Een heel dorp om een kind op te voeden
Collectieve verantwoordelijkheid voor nageslacht taant
Veel ouders in Uganda zijn in verwarring. De manier waarop in het Afrikaanse land al eeuwenlang kinderen worden opgevoed tot waardevolle leden van hun stam en dorp, werkt niet meer. Vaders en moeders zijn tegenwoordig al blij als zij hun kroost nog onder controle hebben.
"Laat ik beginnen met een voorbeeld uit mijn eigen jeugd", begint Stella Neema het interview in haar kale kantoortje in het instituut voor sociaal onderzoek. Het instituut huist in een gebouwtje op het grote terrein van de Makerere Universiteit in de hoofdstad Kampala.
"Toen ik een klein meisje was, moest ik een keer 's morgens water halen. Dat was bij ons in het dorp de taak van meisjes. Samen met een paar vriendinnetjes ging ik niet alleen water halen, maar ook zwemmen op dezelfde plek waar we het drinkwater haalden. Een vrouw uit het dorp zag ons halfnaakt in het water spartelen. Zij riep ons naar de kant, gaf ons een pak slaag, nam onze kleren in beslag en bracht die naar onze ouders, zodat we thuis nog een keer slaag kregen.
Wat ik hiermee wil zeggen, is dat de vrouw niet wachtte met haar straf totdat ze onze ouders had ingelicht. Ze voelde zich verantwoordelijk voor het drinkwater en voor de opvoeding van de kinderen. Ze greep direct in."
De actie van de vrouw uit het dorp van haar jeugd is tekenend voor de opvoeding van Stella - en van bijna alle andere Ugandezen die ouder zijn dan twintig jaar. Een bekend gezegde uit Afrika was: "Je hebt een heel dorp nodig om een kind op te voeden". Iedereen bemoeide zich met iedereen. Een kind moest gehoorzaam zijn aan alle volwassenen uit het dorp en zelfs aan alle jongeren, zolang die ouder waren dan het kind zelf.
Ieder voor zich
Stella Neema doceert inmiddels antropologie aan de universiteit. Ze doet geregeld onderzoek naar veranderingen in de Ugandese maatschappij. "De collectieve verantwoordelijkheid voor de opvoeding begon vroeger al bij de geboorte van een kind. Alle buren, dat was dus iedereen die in de buurt woonde, kwamen langs bij de hut van de jonge moeder. Ze gaven adviezen over gezondheid en over hoe je als moeder voor je kind moest zorgen. Het feest van het nieuwe leven werd door iedereen gevierd."
De kloof tussen studenten aan wie Stella tegenwoordig lesgeeft en jongeren uit haar eigen jeugd is immens. In een periode van twintig à dertig jaar is Uganda sterk veranderd. Ugandezen hebben kennisgemaakt met de wereld buiten het eigen dorp. De veranderingen zijn zichtbaar in de kantoortorens die de skyline van de hoofdstad Kampala tekenen, maar ook in de jeugd die met mobiele telefoons een stem uitbrengt op kandidaten van de Afrikaanse versie van het televisieprogramma Big Brother.
"Tegenwoordig is het zeker in de stad ieder voor zich", zegt Stella. "Uit alle delen van het land zijn mensen de afgelopen jaren naar de stad verhuisd om geld te verdienen. Het grootste deel van hen komt in krottenwijken of semikrottenwijken terecht. Daar woont een mengelmoes van stammen. Ouders moeten het allemaal zelf uitzoeken."
De Ugandese docent bevestigt dat daardoor veel ouders de controle over hun kinderen verliezen. Zij heeft het zelf ook meegemaakt met een zoon van haar aan aids overleden zus en zwager. Toen de jongen wees werd, kwam hij bij haar in huis. "Mijn overleden zus had vier kinderen. Drie daarvan zijn goed terechtgekomen, maar die jongen niet."
"Ik kreeg niet echt contact met hem. We zijn uiteindelijk naar een psycholoog gegaan. Die zei ons dat de jongen het verlies van zijn ouders niet goed verwerkt had. Uiteindelijk heb ik het op moeten geven om voor hem te zorgen. Hij stal geld en luisterde niet. Het lukte mij niet meer. Toen heb ik hem naar een kennis in het dorp gestuurd."
Overgang
Dat "naar het dorp sturen" is tegenwoordig in Uganda een gevleugelde uitspraak. Mensen die in de stad wonen, hebben altijd nog wortels in het dorp waar hun voorgeslacht woonde. Als je je baan verliest en de huur niet meer kunt betalen, kun je altijd nog terug naar het dorp. Daar is een plek voor je, en iets te eten. Geen vooruitzicht dat stadsmensen aanspreekt, maar wel een laatste strohalm waar velen gedwongen gebruik van maken.
Uganda zit in de overgang. De oude manier van leven en opvoeden is voorbij, een nieuw evenwicht nog niet gevonden. "We moeten het natuurlijk niet dramatischer maken dan het is", vindt Stella Neema. "De context is veranderd, dat zeker. Het oude dorpsleven bestaat niet meer, want ook in dorpen neemt het individualisme hand over hand toe. Dat houd je niet tegen, maar ook in het nieuwe Uganda zal de maatschappij haar nieuwe weg vinden.
Het is niet goed om te fantaseren over vroeger. Je kunt nu misschien minder goed praten met de buren, maar daarvoor in de plaats zijn andere structuren gekomen. Je kunt op zoek gaan naar mensen uit de streek waar je zelf vandaan komt. Veel stadsmensen hebben nog een vriendengroep van hun oude school, of studievrienden. Je kunt praten met de collega's op het werk of uit de kerk."
De kerk is in Uganda heel belangrijk. Op de zondagsschool en in jeugdgroepen leren kinderen en jongeren wat ze van huis uit niet meekrijgen. "Maar", zegt Stella, "in Uganda is weliswaar veel religiositeit -bijna iedereen gaat naar een kerk of geloofsgemeenschap- maar in de alledaagse praktijk spelen christelijke waarden en normen een minder grote rol dan je zou verwachten. Het belangrijkste voordeel van de Ugandese gewoonte om bij een kerk te horen, is volgens mij dat mensen in elk geval het goede wordt voorgehouden. Doordeweeks herinneren ze zich wat hen op zondag in de kerkdienst is verteld. Ze weten nu bijvoorbeeld dat vreemdgaan in het christelijke geloof als zonde wordt bestempeld. Dat is toch een rem."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 november 2007
Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 november 2007
Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's