"Dat ik nog leef is een wonder"
KATUKURUNDA - Ontredderd, verdwaasd lopen talloze getroffenen in Zuidoost-Azië rond. Duizend zorgen, duizend doden. Het kan echter ook anders. "Dat ik nog leef is een wonder." Een machtig teken van hoop in de grootste smarten.
Het relaas van veel slachtoffers in Sri Lanka, India, Indonesië, Thailand en Birma komt overeen. Het natuurgeweld heeft zich op uiteenlopende plaatsen op dezelfde manier gemanifesteerd. "Eerst kwam er een hoge golf", vertelt Gyandana Perera in het Srilankaanse Beruwala, tientallen kilometers onder de hoofdstad Colombo. "Daarna trok de zee zich minstens 2 kilometer terug. Het strand lag helemaal droog."
Nieuwsgierig ging Gyandana met zijn vriend poolshoogte nemen. "Zoiets had ik nog nooit gezien." Het merkwaardige natuurverschijnsel duurde precies veertien minuten. "Ineens begonnen mensen heel hard te rennen. Toen zagen wij het ook. Een vloedgolf van 3 meter hoogte kwam aanrollen."
Met nietsontziende kracht beukte het woeste water op de kust, een allesverwoestend spoor trekkend. "Wij zagen de vloedgolf aankomen. We zetten het op een rennen. Weg, het binnenland in. We konden echter niet snel vooruitkomen, omdat het water al tot aan onze knieën stond. De kolkende watermassa was razendsnel bij ons. Hij kwam van de zijkant aanrollen. Hij was op nog geen 10 meter afstand van ons." In doodsnood riep Gyandana tegen zijn vriend: "Dit overleven we niet."
Zijn vriend klom razendsnel in een palmboom. Gyandana was minder fortuinlijk. De bruisende stroom zoog hem mee. In een strijd op leven en dood lukte het de Srilankaan zwemmend rustiger water te bereiken. Zeker 2000 buurtbewoners slaagden daar niet in.
"Ik heb geluk gehad", grijnst Gyandana terugblikkend. Zijn lach verdwijnt echter snel. Met een ernstig gezicht blikt hij naar boven. "Het is een wonder van God dat ik nog leef. Minder niet." Veel inwoners hebben niets meer over. Gyandana's woning is verwoest, het hotel waar hij werkte onbewoonbaar geraakt. Alles wat de 31-jarige eilandbewoner nog heeft zijn het shirt en de korte broek die hij draagt.
Een buurjongen is ook alles kwijtgeraakt. "Ik ben visser. Mijn huis is weg en mijn boot is weg." Hij staart over de bruisende branding. "En mijn zus", laat hij er toonloos op volgen. "Ook weg. Omgekomen." Hoe oud ze was? Hij antwoordt niet, hoort het niet. Op de tweede vraag volgt een korte reactie. "Negentien."
Een andere dorpsbewoner werd in zijn Nissan-bestelbus overvallen door de vloedgolf. "Ik reed op de weg langs de kust toen het water ineens over m'n auto heensloeg." Vijftig meter verderop kwam de zware bestelbus tot stilstand. Een vallende palmboom heeft het dak ingedeukt.
Het kan nog erger. Twee keer zo ver, op zeker 100 meter van de kustweg, staat ergens verscholen tussen de bomen nog een bestelbusje. Door de kracht van het water weggespoeld. De autoriteiten waren gisteren druk bezig twee andere bestelauto's uit het langzaam zakkende water te slepen.
Wat de jongens in de nabije toekomst gaan doen, weten ze niet. Verhuizen kunnen ze niet, hier blijven wonen durven ze niet. Iedereen is aan het puinruimen, maar niemand durft hier 's nachts te blijven slapen. Alle bewoners wijken uit naar een hoger gelegen dorpje.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 december 2004
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 december 2004
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's