Gerhard Hormann over deflatie
Toen ik in 2005 voor de eerste keer het boek Deflatie in aantocht van Eric Mecking las, wist ik niet dat die term bijna tien jaar later dagelijks in het nieuws zou zijn.
Eerlijk gezegd wist ik niet eens wat deflatie precies inhield en eigenlijk was ik daar ook niet bijster in geïnteresseerd. Wat mij vooral aantrok, was zijn voorspelling dat de huizenmarkt op korte termijn „ineen zou gaan zakken.”
Niet alleen heeft hij daar achteraf gezien gelijk in gehad, de almaar dalende huizenprijzen vormen ook het duidelijkste voorbeeld van deflatie. Bij inflatie wordt alles duurder, bij deflatie treedt juist het omgekeerde mechanisme op. In het eerste geval wordt je geld minder waard, in het tweede geval juist méér.
Inmiddels zijn er van het bewuste boek drie herziene en geactualiseerde edities verschenen, die ik allemaal heb gelezen. Maar nog steeds begrijp ik niet waarom we bang zouden moeten zijn voor deflatie. Elke dag is er wel een econoom die in de media waarschuwt voor een ”deflatiespiraal”, alsof dat een soort draaikolk is die ons langzaam de diepte in sleurt. Nu de inflatie is gedaald tot 0,7 procent zouden er zelfs Japanse toestanden dreigen.
Als leek –want ik ben politicoloog en geen econoom– vind ik dat maar een raar verhaal. Persoonlijk ben ik namelijk veel banger voor de ”geldmoord” waar Edin Mujagic in het gelijknamige boek voor waarschuwt (hoge inflatie die de welvaart uitholt) dan voor het zogeheten deflatiespook. Uiteindelijk zal de malaise op de huizenmarkt er namelijk alleen maar toe leiden dat huizen voor starters weer betaalbaar worden.
Waarom wordt er dan zo nerveus gedaan over deflatie? Het standaardverhaal is dat consumenten hun uitgaven gaan uitstellen in afwachting van nóg lagere prijzen. De vraag is of dat klopt, want ik heb ooit een inkjetprinter aangeschaft voor 1000 gulden, terwijl je die nu voor een paar tientjes kunt kopen. Bovendien zijn er in 2013 ruim 87.000 bestaande woningen van eigenaar veranderd, terwijl de prijzen voor het zoveelste jaar op rij daalden en niemand met zekerheid kan zeggen of de bodem is bereikt.
Toen ik de paniekerige berichtgeving over deflatie wat aandachtiger las, kwam de aap al snel uit de mouw. Bij lage inflatie „wordt het Europese schuldenprobleem steeds moeilijker te managen,” aldus een Tilburgse hoogleraar, en daarmee was het hoge woord eruit. Lage inflatie is goed voor mensen met spaargeld en voor de koopkracht van gepensioneerden met uitkeringen die al jaren op rij niet zijn geïndexeerd. Deflatie is een salarisverhoging die je als werknemer zomaar cadeau krijgt.
Tegelijk is het slecht nieuws voor particulieren en overheden die tot hun nek in de schulden zitten. Hoge inflatie holt schulden uit, terwijl deflatie ze alleen maar duurder maakt. Op pagina 208 van de eerste druk van zijn boek stelt Mecking dan ook expliciet: „Het eerste wat u daarom moet doen, is uw schulden verminderen, met name uw hypotheek. Daarnaast moet u minder geld uitgeven en (nog) meer sparen.”
Deflatie is dus alleen maar een probleem in een economisch systeem dat is gebaseerd op het aangaan van grote schulden, op eindeloze economische groei en op ongebreidelde consumptie. Elke poging om de inflatie aan te jagen, bijvoorbeeld door de geldpers op volle toeren te laten draaien, is dus niet alleen de laatste stuiptrekking van een failliet systeem maar ook een ronduit perverse prikkel.
De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 april 2014
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 april 2014
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's