Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkliederen van   Hans Mudde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkliederen van Hans Mudde

3 minuten leestijd

Kerklied en kerkmuziek zijn hem met de paplepel ingegoten. Meer dan dat alleen: leven in en met de Bijbel en geloof, met kerk en liturgie. Dat was het gezin van de lutherse kerkmusicus dr. Willem Mudde (1909-1984) en Christina Zwart (1909-1990). In deze "musica sacra" groeide Hans Mudde (1939), de oudste kleinzoon van de legendarische organist Jan Zwart, op. Al heel jong zat hij bij zijn vader boven bij het orgel of bij zijn moeder beneden in de kerk. Het was zijn eerste ontmoeting met het kerklied, met woord en toon, met taal en klank.

Hans Mudde werd evangelisch-luthers predikant in Den Helder (1966), Deventer (1975), Zwolle (1978), Den Haag (1988) en Arnhem (1994). In 2003 ging hij met emeritaat. De studeerkamers van al deze pastorieën werden werkplaatsen voor de wekelijkse eredienst. In die werkplaatsen leek de adem vanuit de verwondering om de taal van de Schrift, van het Woord, te vragen om een lied. Het was de innerlijke drang om dat Woord te vertolken en te vertalen, niet alleen in de vorm van een preek of een overdenking, maar ook op de wijze van het lied.

De predikant zegt altijd het voorrecht te hebben gehad te mogen samenwerken met cantores en organisten die op betrokken en in de meeste gevallen ook professionele wijze inhoud wisten te geven aan het ambt van kerkmusicus, zoals dat in de lutherse traditie een kostbaar goed is. "Samen hielden we de lofzang gaande en deden we de ervaring op hoe nog veel meer omgekeerd de lofzang óns gaande hield", zegt hij.

In de lutherse pastorieën ontstonden kerkliederen, een dichtbundel, bundels overdenkingen bij kerkliederen en bijdragen van pastoraal-theologische aard. Uitgever Boekencentrum te Zoetermeer bundelde een aantal liederen en vertalingen van ds. Hans Mudde en gaf ze uit in een stevig boekje met de titel "Op de wijze van het lied".

"Op de wijze van het lied/ Even dit bestaan te boven" is het eerste van de 116 liederen die de bundel telt. Het kreeg de melodie van Gezang 444 (Liedboek voor de kerken) mee. Muddes teksten zijn voor een groot deel op bestaande melodieën (contrafacten) getoonzet. Nieuwe melodieën zijn van Marcus Bergink, Aart Bergwerff, Hans van der Boom, een belangrijk aantal van de 2003 overleden Jaap Dragt, Susanne Paulsen, Jan van Rossum, Herman Stokmans, Dick Troost, Nico Vlaming en Dirk Zwart. Van Mudde zelf zijn slechts twee melodieën (26 en 112) opgenomen. Bij een aantal liederen in de bundel maakt hij enkele aantekeningen.

Zoals voor elke liedbundel geldt bevat ook deze aansprekende en minder aansprekende teksten en zijn sommige melodieën prachtig en anderen moeilijk zingbaar. Zo geeft Dick Troost een dubbelmelodie bij "Tien woorden zijn gegeven" (12) in een niet alledaagse muzikale taal. Muddes neef Dirk Zwart levert daarentegen weer een aantal prachtige melodieën, zoals bij lied 41 "Een mensenkind melaats", die geheel trapsgewijs verloopt, maar alleen bij "en overtrad de grenzen" met een dalende kwart eruit springt. Het is tegelijk een keerpunt in de tekst en in de melodie. Knap!

Uiteraard is het lutherse gedachtegoed rijk vertegenwoordigd. Onder meer in "Een christen zijn op aarde is altijd tweeërlei" (96) en "De vrijheid is de staat van ieder christenmens" (97) naar Luthers "De vrijheid van een christenmens" en in Barnards "Een mens te zijn op aarde". Wat de lutheranen ook zeker zal aanspreken is "De zwaan kan over 't water gaan" (107). Melodieschrijver Herman Stokmans laat de zwaan meedeinen op de golven, maar bij "God laat ons niet ten onder gaan" gaat de melodie dwars tegen het golvende ritme in. Bij de volgende regel, "Gelijk het water draagt de zwaan", is het golvende ritme weer terug.

Mudde dicht prachtige woorden. "Waar de lofzang word gezongen/ tegen alle twijfel in,/ daar vertoont op onze tongen/ het geloof een nieuw begin./ Want wie zingt met hart en mond/ vindt in God weer vaste grond."

Een register op de beginregels van de liederen, op Bijbelplaatsen, op Bijbelse persoons- en plaatsnamen en aanwijzingen voor gebruik in de (lutherse) liturgie dienen als wegwijzer.

N.a.v. "Op de wijze van het lied", liederen van Hans Mudde; uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 2005; ISBN 90 239 1787 1; 214 blz.; 12,50.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 november 2005

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Kerkliederen van   Hans Mudde

Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 november 2005

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's