Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In de voetsporen van een Leidse professor

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de voetsporen van een Leidse professor

7 minuten leestijd

Op het water drijven donkergroene bladeren van de gele plomp. Een bootje met toeristen komt aanvaren. Lindebomen en statige huizen weerspiegelen in het water van de gracht langs het Rapenburg, al honderden jaren een van de deftigste straten van Leiden.

Hier woonden vroeger de geleerden die verbonden waren aan de universiteit. Een van hen was hoogleraar in de theologie Antonius Walaeus, die ook meewerkte aan de totstandkoming van de Statenvertaling. Een groot deel van zijn leven speelde zich in deze omgeving af. Hij doceerde hier van 1619 tot 1639.

Academiegebouw

Het historische academiegebouw staat er nog. Het wordt nog steeds door de Leidse universiteit gebruikt, bijvoorbeeld voor promoties in de Senaatszaal met de professorenportretten. Rondom het gebouw is het ook nu een komen en gaan van studenten.

De mooie toren met klok en goudkleurige spits valt het eerst op, maar die was er in Walaeus' tijd nog niet. Verder is het vooraanzicht van het gebouw hetzelfde als vroeger. Het academiegebouw dateert uit 1516 en deed toen dienst als kapel van een nabijgelegen nonnenklooster. Sinds 1581 is het in gebruik voor de zes jaar daarvoor gestichte universiteit, de eerste in Nederland.

De voorgevel bestaat uit acht gewelfvakken tussen gordelbogen met hoge spitsboogvensters. Op het leien dak bevinden zich elf sierlijke dakkapellen met mooie rood-witte luiken. Die luiken komen terug bij een raam aan de zijkant. Een ronde poort geeft toegang tot de ingang.

Prof. dr. W. Otterspeer, die de geschiedenis van de universiteit beschrijft, vertelt dat met name het interieur in de loop van de tijd heel wat veranderingen heeft ondergaan. Hij vermoedt dat Walaeus lesgaf in de gewelfkamer, die nog in tamelijk originele staat verkeert.

Woonhuis

In een dichtbijgelegen regionaal archief is een boekenserie in te zien over het Rapenburg en zijn bewoners. Daaruit blijkt dat Walaeus tegenover het universiteitsgebouw gewoond heeft, nu nummer 48. Het woonhuis was in bezit van de universiteit, die het eerder verhuurd had aan de bekende hoogleraar Arminius. Toen deze in 1609 stierf, mochten zijn vrouw en kinderen er blijven wonen totdat een ander er zijn intrek zou nemen. Die ander was Antonius Walaeus, die in 1619 tot hoogleraar in de theologie werd benoemd.

Walaeus had zich tijdens de synode van Dordrecht een fervent tegenstander van de leer van Arminius betoond, maar dat uitte zich niet op het persoonlijke vlak. Hij gaf de weduwe van Arminus en haar kinderen een jaar de gelegenheid om naar een andere woning om te zien.

De in Gent geboren Walaeus had verschillende keren in zijn leven betoond dat zijn theologische standpunten niets te maken hadden met personen. Toen hij nog predikant was in Middelburg wist hij het gemeentelid Abraham Beeckmans, die afwijkende gevoelens over de doop koesterde, van diens ongelijk te overtuigen. Later kreeg Beeckmans door toedoen van Walaeus een plaats in de kerkenraad.

Vertaalteam

Dezelfde gesteldheid bleek toen Walaeus Johan van Oldenbarnevelt in de laatste uren voor zijn dood moest bijstaan. Hij bezocht de landsadvocaat in de gevangenis en die was blij verrast dat hij Walaeus zag. De predikant sprak vriendelijk met hem, zonder het evenwel in alles met de ter dood veroordeelde staatsman eens te zijn. Hij vroeg waarom hij de remonstranten begunstigde, waarop Van Oldenbarnevelt antwoordde dat zijn bedoelingen verkeerd verstaan waren.

Rapenburg 48 is een groot wit herenhuis met een hoge stoep. Het gebouw heeft verschillende functies: sportschool, inloophuis voor de psychiatrie en informatiepunt voor de ggz. Het heeft in 1764 een grondige verbouwing ondergaan. Er is waarschijnlijk niets meer dat stamt uit de tijd van Walaeus, die toen ook maar een gedeelte van dit perceel bewoonde.

Overigens kan het geen heel klein huis geweest zijn, want Walaeus verbleef er met zijn vrouw, zes kinderen en verschillende studenten. Walaeus had uitzicht op het terrein rond de Pieterskerk, het Pieterskerkhof. In de tijd van de vertaling van het Nieuwe Testament vergaderde het vertaalteam in zijn huis. Later was hij voorzitter van de revisiecommissie. Men zag in de tijd van de pestepidemie in Leiden dagelijks dat er doden begraven werden. Zijn huis was met een gang en een poort verbonden met het Rapenburg. Een klein stukje linksaf, de boogbrug over het Rapenburg over en hij was op zijn werk.

Pieterskerk

Walaeus zal vast en zeker ook de andere kant op gegaan zijn: naar de Pieterskerk, die nog dichter bij zijn huis was. Op het plein voor de kerk staan grote kastanjebomen en iets minder grote lindebomen. De brede rode kerkdeuren staan open, niet als uitnodiging voor een kerkdienst maar omdat er een restauratie gaande is en heftrucks het voormalige godshuis binnenrijden.

De restauratie vergt jaren en kost ongeveer 17 miljoen euro. Voor kerkdiensten wordt de kerk al langer niet meer gebruikt, wel voor evenementen zoals concerten, congressen en manifestaties.

Ooit had de kerk een 110 meter hoge toren -een meter hoger dan die te Utrecht-, die de zeelieden gebruikten als baken. Nadat de toren in 1512 instortte, is er geen nieuwe voor in de plaats gekomen. Na het einde van het beleg van Leiden in 1574 hield dominee Pieter Cornelisz in deze kerk een dankdienst.

De Pieterskerk is indrukwekkend - vooral het middenschip met zijn tientallen hoge en brede pilaren. De kansel uit 1532 is gelukkig nog bewaard, al staat hij dan ook eenzaam tussen de pilaren. Hoe vaak zou Antonius Walaeus hier het Woord verkondigd hebben? Hij heeft in de bloeitijd van de kerk grote aantallen mensen onder zijn gehoor gehad. Zou hij, de knappe denker, een oplossing gehad hebben voor het vraagstuk van de ontkerkelijking?


Antonius Walaeus (1573-1639)

Antonius Walaeus werd op 3 oktober 1573 als Antoine de Waele geboren in Gent. Hij had een roerige jeugd in het Vlaamse stadje, dat tijdelijk een calvinistisch bolwerk was. Het gezin De Waele vluchtte tijdens de grote uitstroom van calvinisten in 1584 vanuit Vlaanderen naar Zeeland. Antonius studeerde in Leiden en werd in 1602 predikant in het Zeeuwse Koudekerke. Vanaf 1605 stond hij in Middelburg, waar hij aan de Latijnse school Griekse wijsbegeerte doceerde.

In de tijd van de arminiaanse twisten werd hij raadsman van prins Maurits, die hem graag als hofprediker zag. Walaeus bedankte echter voor de eer. Hij werd als hoogleraar naar de synode van Dordrecht (1618/1619) afgevaardigd. Men waardeerde alom zijn bezonken oordeel. Na de synode stond hij Johan van Oldenbarnevelt bij in diens laatste ogenblikken voor zijn dood.

In 1619 werd Walaeus aan de Leidse universiteit benoemd tot hoogleraar in de theologie. Samen met Polyander, Thysius en Rivetus schreef hij "Synopsis Purioris Theologiae", een standaardwerk voor studenten in de theologie dat indertijd veel gebruikt is.

Walaeus werd in 1622 regent van een kweekschool die predikanten voor het werk in Oost-Indië opleidde. De school bestond niet lang en leverde slechts twaalf predikanten af. Samen met Festus Hommius, predikant te Leiden, en Jacobus Rolandus, predikant te Amsterdam, heeft Antonius Walaeus het Nieuwe Testamant vanuit het Grieks in het Nederlands vertaald. Ze vergaderden in de woning van Walaeus. Hier vergaderden ook de revisoren, die het werk van de vertalers nakeken. De revisie kwam in 1635 klaar en de eerste Statenbijbel verscheen in 1637. Twee jaar later stierf Walaeus, die verlangend uitzag naar de eeuwigheid.


De plaatsen waar Antonius Walaeus in Leiden gewoond en gewerkt heeft bevinden zich dicht bij elkaar. Het is vanaf station Leiden-Centraal ongeveer tien minuten lopen naar het Rapenburg, waar het academiegebouw staat, de kapel van een voormalig nonnenklooster. De voorgevel is in originele staat, een gedeelte van het gebouw, waaronder de toren, is van later datum. De plaats van het huis van Walaeus is schuin tegenover het academiegebouw, aan de overkant van de gracht op Rapenburg 48. In 1764 heeft het gebouw een grondige verbouwing ondergaan. Er rest niets meer van het huis van Walaeus dan de plaats waar het gestaan heeft.

De Pieterskerk is vlak bij het voormalige huis van Walaeus, maar dan richting binnenstad. Momenteel is men bezig met een grootscheepse restauratie. De kerk is 's middags vrij toegankelijk, als er tenminste geen evenementen plaatsvinden. Een bezoek is zeer de moeite waard, ook al is er niets dat direct aan Walaeus herinnert. Meer informatie: 071-5124319. Voor wie verder wil kijken: de historie ligt in dit deel van Leiden voor het oprapen. Zowel de Pilgrim Fathers als Rembrandt hebben hier hun voetstappen gezet.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 oktober 2006

Reformatorisch Dagblad | 48 Pagina's

In de voetsporen van een Leidse professor

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 oktober 2006

Reformatorisch Dagblad | 48 Pagina's