"Zijn kinderen zijn een beetje mijn kinderen"
"Met vriendelijke groetjes, je toegenegen vriend." Zo eindigde elke brief die Gerard Mosselman als jonge knul naar Bob Gorter stuurde. Zijn vriend verhuisde op elfjarige leeftijd van Enkhuizen naar Montfoort. De vriendschap is echter nooit overgegaan. "We hebben soms telefoongesprekken van drie uur lang."
Gerard zucht eens diep. Om het begin van zijn vriendschap naar boven te halen, moet hij ruim dertig jaar terug in de tijd. Dat maakt deze vriendschap in vergelijking met die met andere vrienden voor hem speciaal. Na enig nadenken: "Vanaf de derde klas lagere school zijn we bevriend. We zaten naast elkaar, kwamen bij elkaar en trokken altijd samen op. We waren echt een duo."
Waarom de twee destijds een onafscheidelijk stel vormden, kan Mosselman zich moeilijk meer herinneren. Wel weet hij dat ze altijd voor elkaar opkwamen. Lachend: "Bob heeft een keer iemand die mij dwarszat een goeie draai om z'n oren gegeven."
Teleurstellend was voor Mosselman het bericht dat Bob met zijn familie naar Montfoort verhuisde. Bobs vader werd daar directeur van een grafkistenfabriek. "Op dat moment raakte ik mijn beste vriendje kwijt."
Toch betekende de verhuizing niet het einde van de vriendschap. "We hebben niets met elkaar afgesproken, maar begonnen spontaan een briefwisseling." Lachend: "Bobs ouders noemen mij nog steeds de toegenegen vriend, omdat ik dat altijd onder mijn brief krabbelde: Met vriendelijke groetjes, je toegenegen vriend."
Het bleef niet alleen bij brieven schrijven. Elke zomer- en kerstvakantie was het logeren geblazen. Ook telefoneerden de twee met elkaar.
De vriendschap verwaterde wat toen de twee studeerden. "Ik had geen auto, zodat ik niet even bij Bob langs kon gaan. Bob had het in die tijd ook druk met zijn werk in Buren. Elkaar uit het oog verliezen gaat dan makkelijk. Pas nadat we verkering kregen en trouwden, zagen we elkaar weer vaker."
Voor het echtpaar Mosselman was het een moeilijk punt dat Bob en zijn vrouw Elma wel kinderen kregen, maar zij niet. "Broers van mij en mijn vrouw hebben ook kinderen, dus we werden verschillende keren met dit feit geconfronteerd. Maar het doet ons steeds weer zeer als we zien dat de ander een kind verwacht en wijzelf kinderloos blijven. Het is telkens een steek in onze ziel."
Toch noemt hij het vijftal van Bob en Elma een pleister op de wonde. "Ze zijn vreselijk dol op oom Gerard en tante Baukje. Ik heb ze als baby op de arm gehad. Ook is het geweldig ze een weekend bij ons te hebben. Het zijn ook een beetje onze kinderen."
Mosselman vindt het echter mooi aan de vriendschap dat Gorter zich goed in het verdriet kan inleven. "Hij heeft zo veel inlevingsvermogen. Ik kan op elk moment van de dag mijn verhaal aan hem kwijt."
Het geheim van hun vriendschap lijkt vooral in de gelijke karakters te zitten. "Bob is recht door zee, nuchter, betrouwbaar en humoristisch." Deze eigenschappen dicht Gerard zichzelf ook toe.
Beiden kunnen zich gruwelijk ergeren aan mensen die leuteren. "Je moet gewoon zeggen wat je bedoelt, klaar." Maar die urenlange telefonische gesprekken die de vrienden gezamenlijk voeren? "Tja, dat snap ik ook niet. Bob en ik zijn het allebei in onze commerciële buitendienstfunctie gewend kort maar krachtig te telefoneren. Maar als wij elkaar aan de lijn hebben, is het zo twaalf uur 's nachts. We praten dan over alledaagse dingen, maar kunnen ook een stevige boom opzetten."
Voor Mosselman is Gorter als een broer. "Zonder woorden voelen we elkaar aan. Ook op het gebied van geloofsbeleving verstaan we elkaar goed. Ik ervaar het als een rijke zegen dat de Heere ons al die jaren bij elkaar heeft gehouden."
Eén groot nadeel heeft zijn vriendschap met Gorter. "Hij woont zo ver weg." De inmiddels veertigjarige Mosselman woont met zijn vrouw in het Friese Zwaagwesteinde. Gorter en zijn gezin zo'n 190 kilometer verderop, in Linschoten.
Toch lijdt hun vriendschap hier niet onder. Regelmatig hangen ze aan de telefoon of gaan de gezinnen een weekend bij elkaar op bezoek. Mosselman: "Ik probeer Bob regelmatig te pushen om naar Friesland te verhuizen. Hier zijn de huizen goedkoop en heb je de ruimte. Ik zie Bob echter nog niet komen."
Maar wat als Bob zich zou bedenken en twee straten verderop zou gaan wonen? "Al zou hij dagelijks binnenwandelen, ik zou hem absoluut nooit zat worden. Daar ben ik rotsvast van overtuigd."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 maart 2005
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 maart 2005
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's