Vergezichten van Van der Groe
Het uitzicht dat Theodorus van der Groe (1705-1784) had vanuit de pastorietuin in Rijnsaterwoude moet nauwelijks veel anders zijn geweest dan dat wat wandelaars nu hebben bij een rustpauze bij het plantsoen in de Schoolstraat: een diepliggende polder met in de verte de kerktoren van het rooms-katholieke Langeraar. Zou Van der Groe destijds de Herenweg zijn afgelopen voor een bezoek aan collega Alexander Comrie in het naburige Woubrugge?
De boerderij ziet er niet uit. Het dak is ingevallen, de kozijnen zijn verweerd, achter de ruiten hangen groezelige gordijnen. Maar de gevel is prachtig. Op de kop van de voormuur ligt een lam, gebeiteld uit een witte steensoort, een kruis op de rug, verwijzend naar het Agnus Dei, het Lam van God. Theodorus van der Groe moet het hebben gezien in de periode dat hij in Rijnsaterwoude predikant was. Tien jaar lang stond hij er, van 1730 tot 1740.
De boerderij is drie eeuwen oud en wordt ondanks de vervallen staat met ere op de gemeentelijke monumentenlijst vermeld. Ze staat aan het begin van de bebouwde kom, langs de Herenweg, en vormt een mooi beginpunt voor een wandeling in de voetsporen van Van der Groe. Is er in dit dorpje nog meer te vinden dat herinnert aan de man die te boek staat als een van de meest karakteristieke figuren uit de nadagen van de Nadere Reformatie?
Doorkijkje
De lintbebouwing langs de Herenweg biedt wandelaars af en toe een schitterend doorkijkje. Aan de oostkant zien zij nu en dan het diepe water van het Braassemermeer. Surfers en zeilliefhebbers scheren links en rechts over de watervlakte. Aan de oever strekt een aalscholver zich uit, de wind blaast zijn vleugels droog. De golven klotsten tegen de beschoeiing, de inwoners van Rijnsaterwoude hebben weinig gevaar voor wateroverlast te vrezen.
In de tijd van Van der Groe was dat wel anders. Toen reikte het water van het Braassemermeer ook tot aan de Herenweg, maar het risico op afslag was veel groter dan tegenwoordig. Het water werd toen ook niet zozeer bevolkt met watersporters, maar met vissers en turfschippers. Via de noordkant van het meer, bij het Paddegat, konden ze in de richting van Aalsmeer varen, waar omstreeks 1740 Jan Cornelis de Jong veerschipper was.
Met De Jong had Van der Groe een pastorale briefwisseling. Een bankje langs de waterkant van het meer biedt de mogelijkheid even in zijn brieven te lezen. Tot op de dag van vandaag zijn ze in boekvorm verkrijgbaar. "Ik heb uwen tweeden brief ook tijdig wel ontvangen", zo begon de pastor van Rijnsaterwoude. "Des Heeren goede Voorzienigheid draagt ook zorge voor onze brieven, want zij wegen nog zwaarder dan de haren onzes hoofds."
Ten westen van de dijk waarover de Herenweg loopt, ligt een diepe polder met groene graslanden. Aan de horizon verrijzen de twee torenspitsen van de rooms-katholieke kerk van Langeraar. Driehonderd jaar geleden zag het vergezicht er niet veel anders uit. Ook toen lagen de akkers zo'n 3 tot 4 meter onder NAP. Ze waren ontstaan nadat turfstekers eerst het dikke veenpakket hadden afgegraven en droogmakerijen daarna het water hadden weggepompt.
Het enige verschil tussen toen en nu is dat de polder wordt doorsneden door een provinciale weg, de N207. Het verkeer dat er overheen raast, maakte in de tijd van Van der Groe gewoon gebruik van de Herenweg. Die gold als een belangrijke handelsroute tussen Amsterdam en Gouda. De duizend inwoners die Rijnsaterwoude toen telde, waren er goed mee. Waar nu luxueuze huizen en boerderijen zijn gevestigd, bloeide de handel van herbergen, smederijen en kruidenierszaken.
Verteren
De Woudse Dom komt in beeld. Al vanaf het begin van de wandeling schreeuwt de toren om aandacht, maar telkens liet hij slechts het bovenste gedeelte zien, de achtkantige lantaarn met kruis en gouden haan. Nu, bij het passeren van de blokkendoosachtige pastorie van ds. F. van Velzen, verschijnt hij in vol ornaat. Hij ziet er puntgaaf uit. Onwillekeurig doet hij aan de Utrechtse dom denken.
Koster P. Endenburg haalt een grote sleutel tevoorschijn. De deur onder de zogenaamde Tudorboog zwaait open, de toegang naar het middenschip van de hervormde kerk is vrij. Hier klonk 270 jaar geleden de stem Theodorus van der Groe. Zijn preekstoel staat er nog. Hetzelfde trapje, dezelfde lessenaar. "Och", zei hij tijdens een dienst in november 1736, "mocht de ijver van Gods huis mij maar geheel verteren, en mocht ik die korte tijd, die mij in het vlees te leven nog overig is, ganselijk doorbrengen naar de wil Gods, en voor Hem."
Een jaar voordat Van der Groe die woorden sprak, was hij volgens eigen getuigenis tot bekering gekomen. Gesprekken met een vrouw uit een naburig dorp waren daarvoor het middel geweest. Eerder was dat ook gebeurd met zijn zus Eva, die net als zijn moeder bij hem in de pastorie woonde.
De banken waarin het gehoor van Van der Groe plaatsnam, zijn inmiddels verdwenen. Alleen die van de kerkenraad zijn bewaard gebleven. Op de vloer, die gedeeltelijk bestaat uit oude, granieten grafzerken, staan nu houten stoelen met rieten zitvlakken. 's Zondags komen er ongeveer vijftig mensen. De naam van Van der Groe kennen ze allemaal. Zijn preken niet of nauwelijks. Ook de plaatselijke dominee erkent dat hij er nooit in heeft gelezen.
Cappuccino
Iets verderop aan de Herenweg verrijst een gebouw dat de afgelopen maanden een ingrijpende restauratie onderging en gedeeltelijk is teruggebracht in de stijl van de achttiende eeuw. In de dagen van Van der Groe werd er rechtgesproken. Dat gebeurde door rondreizende rechters die van tijd tot tijd Rijnsaterwoude aandeden. Het hof is veranderd in restaurant Intenz, waar onder meer gemarineerde eendenborst en een cappuccino van bloemkool op het gerecht staan.
Wie vanaf Intenz naar de Kerkstraat wandelt en meteen linksaf gaat, komt terecht in de Schoolstraat. Vier rijtjeshuizen _de nummers 6, 8, 10 en 12_ nemen de plaats in waar ooit de pastorie van Van der Groe stond. De tuin van de pastor is veranderd in een gemeenteplantsoen. De kastanjes liggen er voor het oprapen.
Van der Groe schreef op deze plaats een van zijn eerste werken, "De oude orthodoxe leer". Na publicatie van het boek zouden nog veel geschriften volgen, maar die werden niet hier, maar in de pastorie van Kralingen vervaardigd. Van der Groe voorzag dat zijn boodschap tot ver na zijn dood van betekenis zou blijven. Kort voor zijn dood in 1784 zei hij in een biddagpreek: "Nu heb ik, ellendige man, het voornaamste gedeelte van mijn hoge goddelijke last aan u en aan het gehele land mogen uitvoeren en het ook alles in geschrift zo mogen opschrijven om het te bewaren tot de tijd van het einde."
Theodorus van der Groe (1705-1784)
Hij las veel en hij werd veel gelezen. Bij zijn dood in 1784 liet Theodorus van der Groe een bibliotheek van 15.000 boeken na. Zelf liet hij ook veel geschriften het licht zien: preken, brieven, dogmatische verhandelingen en voorredenen. "Ik mag verwaardigd worden met Jesaja en met alle heilige dienaren van de Heere om na mijn heengaan ook nog te spreken", zei hij aan het eind van zijn leven.
Theodorus van de Groe werd op 3 september 1705 te Zwammerdam geboren als tweede kind in een predikantsgezin. Zijn zus Eva was de oudste, na hem werd broer Simon geboren. In 1724 begon hij zijn studie theologie aan de Universiteit Leiden, waar hij een pand bewoonde aan de Lange Brug bij het Rapenburg. Hij volgde colleges bij onder anderen Johannes à Marck.
Van 1730 tot 1740 was Van der Groe predikant in Rijnsaterwoude. Daarna diende hij de hervormde gemeente te Kralingen tot aan zijn dood in 1784. Op de Oud-Kralingse begraafplaats is hij begraven, maar waar is onbekend. Naar eigen zeggen is Van der Groe tijdens zijn ambtsperiode in Rijnsaterwoude tot bekering gekomen. Een vrouw uit een naburige gemeente wees hem erop dat hij in een "dodelijke weg van bedrog" wandelde en dat slechts kennis had aan een "denkbeeldige Christus." Zijn persoonlijke ervaring zal ongetwijfeld mede aanleiding hebben gegeven voor dat wat in zijn prediking veelvuldig aan de orde komt: de waarschuwing voor een ingebeeld geloof. Over schijn en zijn schreef Van der Groe een van zijn hoofdwerken: "Toetssteen der zaligheid".
Van der Groe schreef uitvoerig over een aangelegen punt uit zijn tijd: de zekerheid van het geloof. Ook ging hij in op de verhouding tussen Wet en Evangelie. Hij bepleitte in zijn dagen een terugkeer naar de bronnen van de Reformatie. Samen met Alexander Comrie van Woubrugge, die vijf jaar lang zijn naaste collega was, streed hij tegen het zedelijk verval in Nederland. De toekomst van land en volk zag hij somber in. Toch was hij niet zonder hoop: "De Heere zal midden in de uitvoering van zijn schrikkelijke toorn over Nederland tot het laatste einde toe altijd nog een heilig zaad er in behouden, tot steunsel van Zijn verbond."
Info
Theodorus van der Groe verkondigde tien jaar lang het Woord van God in de Woudse Dom van Rijnsaterwoude. De oudste tekening van het bedehuis is gemaakt door Jacob Stellingwerf en dateert uit ongeveer 1740, het jaar waarin Van der Groe afscheid nam van het Zuid-Hollandse dijkdorp en naar Kralingen vertrok.
De kerk van toen ziet er niet helemaal meer uit als de kerk van nu. De toren bleef door de eeuwen heen nagenoeg hetzelfde, het opvallendste verschil is wel het koor. Dat was ten tijde van Van der Groe aanmerkelijk hoger dan nu. Het stak zelfs boven het middenschip uit. Of de Rijnsaterwoudse theoloog in het koor ook kerkenraadsvergaderingen hield, zoals vandaag de dag het geval is, is onbekend.
In de tien jaar dat Van der Groe op de kansel van de Woudse Dom preekte, was de kerk vermoedelijk niet zo goed onderhouden als tegenwoordig. Direct na zijn vertrek werd een omvangrijke restauratie op poten gezet. Hetzelfde geldt voor de pastorie. De opknapbeurt die plaatsvond toen Van der Groe afscheid had genomen, kostte maar liefst 2400 gulden. In wat voor pand zou de pastor zijn periode in Rijnsaterwoude hebben doorgebracht?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 oktober 2006
Reformatorisch Dagblad | 48 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 oktober 2006
Reformatorisch Dagblad | 48 Pagina's