Als studentenpastor verslaafde helpen

Een studentenpastor is van groot belang op een hogeschool, stelt de 49-jarige Philip Troost. Studenten zitten volgens hem in een fase van het leven waarin ze op zoek gaan naar hun eigen identiteit. "Ze vragen zich af wie ze zijn, wie God is en wat geloof inhoudt. Als pastor kun je daarin veel voor hen betekenen."

Psychosociale problemen

Hulpvragen die de studentenpastor krijgt, gaan voor een groot deel over psychosociale problemen, ontdekte Troost. "Sommige studenten komen naar je toe met een vraag over het geloof waarachter een probleem van psychische of relationele aard schuilt. Je kunt daarbij denken aan onzekerheid, perfectionisme, minderwaardigheidsgevoelens, stress, spanning of verslaving."

Volgens Troost zijn pastoraat en hulpverlening in zijn werk daarom niet los te koppelen. "Wetenschappelijk gezien zijn het twee aparte gebieden, maar in het studentenpastoraat werk je met mensen. Dan zit er iemand voor je die bijvoorbeeld moeite heeft met het begrip genade, omdat hij of zij opgevoed is met het idee "Voor wat, hoort wat". Of iemand die worstelt met zijn Godsbeeld, omdat hij een vader heeft die niet al te betrouwbaar is. Dat zijn hulpvragen die je niet kunt opsplitsen."

Competenties

De studentenpastor, predikant binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, pleit daarom voor meer ruimte voor psychosociale hulpverlening binnen het pastoraat. "In de predikantenopleiding is er nu te weinig aandacht voor. Dat is jammer, want de vakgebieden hebben veel overlap. Een goede christelijke hulpverlener is pastoraal bezig, net zo als een goede pastor therapeutische adviezen geeft."

Met die opvatting krijgt de Zwollenaar niet iedereen binnen zijn vakgebied achter zich. "Er is een groep hulpverleners en predikanten die vindt dat de werkvelden gescheiden moeten blijven. Ze zeggen: "Schoenmaker blijf bij je leest. Geloofszaken zijn van een ander chapiter dan psychische problemen.""

Waar ligt de grens aan het hulpverlenen in psychosociale problemen door een predikant, volgens Troost? "Een pastor moet zich bewust zijn van zijn competenties en zoeken naar zijn mogelijkheden en beperkingen. Ik heb wel porno- en alcoholverslaafden begeleid, omdat ik me in het verleden in de verslavingsproblematiek heb verdiept. Iemand die daar minder ervaring mee heeft, zal een student met zo'n hulpvraag sneller doorsturen."

Pottenbakker

De mooiste momenten in zijn loopbaan bij de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle had de predikant tijdens het contact met studenten. "Soms mocht ik genade verkondigen aan iemand die zichzelf veroordeelde. Het is prachtig om zo'n gezicht te zien opklaren. Dan landt het Evangelie op de plek in iemands ziel waar de knoop zit."

Vrijdag neemt Troost afscheid tijdens een congres over pastoraat en identiteitsvorming aan de Gereformeerde Hogeschool. Dan wordt ook de jubileumbundel "Als handen van de Pottenbakker" gepresenteerd, waaraan hij samen met acht coauteurs een bijdrage leverde. Het boek gaat in op het vervagen van grenzen tussen pastoraat en hulpverlening.

Troost over de titel van het boek: "Elke hulpverlener is een hand van de grote Pottenbakker. Hij helpt mensen zich te vormen naar het beeld van God. Dat betekent scheurtjes repareren, steentjes wegvegen en klei aandrukken, net zo lang totdat er een gave pot verschijnt."

Na zijn afscheid gaat de studentenpastor fulltime aan de slag in zijn eigen praktijk voor psychotherapie en pastoraat in Hattem.

gereformeerdstudentenpastoraatzwolle.nl.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen