Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"Een vat voor de hemelse schatkamer"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Een vat voor de hemelse schatkamer"

JOHN WARBURTON, 1776-1857

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van het kerkhof in Trowbridge is wel gezegd dat er op de gehele wereld "geen godvruchtiger plek" te vinden is dan deze dodenakker. Hier liggen velen van Gods kinderen. Veelzeggende bomen zijn markante getuigen van dood en leven, als vingerwijzingen uit den hoge. Links van het pad ligt al 250 jaar lang het graf van John Warburton, de man van de "weldadigheden van een Verbondsgod".

Reeds valt de avond. Maar het hek van de begraafplaats aan The Down, net buiten Trowbridge, staat nog open. Gedenknaalden priemen omhoog in een luisterende stilte. Lage muurtjes verbonden door kettingen beschermen talloze graven. Een wijdvertakte treurbeuk hult zich in zijn eerste tooi. De roep van een vogel klinkt langs strak gesnoeide heggen: Bereid uw huis, want ook gij moet sterven.

John Warburton werd in oktober 1776 geboren in Stand. Het dorp lag iets ten noorden van de Engelse stad Manchester, maar is inmiddels opgeslokt door de stedelijke allures van deze sombere industriestad. Warburton zocht zijn vermaak in de wereld. Dat ging hem goed af, vond hij zelf, maar er kwam een krachtdadig eind aan het vermaak in speel- en bierhuizen: "Ik werd overgegeven tot allerlei soort van goddeloosheid, waarin ik voortging ter tijd en plaats, die God bepaald had, niet om mij los te laten, maar door genade te roepen: Verander het hart, vernieuw de wil, en keer de voet naar Sion heen."

Tijden van radeloosheid en heilzame wanhoop volgden. Een preek over Psalm 68:19 nam de zware last van zonde en plagen van hem weg: "Gij zijt opgevaren in de hoogte; Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd; Gij hebt gaven genomen om uit te delen onder de mensen; ja, ook de wederhorigen om bij U te wonen, o Heere God." Maandenlang heeft zijn ziel zich verwonderd in "een rechtvaardig God, en toch een Zaligmaker."

Ds. J. R. Broome, auteur van de biografie "John Warburton, dienaar van een Verbonds-God" (1996), schrijft over deze tijd: "Hij leerde in één ogenblik meer van de liefde van God dan alle docenten of wetenschappelijk medewerkers hem in een tijd van een halve eeuw zouden kunnen leren. Hij kreeg te zien waar die liefde haar oorsprong heeft, en waar die liefde heenleidt, en met welk een gelukzaligheid ze de ziel kan vervullen."

Op 28-jarige leeftijd werd Warburton gedoopt door William Gadsby, in de baptistenkerk aan de Rochedale Road te Manchester.

Opgeheven banier

Warburton werd predikant. Hij wist wat dat werk inhield: "De voetstappen der schapen opsporen, de stenen des aanstoots uit de weg doen, de gebaande weg aanwijzen, de banier voor het volk opheffen, blinden leiden door een weg die zij niet geweten hebben, de duisternis voor hun aangezicht tot licht maken en het kromme tot recht."

Warburton wist ook goed dat hij daarvoor een ongeschikt instrument was: "Zo onwaardig om den mond Gods te zijn, een gouden pijp waardoor de heilige olie afvloeit tot de gouden kandelaar, een vat voor de hemelse schatkamer, een rentmeester voor de Koning der koningen, om Zijn huishouding waar te nemen, Zijn boodschappen te doen en Zijn prinsen en prinsessen te bedienen."

De Hope Chapel in Manchester werd Warburtons eerste gemeente. Maar de langste tijd stond hij in Trowbridge, in die tijd een klein fabrieksdorp, nu een plattelandsstad, liggend in glooiende velden, te midden van velden en vlaktes. Aan de einder hier en daar een kerktoren die verlangend omhoogreikt naar de liefkozing van het uitspansel.

De Zion Chapel in Trowbridge heeft geen toren. De chapel, een vierkantige schuurtjeskerk, staat aan de Union Street. Hier kerkt overigens niet langer de gemeente die nu bekendstaat onder de naam Strict Baptists. In 1894 scheidde een groepje Bijbelgetrouwe baptisten zich af. Deze Strict Baptists vonden, tot de dag van vandaag, aan The Halve een eigen vergaderplaats. Die gemeente wordt gediend door ds. J. R. Broome.

Consistorie

Bij de voordeur van de Zion Chapel staat het bord met de bekendmakingen: Dinsdagavond is er bidstond. Woensdagmorgen koffieochtend voor vrouwen. Woensdag- en vrijdagavond jeugdvereniging. "All are welcome." Er is ook een korte geloofsbelijdenis: "We believe the Bible is the inspired Word of God, our rule of faith and life."

Ergens onder het voetpad, vlak bij de voordeur, moeten nog de graven liggen van twee van Warburtons kinderen: Rhoda, gestorven in 1820, drie jaar oud, en Manoah, overleden in 1839, op de leeftijd van 29 jaar. De grafstenen zijn niet meer aanwezig.

Links voert een pad naar de oude consistorie. Daar hangen twee portretten van Warburton: de jonge Warburton -zoals hij was toen hij kwam- en de oude Warburton - zoals hij was toen hij ging, voor altijd naar huis.

In de kerkzaal staan donkerbruine banken gretig om het Woord geschaard. Deze kansel is niet die van Warburton, want die verdween in 1870. Maar hier preekte Warburton toch maar meer dan veertig jaar lang. Hier preekten soms ook Joseph Charles Philpot, John Kershaw en William Gadsby. Vaak hing de hemel laag. Kershaw zei eens na afloop van een dienst: "Ik verblijd mij als ik hier de ordening en de vastigheid van het geloof in Christus Jezus zie."

Philpot schreef na een dienst in Trowbridge: "Ik heb daar een begenadigd volk aangetroffen, waarvan de meesten geestelijk kinderen van hem (Warburton) zijn."

Er zijn grootsere kerken denkbaar, maar er zijn er weinig zo vol innerlijke meditatie als deze Zion Chapel. Hier werd vaak weerklank der bergen vernomen. Hier werd het Woord gekoesterd en werden de lieflijkheden des Heeren bewonderd.

In een zijgedeelte van de kerkruimte is een kleine expositie over de geschiedenis van de Zion Chapel en over zijn voorgangers opgezet. Er liggen prekenboeken, ledenlijsten en notulenschriften. Er zijn foto's en levensbeschrijvingen.

Er ligt ook een gastenboek met opmerkelijk veel Nederlandse namen, uit Urk, Barneveld, Barendrecht en Hoevelaken. Een klein galerijtje doet dienst als opslagruimte. Op de begane grond staat, naast de kansel, een elektronisch orgel.

Boven de kansel hangt een gedenktegel: "In memory of John Warburton, als teken van achting en genegenheid voor een geliefde dienstknecht van God, en van dankbaarheid tot de Heere, voor de gaven en de genade aan hem geschonken, voor het geven van rijke eerbewijzen in zijn leven, en overvloedige zegening in zijn dood".

In Warburtons dagen telde zijn gemeente van zondag tot zondag meer dan duizend bezoekers. Hoeveel kerkgangers komen er nu zondags? Andrew Jones, voorganger van de baptistengemeente: "Ongeveer twintig." En op dinsdagavond, als er bidstond is? "Misschien acht, of negen, tien soms."

Achter de kerk werd in de jaren zestig van de vorige eeuw een vergaderruimte bijgebouwd. Die plaats was in Warburtons dagen de begraafplaats van zijn gemeente. "Onder deze vloer moeten wel 400 mensen begraven liggen", denkt Jones. De laatste begrafenis vond plaats in 1854.

Doopdiensten hield Warburton aanvankelijk in de openlucht, meestal aan het Kenneth-Avon-kanaal, iets ten noorden van Trowbridge, vlak bij het dorp Hilperton Marsh. Later werd onder de kansel een ruimte voor de volwassenendoop gemaakt.

Woningen

Warburton heeft in Trowbridge achtereenvolgens zes verschillende huizen bewoond. Verschillende van die adressen zijn bekend. Zo heeft hij gewoond aan de Trowler weide, in een groot buitenhuis, met een rieten kap en een groot erf, aan de rand van het dorp. Daar, aan de Trowler weide, hield de predikant varkens en verbouwde hij groenten. Westwoodroad 39. Daar stond het huis, vrij in een open landschap, aan een lange oprijlaan. Het is gesloopt, maar op diezelfde plaats is een andere, langgerekte woning gebouwd, die recent geheel gerestaureerd is. Er is niemand thuis. Op het gazon staat een oude Engelse sportauto.

Warburton heeft ook vele jaren gewoond aan Waterloo Terrace, vlak bij Zion Chapel. Het huis staat er nog, deel uitmakend van een verschoten blokje van vijf woningen. Naast de voordeur van nummer 31 is een rond gedenksteentje gemetseld: "John Warburton, predikant van Zion Chapel, en schrijver van "The mercies of a Covenant God", woonde hier van 1832 tot 1862". De tuin is verwilderd. Het huis lijkt onbewoond. De gevel is vies geel en achter de ruiten hangt gore vitrage.

Warburtons laatste adres was The Halve, nummer 4, op de hoek van Duke Street, schuin tegenover The Halve Strict Baptist Chapel, de kerk van ds. Broome. Daar worden nu, zo te zien, kamers verhuurd. In de voortuin staan vier containers.

Schipbreuk

In maart 1856 werd Warburton ziek. Op zijn sterfbed zei hij: "Wat zal er een uitroep en een gejubel zijn als de oude John de hemel binnengaat, één die de hel wel duizendmaal verdiend heeft, de grootste schuldenaar aan genade en de ellendigste zondaar die er ooit was."

Toen ging "zijn arme, beproefde, bestreden, geslingerde en dikwijls schipbreuk lijdende ziel de haven van de eeuwige rust binnen." Toen ging "de oude worm" naar huis.

Philpot: "Zoals hij geleefd heeft, zo is hij gestorven, onwrikbaar in de waarheid, zonder omgevoerd te worden met verscheidene en valse leringen. Hij heeft ons achtergelaten, nog zuchtend en kreunend in de wildernis, maar opziende tot dezelfde God en hopende op dezelfde rijke, vrijmachtige en overvloedige genade."

Tombe

De oprijlaan van de begraafplaats aan The Down is omzoomd met hoge taxus. Graven liggen onder eikenbomen en rode beuken. Dit is het oudste deel van de begraafplaats. Een overbuurman zegt dat aan de achterzijde een nieuw gedeelte in gebruik is.

Veel zerken zijn verweerd, gescheurd, vergaan, zoals alles in dit leven scheurt en vergaat. Kruisen zijn omgevallen. Ingekerfde letters laten zich vaak nauwelijks meer lezen. Hier en daar leunt een scheefgezakt stenen engeltje op een brokkelige sokkel.

Links van het pad staat de gemetselde graftombe van John Warburton. In dit graf werd vijf jaar na Warburtons dood zijn vrouw, Lydia, begraven. In 1870 werd het graf voor de laatste maal geopend, voor de begrafenis van hun dochter Rachel.

In 1992 werd het graf gerestaureerd in opdracht van de Strict Baptist Chapel, Gospel Standard.

Ds. Broome schrijft over de sprake die er van dit graf uitgaat: "Wij zetten John Warburton niet op een voetstuk, maar wij verheffen de genade van God in hem. Als hij uit het graf tot ons zou kunnen spreken, zou hij ons gebieden te zwijgen, met diezelfde stem waarmee hij hele gemeenten ontzag inboezemde, en ons vermanen op een toon die ons zou doen beven, de eer van begin tot eind aan God toe te schrijven. Het hele werk van God in zijn ziel was door genade begonnen, door genade voortgezet, en door genade volbracht."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juni 2007

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juni 2007

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's