Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gevaarlijk om meer te zeggen dan we weten / Geen ruimte in Bijbel voor miljoenen jaren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gevaarlijk om meer te zeggen dan we weten / Geen ruimte in Bijbel voor miljoenen jaren

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. Terry Mortenson en prof. dr. Gijsbert van den Brink gaan op deze pagina in discussie over schepping en evolutie.Deel 1: Waren er miljoenen jaren van lijden en dood voordat Adam zondigde?

Geen ruimte in Bijbel voor miljoenen jaren

Beste Gijsbert,

Veel christenen accepteren vandaag de dag dat de aarde (zoals de meeste wetenschappers beweren) miljoenen jaren oud is en ook zeggen ze dat het er niet toe doet hoe oud de aarde is. Eén reden waarom ik het hier niet mee eens ben, is het Bijbelse onderwijs over de dood. Op ieder continent bevatten duizenden meters sedimenten miljarden gefossiliseerde planten en dieren die ooit in leven waren. Evolutionistische geologen geloven dat dit een geschiedenis van miljoenen jaren van ziekte, dood en uitsterving laat zien.

Het Bijbelse onderwijs over de dood staat hiermee in sterk contrast. In Genesis 1 noemt God de schepping van voor de val zesmaal "goed". Nadat Hij de schepping op de zesde dag beëindigt, noemt Hij alles "zeer goed" (Gen. 1:31). Volgens Genesis 1:29 en 30 waren de mens, dieren en vogels oorspronkelijk vegetariërs; de planten dienden hun tot voedsel. Voor de zondvloed mocht de mens geen vlees te eten (Gen. 9:3). Deze en andere verzen laten zien dat mensen, dieren en vogels voor de zondeval geen vlees aten.

Vaak wordt tegengeworpen dat als mensen en dieren destijds planten aten, er voor de val ook sprake was van dood. De Schrift zegt echter duidelijk dat planten niet op dezelfde manier leven en sterven als mensen en dieren. Planten worden nooit "levende zielen" genoemd, wat wel geldt voor mensen, landdieren, vogels en zeedieren (Gen. 1:20-21, 24, 30; Gen. 2:7; Gen. 6:19-20 en Gen. 9:10-17).

Vleeseters

Toen Adam en Eva zondigden, strafte God de hele schepping. Geestelijk bezien stierven Adam en Eva meteen (Gen. 3:8). Maar ze begonnen ook lichamelijk te sterven (Rom. 5:12 en 1 Kor. 15:21, 22). De apostel Paulus zegt dat de dood het menselijk geslacht is binnengekomen door Adams zonde. De context van beide zojuist genoemde passages laat zien dat het hier ging om een fysieke dood.

Ook vertelt Genesis 3:14 ons dat de slang vervloekt werd, b¾ven enig ander dier. Deze vloek zorgde ervoor dat de lichaamsbouw van de slang of zijn fysieke gedrag veranderd werd. Het is daarom redelijk om te veronderstellen dat de andere vervloekte dieren ook op een bepaalde manier veranderd werden, wat er blijkbaar onder meer toe leidde dat sommige ervan vleeseters werden.

Ook Eva onderging een lichamelijke verandering, waardoor ze bij het baren van kinderen meer pijn zou ervaren (Gen. 3:16). En het aardrijk zelf werd vervloekt (Gen. 3:17-19), wat bij Lamech in het geheugen gegrifd stond, toen zijn zoon Noach duizend jaar na deze vervloeking werd geboren (Gen. 5:29).

Tijdens de zondvloed werd de hele aarde nogmaals vervloekt, samen met de landdieren en de vogels die niet in de ark waren, omdat de mens voortdurend bleef zondigen (Gen. 8:22). Goddelijke vloeken zijn altijd een reactie op menselijke opstandigheid en vaak sterven ook dieren die met deze mensen verbonden zijn.

Kanker

Vanwege de vloek zucht nu de hele schepping in onderworpenheid aan het verderf (Rom. 8: 19-25), zoals de meeste verklaarders van de Romeinenbrief erkennen. Christus zal wederkomen om alle dingen te herstellen en te verlossen (Hand. 3:21 en Kol. 1:20), tot een toestand die gelijk is aan en zelfs beter dan de wereld van voor de val. Dan zullen er geen vleeseters meer zijn (Jes. 11:6-9, 65:24-25) en geen ziekte, lijden of dood voor mensen (Openb. 21:3-5), want er zal geen vloek meer zijn (Openb. 22:3).

Evolutionisten zeggen dat zich in rotslagen fossiele dorens bevinden die volgens hen 350 miljoen jaar oud zijn. Als dit waar is, loog God in Genesis 3:18 toen Hij zei dat de dorens nà Adam kwamen. Evolutionisten hebben kanker aangetroffen in dinosaurusbotten die 110 miljoen jaar oud zouden zijn. Als de datering juist is, noemde God de kanker zeer goed. Als de Bijbel waar is, zijn deze dateringen onjuist en bestonden zowel de dorens als de kanker niet voordat Adam zondigde.

Verder geloven evolutionisten dat in de loop van 500 miljoen jaren er vijf grote catastrofes hebben plaatsvonden, waarbij 65 tot 90 procent van alle schepselen uitstierf. Als dat waar is, wat voor uitwerking had de val dan op de schepping? Dan was de "zeer goede" schepping aanzienlijk slechter dan de "vervloekte" wereld waarin we nu leven. Dan verbeterde de val in feite de "zeer goede" schepping van voor de val en moet deze als een zegen worden beschouwd!

Mythe

Ik concludeer dat als het Bijbelse onderwijs over de val en over het verlossingswerk van Christus waar is, dan de claim van miljoenen jaren een grote mythe is, werkelijk een leugen die de Bijbel verdraait. Anderzijds, als de aarde werkelijk miljoenen jaren oud is, dan moet het Bijbelse onderwijs over deze onderwerpen volkomen onjuist zijn, wat vernietigend is voor het Evangelie. Dus ik wijs de claims van de wetenschappelijke meerderheid over miljoenen jaren af.

Terry

De auteur is spreker, schrijver en onderzoeker voor Answers in Genesis in Petersburg, Kentucky.


Gevaarlijk om meer te zeggen dan we weten

Beste Terry,

In je weergave van Gods scheppingswerk richt je jezelf, evenals zo veel christenen, uitsluitend op de eerste hoofdstukken van Genesis. Het Oude Testament bevat echter nog meer passages over Gods scheppingswerk. In Psalm 104 bijvoorbeeld worden naast allerlei andere blijken van Gods scheppingsmacht de jonge leeuwen genoemd, die brullen terwijl ze op jacht zijn (vs. 21). Blijkbaar gaat hun vleeseter-zijn dus terug op de manier waarop God ze geschapen heeft, en niet op onze zonde.

Dat blijkt ook uit Gods vraag aan Job: "Zult gij voor de oude leeuw roof jagen (?) als zij (?) in de kuil zitten ter loering?" (Job 39:1,2). Het antwoord is niet: "Wat erg dat jullie zonde hen zo heeft gemaakt", maar: "Ik, de Almachtige, doe deze dingen"! God laat de arend speuren naar een prooi (vs. 32). Zo vormt heel Gods antwoord aan Job een demonstratie van Zijn wijsheid in de schepping. Job kan daarop slechts erkennen dat hij meer heeft gezegd dan hij kon verantwoorden (Job 39:35-38).

Volgens mij is dit een gevaar dat ons vandaag nog steeds bedreigt: meer zeggen dan we weten. Hoe weet je bijvoorbeeld dat Gods vloek geleid heeft tot veranderingen in de lichaamsbouw van de slang, andere dieren en Eva? Dat staat toch nergens in de tekst?

Schriftuitleg

Evenmin staat er strikt genomen dat er dorens op aarde kwamen nàdat Adam zondigde. Er staat dat de grond vervloekt is (niet noodzakelijkerwijs: zal worden) omwille van Adam, en als gevolg daarvan 'u'dorens en distels voortbrengt. Voortaan zal Adam het dus merken. Wijze theologen als Augustinus, Bavinck en Warfield hebben in dit verband gewaarschuwd voor te snelle conclusies. Het is mogelijk dat God vanuit Zijn voorkennis van de menselijke zonde de aarde van meet af aan z¾ vormgaf, dat deze al dorens en distels bevatte - zeker buiten de hof van Eden.

Hoe dan ook lijkt de hof van Eden een plek van relatieve harmonie te zijn geweest. Dus niet van volmaakte pijnloosheid. Uit Genesis 3:16 blijkt dat er in het paradijs geboortepijnen waren. Want hier staat zoals je terecht schrijft dat Eva na de val bij het baren van kinderen méér pijn zou ervaren. Dus al was het dan in mindere mate, barenspijn zou ze sowieso gehad hebben. Maar hoe is dat mogelijk als alles "zeer goed" was? Waar liegt God, in Genesis 1:31 of in Genesis 3:16?

Ik hoop dat je met me eens bent dat het misleidend is om de zaken zo voor te stellen. Als we zo doen, lezen we de teksten veel te letterlijk en komen we onvermijdelijk voor problemen te staan. (Om er nog een te noemen: slangen eten geen stof, zoals Genesis 3:14 letterlijk genomen zegt.)

Dus het echte verschil tussen ons beiden heeft volgens mij te maken met hermeneutiek, met de vraag: hoe leggen we de Bijbel uit? Naar mijn idee is het verkeerd om afzonderlijke verzen uit het geheel van de eerste hoofdstukken van Genesis te isoleren en daar allerlei conclusies aan te verbinden, zonder uit te gaan van de structuur van het geheel.

Gaan we wel uit van het omvattende tekstverband, dan wordt duidelijk dat wanneer God de schepping (zeer) goed noemt, dit niet betekent "volmaakt" of "idyllisch", zoals wij moderne westerlingen geneigd zijn te denken. Het betekent eerder: volledig geschikt voor het doel dat God met de mensheid heeft. Vanwege de verbazingwekkende balans tussen licht en duisternis, water en land, planten en dieren bood de aarde de mens enorme mogelijkheden om te leven, te leren en zich te ontwikkelen. Het paradijs was geen luilekkerland, maar een plek waar werk te doen was (Gen. 2:15).

Barensnood

Maar was er v¾¾r de val dan zelfs sprake van ziekten, dood en uitroeiing onder dieren? Dit is een van de moeilijkste vragen. Want recente ontdekkingen duiden zoals je laat doorschemeren inderdaad op enorme hoeveelheden dierlijk lijden gedurende lange periodes. Zou God zoiets ooit hebben toegelaten? Maar ook als we menen dat al het lijden van dieren het gevolg is van de zondeval, vindt het alle lijden plaats onder Gods toelating - of, als we Calvijn volgen, zelfs door Zijn actieve wil. Dus als het gaat om ons godsbeeld is er wel een gradueel, maar geen principieel verschil met de opvatting dat God ook toestond dat dieren leden voor de val.

In dit verband raakt en troost Romeinen 8:19-22 mij diep. "Het ganse schepsel zucht (?) tot nu toe." God heeft het aan de ijdelheid onderworpen, zegt Paulus. We weten niet goed waarom (over de zondeval spreekt hij in dit verband niet). Blijkbaar heeft God om redenen die alleen Hij kent het zo gewild. Maar "wij weten" -nu komt wat we wel weten!- dat het hier gaat om "barensnood" (vers 22). Straks zal het dus allemaal voorbij zijn, dankzij het voltooide verlossingswerk van de tweede Adam.

Gijsbert

De auteur is bijzonder hoogleraar geschiedenis van het gereformeerd protestantisme aan de Universiteit Leiden en universitair hoofddocent dogmatiek aan de Vrije Universiteit.

refdag.nl/darwin.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 april 2009

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Gevaarlijk om meer te zeggen dan we weten / Geen ruimte in Bijbel voor miljoenen jaren

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 april 2009

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's