkheid, schrijft Ludger Heid.

Het is deze zomer honderd jaar geleden dat de man die door zo veel Joden als een moderne Mozes werd beschouwd, overleed: Theodor Herzl. Wie vanuit Haifa over snelweg 2 in zuidelijke richting naar Tel Aviv rijdt, kan hem niet over het hoofd zien. Iedereen ziet het enorme portret. Herzls gestalte prijkt, met kabels overeind gehouden, op een watertoren en het verkeer raast onvermoeibaar onder hem door. Het is een symbolische plek voor een man die bezeten was van het idee om van een troosteloze strook woestijn een bloeiend land te maken. Op de muur van de watertoren staat in Hebreeuwse letters "Herzliya agada sjel ir", vrij vertaald: "Herzliya is een stad als een sprookje". Dat kun je als een parafrase opvatten van de beroemdste uitspraak die hij ooit deed: "Als u het wilt, is het geen sprookje."

Toevluchtsoord

Herzl (1860-1904) wijdde zich vanaf zijn 36e levensjaar geheel aan zijn vaderlandsloze volk en zag het als zijn enige echte taak een eigen staat te scheppen, een persoonlijk en een nationaal toevluchtsoord. De eenzame schrijver ontpopte zich als een man van de daad, als een spottende criticus van het menselijk bedrijf, als een bijeenbrenger van volksmassa's, als een man van het politieke betoog en de diplomatie. Hij werd door tallozen van meet af aan tot een messias verheven.

Herzl was een dandy, een koffiehuisliterator en een middelmatige toneelschrijver, maar hij vormde de zionistische utopie om tot werkelijkheid. Hij werd in 1860 geboren in een geassimileerde familie in Boedapest. Hij studeerde rechten in Wenen en promoveerde zelfs, maar wijdde zich al snel aan het schrijven. Vanaf 1891 was hij de succesvolle correspondent van de Neue Freie Presse in Parijs.

Hij dacht dat hij het talent en de kracht had om een grote krant te leiden of directeur van een bekend theater te worden. Maar het liep anders: literatuur, politiek, theater, droom en werkelijkheid vloeiden in zijn leven steeds weer samen.

Verwarrende persoonlijkheid

Qua religieuze achtergrond was hij Joods, maar Hongaar van geboorte, Oostenrijks staatsburger en Duitser door zijn opvoeding en cultuur: een ve rwarrende, gelaagde persoonlijkheid. En hij was een imposante verschijning. Met zijn volle, zwarte baard en altijd smetteloze kleding week HerzI duidelijk af van de Joden voor wie hij zich wilde inzetten. Hij had het visioen van een "Beloofd Land, waar we kromme neuzen, zwarte en rode baarden en gebogen benen mogen hebben, zonder erom te worden veracht."

In brieven en dagboeknotities toonde Herzl zijn ontwapenende openheid. Daarin kwam hij uit voor zijn grandioze en misschien belachelijke fantasieën, en daarin kwam ook zijn narcistische kant tot uitdrukking. "Wie over dertig jaar gelijk wil krijgen, moet in de eerste drie weken van zijn openbare optreden gek worden verklaard", schreef Herzl eens op de achterkant van een visitekaartje.

Herzls bibliotheek bevond zich in de Wiener Berggasse nummer 6. Een paar stappen verder bevond zich de praktijkruimte van Sigmund Freud, die in die tijd met psychoanalytische therapie begon. De twee mannen kenden elkaar en werden beiden door collega's voor oplichters gehouden. Beiden waren niettemin overtuigd van hun ideeën, die vanuit hetzelfde Wenen de wereld veroverden.

Taak

In Parijs was HerzI correspondent bij het proces tegen Dreyfuss, de Franse kolonel die wegens vermeende spionage voor Duitsland tot levenslange verbanning naar Duivelseiland was veroordeeld. Dreyfuss was onschuldig. Zijn geval was meer dan een justitiële vergissing. Bij de veroordeling speelde het Jodendom een hoofdrol. Het proces ging vergezeld van antisemitische incidenten in heel Frankrijk en andere landen. De Jodenhaat die daarbij manifest werd, wekte in HerzI een tot dan toe slapend Joods bewustzijn op.

Vanaf dat moment vatte Herzl zijn leven niet meer op als van een privé-persoon en schrijver, maar als de vervulling van een taak: de redding van de Europese Joden voor het naderende onheil. In zijn dagboek schrijft hij: "Mijn leven is voor mij gestopt, de wereldgeschiedenis is begonnen."

Pogroms kende hij uit Wenen niet. De kreten van het Parijse gepeupel -"Sla de Joden dood"- klonken daarom misschien wel extra beangstigend in zijn oren. Hij begreep dat het antisemitisme de Joden zou blijven treffen zolang ze in allerlei landen gasten bleven. Alleen een eigen staat kon uitkomst bieden.

Details

Net zoals hij zich bij de voorbereiding van zionistische congressen om details bekommerde, hield hij zich ook intensief bezig met de details van die gedroomde staat, inclusief bestuur, industrie, handel en het dagelijks leven. "Tijdens het overplanten moet men de eigen gebruiken respecteren. Bier, koffie, het eigen vlees, dat maakt verschil. Mozes vergat de vleespotten van Egypte mee te nemen."

En over de Joodse staat: "Vijftig jaar geleden was die nog een vorm van "Schwärmerei" geweest, maar het is geen sprookje, geen bedrog!" Dat het project nog jaren zou vergen, wilde Herzl niet weten, want elke vertraging kon fatale gevolgen hebben. "Intussen worden de Joden overal beledigd, uitgescholden, beroofd en geslagen (). Als we maar beginnen het plan uit te voeren, dan komt het antisemitisme overal tot stilstand." Hij begreep wel dat daarvoor een enorme wilskracht nodig was. Anders zou alles fantasie blijven.

Wat Herzl van vele voorgangers en tijdgenoten onderscheidde en tot een Joodse revolutionair maakte, waren de openheid en rechtlijnigheid van zijn optreden. Overal waar hij optrad, sleepte hij de mensen mee. Velen ontdekten in hem een moderne Mozes, die voorbestemd was om de Joden het beloofde land binnen te voeren.

Duits-Joodse staat

Herzls idee was dat de nieuwe staat Duits-Joods zou zijn, met Duits als de ambtelijke taal. Na een gesprek met Philipp Vorst Eulenburg, de Duitse gezant in Wenen, was hij door het dolle heen: "Onder de bescherming staan van dat sterke, grote, zedelijke, goed geleide en strak georganiseerde Duitsland kan alleen maar heilzame gevolgen hebben voor het Joodse volkskarakter. Hoe vreemd kan het lopen: dankzij het zionisme kunnen de Joden dit Duitsland, waar ons hart ondanks alles naar uitging, weer liefhebben."

Keizer Wilhelm was eerst gevleid door de Joodse avances. "Het zou voor Duitsland een enorm succes zijn, als de wereld der Hebreeërs dankbaar naar mij zou opkijken." Het verslag van het eerste Zionistische Congres, in Basel in 1897, voorzag hij persoonlijk van deze opmerking in de marge: "Ik ben er helemaal voor dat de Mauschels naar Palestina gaan. Hoe eerder ze daarheen gaan, des te beter. Ik zal ze geen strobreed in de weg leggen." De humanitaire aspecten interesseerden Wilhelm niet. Hij was berucht om zijn politieke 'inzichten' en schaamde zich voor geen enkele grap. Hij zou zelfs tegen Herzl hebben gezegd: "Dat zionisme is een mooi idee, maar met de Joden kan je het jammer genoeg niet uitvoeren."

Raadselachtig

Herzls visie op de plaats waar de Joodse staat precies moest komen -in de Sinaï, in Uganda, op Cyprus, in Zuid-Amerika- blijft onduidelijk, zo niet raadselachtig. Een tijd dacht hij dat ook "een ander stuk van het aardoppervlak" dan Palestina goed genoeg zou zijn. De nadelen van Palestina waren de geografische nabijheid van Europa en Rusland, het beperkte territorium en het klimaat, het grote voordeel was "de macht van de legende."

Herzl ruïneerde zijn gezondheid met zijn inspanningen. Op zijn sterfbed maakte hij de balans op: "Ik ben geen lafaard, ik zie de dood rustig tegemoet, omdat ik mijn laatste jaren niet nutteloos heb doorgebracht." Hij overleed op 3 juli 1904 op 44-jarige leeftijd aan een hartkwaal. "Machet keine Dummheiten, während ich todt bin", waarschuwde hij zijn vrienden. Tienduizend mensen volgden de baar.

Herzls dood was voor velen het signaal om het zionisme serieuzer te nemen en naar Palestina te vertrekken. De twintigjarige David Grün uit Plonsk bij Warschau schreef: "Wat een verlies! Maar ik weet nu zekerder dan ooit dat we slagen... De dag zal komen dat we terugkeren naar dit land vol waarheid, poëzie, rozen en profetische visies." Twee jaar later landde Grün in Jaffa en gaf hij zichzelf de nieuwe Hebreeuwse naam Ben Gurion. Hij zou 42 jaar later worden uitgeroepen tot de eerste premier van de staat Israël. Van Herzls diplomatieke onderhandelingen met Engeland voert een rechte lijn naar de Balfour-verklaring van 1917, het Britse Palestina-mandaat, het VN-verdelingsplan van november 1947 en de onafhankelijkheid van mei 1948. In 1949 werden Herzls resten naar Israël vervoerd en in Jeruzalem bijgezet.

Dromer

Herzl was een realistische dromer, een Joodse Jules Verne. Na het Congres in Bazel noteerde hij in zijn dagboek dat hij daar "de Jodenstaat had gesticht." "Als ik dat nu hardop zou zeggen, zou ik worden uitge-lachen. Misschien over vijf jaar, maar zeker over vijftig jaar, zal iedereen het met me eens zijn." Veel Joden in de diaspora hebben zijn oproep niet gevolgd, maar hij kreeg gelijk.

De auteur is kenner van de Joodse geschiedenis en doceert aan de universiteiten van Potsdam en Duisburg. Dit artikel verscheen eerder in de Jüdische Allgemeine en in het Nieuw Israelietisch Weekblad (NIW).

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 augustus 2004

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's

Theodor Herzl: dromer van een Joodse staat

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 augustus 2004

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's