Vrij, maar veilig begrensd
Loopbaancoach Tjeerd van Dam: Bijbel roept op tot het oneindige én tot rust
Een drukbezet man komt bij loopbaanbegeleider Tjeerd van Dam en vertelt dat hij één keer per maand "dedicated time" heeft -tijd vrijhoudt- voor zijn echtgenote. Een andere cliënt zegt dat ze alles perfect wil doen, thuis en op het werk, en dat ze daardoor nooit klaar is. Voor Van Dam en zijn vrouw Harmke vormt het ondersteunen van mensen bij wie de balans tussen werk en privé zoek is een deel van hun dagtaak.
Tjeerd en Harmke van Dam uit Zwolle runnen sinds 2001 een loopbaanadviesbureau. Ze houden zich bezig met loopbaanbegeleiding, coaching, re-integratietrajecten en outplacement (begeleiding van mensen die vrijwillig of gedwongen op zoek zijn naar een andere baan). Negen op de tien klanten zijn christen.
Net als iedere westerling heeft een christen anno 2008 te maken met een stroom aan informatie; met individualisering, die ervoor zorgt dat je zelf mag bepalen welke richting je inslaat qua carrière; en met internationalisering, die maakt dat iedereen weet welke economische problemen eraan komen, nog voor ze hem persoonlijk raken. "Vergeleken met enkele decennia geleden moet je zelf veel meer vormgeven aan je leven", zegt Van Dam. "Dat brengt stress met zich mee. Je bent minder beschermd. Grenzen vervagen. Vroeger was ongeveer uitgestippeld wat je zou gaan doen."
Valkuilen
Hieraan gekoppeld is een andere, minder vanzelfsprekende relatie tussen werkgever en werknemer. Binding aan de baas verschuift richting de vraag: boeit dit werk mij? De Zwolse loopbaancoach onderscheidt vier "psychologische contracten", oftewel vier categorieën werkenden: horigen, nomaden, "intrapreneurs" en "free agents". De eersten voelen een sterke verbondenheid met hun bedrijf en hun werkgever; ze blijven er als het even kan jarenlang. De tweede groep heeft dat juist nauwelijks: "Bij hen kun je denken aan mensen die gewoon geld willen verdienen, via een studentenbaantje bijvoorbeeld. Zij vertrekken als het salaris ergens anders hoger ligt." Onder intrapreneurs verstaat Van Dam de betrokken, ondernemende werknemer binnen de organisatie. Free agents zijn zelfstandig ondernemers.
Geen groep ontkomt aan valkuilen rond de werk-privébalans. De horige en intrapreneur kunnen zo loyaal zijn dat zij zichzelf vergeten; de nomade en zelfstandige hebben zo veel vrijheid dat zij telkens zullen moeten "herijken" om te weten wat zij echt belangrijk vinden.
Tot zover niets over het aantal uren dat iemand maakt. Als de werk-privébalans uit evenwicht raakt, heeft dat ook niet per se te maken met tijd, maar vooral met intensiteit, denkt Van Dam: een druk leven, al dan niet volgepland. Zijn observatie uit de praktijk sluit aan bij een uitkomst van de enquête die het Reformatorisch Dagblad vorige maand hield onder lezers: mensen die géén betaald overwerk verrichten, zijn negatiever over hun werk-privébalans dan degenen die dat wél doen.
Opmerkelijk is ook het onderzoek van arbeidspsycholoog Debby Beckers, die deze week aan de Radboud Universiteit Nijmegen promoveerde op de relatie tussen overwerk en gezondheid. Bijna een derde van alle mensen die regelmatig overwerken, voelt zich niet vermoeid en vormt een gemotiveerde groep medewerkers, zo blijkt uit Beckers' onderzoek. Overwerk draagt volgens haar bij aan een positief gevoel over de functie - mits werknemers voldoende controle over hun werktijden hebben.
Een werknemer kan dus veel uren maken, en toch prima in evenwicht zijn. Anderen zijn minder gelukkig. Wie zijn de kwetsbaren? Perfectionisten, helpers en loyalisten, zegt Van Dam. Mensen die alles goed willen doen, altijd willen helpen en bijzonder trouw zijn. Mooie eigenschappen, christelijk ook. Daar ligt tegelijk een gevaar, juist voor christenen: ze zijn opgevoed met deze waarden, maar is hun ook verteld waar de grens ligt? Lang niet altijd. "Juist in onze gezindte mogen gehoorzaamheid en dienstbaarheid heel ver gaan", zegt Van Dam. "Daar komt bij dat iemand zijn eigen beeld creëert. Je helpt altijd, dus nu ook. Maar daarbij kun je gemakkelijk jezelf vergeten."
Hoe ver kan werken, werken, werken gaan? Ver. Van Dam: "Mensen hebben vaak geen contact meer met hun eigen antenne. De predikant Adrian Verbree, die een ernstige burn-out heeft gehad, zei: "Ik wist niet meer wat normaal was." Stel dat je een kikker in koud water zet dat je langzaam verwarmt. Het beest gaat dood. Maar zet je hem direct in warm water, dan springt hij eruit en overleeft hij het. Zo is het met te druk zijn: het is een proces, de balans helt langzaam over naar één kant, dat is het gevaarlijke. Vergelijk het met iemand die in een rijdende trein zit; hij ziet hem alleen nog maar vanbinnen. Hij heeft het overzicht niet."
Veeleisend
Behalve opvoeding, karaktereigenschappen en gewoonten speelt ook bedrijfscultuur een belangrijke rol in de problematiek, aldus Van Dam. "In sommige organisatieculturen moeten mensen wel heel erg over hun grenzen gaan. Je ziet overigens dat een bedrijfscultuur mensen in- en uitsluit. Een bedrijf krijgt de mensen die het verdient. Iemand die al voor 120 procent werkt, zal gemakkelijk over te halen zijn om voor 130 procent zijn best te doen; iemand die voor 100 procent wil werken, vertrekt snel bij zo'n organisatie."
Hoewel christelijke werkgevers er in positieve zin uit zouden moeten springen rond dit onderwerp, gaat dat in de praktijk niet altijd op, weet Van Dam. "Maar als het goed is, heeft een christelijke organisatie oog voor de mensen." Hij heeft een leestip over dit onderwerp: "Het Boek in bedrijf" (uitg. Barnabas, Heerenveen, 2005) gaat over Bijbelse principes voor ondernemers. Richting werkgevers heeft de auteur van het boek eerlijkheid, communicatie en duidelijkheid hoog in het vaandel.
Terwijl een werknemer uit het lood kan raken door drukte, weinig tijd en een overvolle agenda, is hij ook een slachtoffer van zijn eigen wensen, meent de coach. "Dat is het lastige van deze tijd. Aan de ene kant stellen mensen eisen aan hun eigen leven, aan de andere kant zijn ze veeleisend als consument. Een probleem moet vandaag opgelost zijn; iedereen wil snelle service als de wasmachine kapot is."
Voor evenwicht en overzicht adviseert de loopbaanbegeleider mensen zich af te vragen wat ze echt belangrijk vinden, wat hun waarden zijn en welke er herijkt moeten worden. In bewustwording ligt de sleutel om gewoonten te veranderen, zegt hij. "Verwacht geen draai van 180 graden, maar het helpt wel. Wat is belangrijk in het licht van de Bijbel, en wat vind ik? Dat gaat niet in tegen gehoorzaamheid. Soms doet iemand te veel om zijn omgeving en zijn ouders tevreden te stellen. Kiezen voor jezelf lijkt snel egoïstisch, maar als je vastloopt, kun je helemaal niet meer helpen."
Een heikel punt bij het maken van keuzes vormt vrijwilligerswerk voor de kerk. "Ik herinner me een toespraak van de bekende spreker en theoloog Willem Ouweneel. Hij zei dat hij zich vroeger helemaal in de rondte werkte -allemaal "werk voor de Heer"- en zijn vrouw en kinderen leden eronder. Hij kwam daar echt van terug. Enerzijds roept de Bijbel ons op tot het oneindige; tegelijk roept Jezus ook op om te rusten."
Cirkels
Hard werken is ook cultuurgebonden, merkt Van Dam op. "Ik hoorde eens van christenen die op een klein eiland vlak bij Australië wonen. Ze zitten de hele dag op het strand en gaan 's avonds even langs het vakantiehuis -dat ze daar verhuren- om te vegen. 's Zondags trekken ze hun mooie kleren aan en gaan ze naar de kerk. Het is onvoorstelbaar voor westerlingen. Wij zouden zeggen: Zijn dát echte christenen?"
Iemand als Calvijn was een harde werker - en hij liet een waardevolle erfenis na. Zijn eigen lichaam leek hij niet zo belangrijk te vinden. Tot op de dag van vandaag staan calvinisten bekend om hun arbeidsethos. Van Dam knikt en schudt zijn hoofd. Hij heeft hier geen sluitend antwoord op. Dit raakt aan roeping; dat is iets heel persoonlijks. "Het blijft een zoektocht. De Heere Jezus, toch ons grote voorbeeld, zocht voortdurend de rust op. Maar Paulus rende weer van hot naar her."
Van Dam tekent twee cirkels, naast elkaar. In de linker schrijft hij "waarden als christen", in de rechter "competenties: wat kan ik en wat wil ik". Hij verbindt de twee in het midden met een derde cirkel. "Ik denk dat de Bijbelse lijn voor velen in dit middengebied zit, dat waarden en competenties in elkaar overlopen. In het lichaam van Christus heeft elk lid zijn functie; er is er geen een zonder. De hand hoeft niet het werk te doen van een voet, en andersom. Wie dit beseft, voorkomt dat hij te veel wil en half werk doet. Als coach zeg ik: Probeer één taak op te pakken, en doe die goed - ook in de kerk. Wij hoeven niet alles te doen. In het licht van Gods grootheid zijn wij zo klein. Dat relativeert." Vrij, maar veilig begrensd: zo ziet de carrière van een christen er dan uit.
Dit is het zevende deel in een serie over werk en privé. Morgen deel 8.
vandam-lb.nl.voor een sollicitatiewijzer; het onderdeel profielschets gaat over "Wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik".
In of uit balans
Of iemands werk-privébalans in evenwicht is, hangt niet per se samen met het aantal (over)uren dat hij wekelijks maakt. De een werkt fluitend 50 uur per week, de ander maakt zuchtend zijn 36 uur vol. Dat blijkt uit de reacties op een enquête over dit onderwerp die het Reformatorisch Dagblad hield onder bijna 800 lezers, maar ook uit andere onderzoeken. Wat brengt de balans in of uit evenwicht?
Nee! Ja?
Grenzen stellen. Nadenken over: wat is belangrijk? Zowel professional organizer Patricia de Vries als loopbaancoach Tjeerd van Dam hamert daarop. De Amerikaanse auteur William Ury wijdde een boek aan positief nee zeggen.
"Alleen door nee te zeggen tegen verzoeken om een deel van je tijd en je energie af te staan, kun je ruimte creëren voor de ja's in je leven, namelijk de mensen en activiteiten die het belangrijkst voor je zijn. Dit is het paradoxale geheim: je kunt pas ja zeggen als je in staat bent nee te zeggen", schrijft Ury.
Maar het stopt wat hem betreft niet bij nee, er volgt weer een positief geluid, een ja. Filosofisch? Best wel. Vaag? Nee. Ury geeft veel concrete voorbeelden om te laten zien wat hij precies bedoelt. Ook toont hij hoe lastig de praktijk is. Als hij zegt dat hij zijn dochter van tien nog één pagina zal voorlezen voor ze moet slapen, zegt zij: ""Nee, nog drie." "Goed, twee dan", zeg ik. "Oké." Na twee pagina's zeg ik: "Dat was het." "Wacht eens even, dat zijn geen twee pagina's", zegt ze. "Zeker wel", zeg ik. "We hebben net pagina 10 en 11 gelezen." "Ik bedoelde twee hele pagina's, de voorkant en de achterkant!" "Zeg, wacht eens even." "Aaah, pappie, voor deze ene keer, alsjeblieft!?"
Zelfs de schrijver van een heel boek over nee zeggen vindt het dan moeilijk nee te zeggen.
N.a.v. "De kracht van Nee!", door William Ury; uitg. Business Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2007; ISBN 90 470 0062 4; 234 blz.; 21,90.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 december 2008
Reformatorisch Dagblad | 21 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 december 2008
Reformatorisch Dagblad | 21 Pagina's