Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lugubere vondst in een houten kist

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lugubere vondst in een houten kist

5 minuten leestijd

BREDA. Spoorloos verdween ze in april 2007, de jonge Wit-Russische vrouw Katrina. Bijna een jaar later werd haar lichaam gevonden. In een met purschuim gevulde kliko in een kist in haar eigen woning. Haar man Robert-Jan B. werd dit jaar veroordeeld voor doodslag. Officier van justitie mr. Lucas van Delft vertelt over de zaak.

Nog goed kan Van Delft zich herinneren hoe hij in februari 2008 huiszoeking deed in de woning op de Belgisch-Nederlandse grens, in Baarle-Nassau. „Al snel sloeg een lijkenhond aan. Het dier had een lijklucht waargenomen bij een houten kist.”

In de kist, die zichtbaar in de woning staat, blijkt een met purschuim gevulde kliko te zijn verstopt. Daarin ligt het lichaam van de vermiste vrouw. „Voor ons was duidelijk dat ze op een gewelddadige manier aan haar einde was gekomen.”

Robert-Jan B., echtgenoot van de Wit-Russische vrouw, is in beeld als verdachte. De man ontkent dat hij zijn vrouw om het leven heeft gebracht. „Hij zei dat hij wel de kist had gemaakt, maar dat hij zijn vrouw er niet in heeft gestopt.”

In 2007 lijkt de Wit-Russische vrouw van de aardbodem verdwenen. Familie van haar meldt de politie dat ze vanaf 13 april geen contact meer met haar kunnen krijgen. B. vertelt nadien „allerlei leugens” over zijn vrouw, blikt aanklager Van Delft terug. „De man kwam met verschillende verhalen. Zo vertelde hij tegen een zus van het slachtoffer dat Katrina naar Amsterdam was vertrokken. Tegen een vriend van Katrina zei hij dat ze naar Amerika was gegaan. Tegen weer een andere getuige vertelde hij dat ze was doodgereden op een terras.”

Wurgen

Belastend voor Robert-Jan B. is verder dat er voor de verdwijning van Katrina ruzie was tussen beide echtelieden, zet Van Delft uiteen. „Beiden hadden ook een andere partner. Katrina heeft de dag voor 13 april 2007 nog contact gehad met een zus in Wit-Rusland. Toen vertelde ze dat de verdachte had geprobeerd haar te wurgen. Katrina heeft ook meermalen met het Nederlandse en Belgische alarmnummer gebeld. Zo zei ze dat de verdachte haar probeerde „dood te doen.” Begin 2007 stuurde ze een alarmerend sms’je naar een vriendin met de letterlijke tekst: „RJ tried tot kill me with handen.” Dus: RJ probeerde me met zijn handen te doden.” Getuigen hebben in de periode voor 13 april 2007 striemen in haar hals gezien. Dat duidt op gewelddadigheden.”

Robert-Jan B. beweert dat de kist aan de zijkant moet zijn opengebroken door iemand anders en dat die persoon de kliko met het lichaam van zijn vrouw erin heeft gestopt. Van Delft gelooft niets van dat verhaal. „Er zaten geen braaksporen op de kist. Wij hebben de kist door onderzoeksinstituut TNO laten onderzoeken. Dat speurwerk wees uit dat het onmogelijk is de kist open te breken zonder sporen achter te laten. Het verhaal van de verdachte klopte dus niet.”

Complicerend is dat het lastig is om vast te stellen hoe de Wit-Russische vrouw om het leven kwam. Van Delft: „Het lichaam heeft maandenlang verstopt gezeten. Er trad ontbinding op. Er is een snijwond aan het bovenbeen van de vrouw gevonden, maar die kan ook na haar dood zijn aangebracht. Zo’n wond kan wijzen op een poging het lichaam in stukken te snijden.”

Als het Nederlands Forensisch Instituut geen duidelijke doodsoorzaak kan vaststellen, raadpleegt het openbaar ministerie twee andere deskundigen in een poging klaarheid te krijgen. „Bij levensdelicten moet je het maximale doen om helderheid te krijgen. Op de rechtszitting kwam naar voren dat uit alle onderzoeken blijkt dat wurging niet is uitgesloten. In ieder geval wees alles erop dat er geen sprake is van een natuurlijk overlijden. De vrouw had geen ziekte onder de leden. Ook was er nooit iets gemerkt van zelfmoordneigingen. De rechter heeft uiteindelijk vastgesteld dat er sprake moest zijn van een gewelddadig overlijden, zonder dat precies duidelijk was wat er precies met haar was gebeurd. Maar dat deed voor de rechtbank niet ter zake.”

Opvallend is dat Robert-Jan B. enkele keren uit voorlopige hechtenis is ontslagen. Van Delft licht toe: „Wij zouden de zaak binnen 110 dagen voor de rechter moeten brengen. Maar we hadden tijd nodig om onderzoek naar de doodsoorzaak te laten verrichten. Om tijd te winnen, hebben we de man vrijgelaten. Dat was een lastige beslissing. We wilden niet het risico lopen dat hij zou worden vrijgesproken, terwijl het onderzoek nog niet was afgerond. We hadden niet het idee dat hij zou vluchten.”

Oud vuil

Tijd was er ook nodig voor een undercoveroperatie, legt Van Delft uit. „De man was actief in de seksbranche. Hij had een parenclub. Politiemensen deden zich voor als mensen van een organisatie die ook iets dergelijks wilde opzetten. Ze stuurden in gesprekken aan op de vondst van een dode in zijn woning, in de hoop dat de verdachte de moord zou opbiechten. Dat deed hij niet. Wel vertelde hij over de wijze waarop de kliko was afgedicht. Die specifieke informatie heeft de rechter niet meegewogen in het vonnis.”

Uiteindelijk is B. veroordeeld tot elf jaar cel voor doodslag op de vrouw. De ontkennende verdachte heeft hoger beroep ingesteld. Van Delft heeft er alle vertrouwen in dat de veroordeling in stand blijft.

De officier van justitie is er vast van overtuigd dat B. echt de dader is. „Na veel en tijdrovend onderzoek heeft het recht gezegevierd. Voor mij staat vast dat B. zijn vrouw als oud vuil in een kliko en vervolgens in een houten kist heeft gedumpt. Het onwetende dochtertje van de twee plakte nota bene tekeningen op die kist. Mensonterend.”

In deze Week van de Rechtspraak vertellen officieren van justitie over een zaak die hen sterk heeft beziggehouden. Vandaag deel 1 van een drieluik.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 september 2013

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Lugubere vondst in een houten kist

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 september 2013

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's