Louter genade
„Heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid die wij gedaan hadden.” Titus 3:5a
Paulus richt hier het woord tot de gelovigen en beschrijft de wijze waarop zij in het Koninkrijk Gods zijn ingegaan. Hij ontkent dat zij ook maar iets door hun werken verdiend hebben om het heil deelachtig te worden, zodat zij bijvoorbeeld met God verzoend zouden worden door middel van het geloof; maar hij zegt dat zij dit goed alleen door Gods barmhartigheid verkregen hebben.
Daarom maken wij uit zijn woorden op dat wij God niets aanbrengen. De genade Gods alleen is er eerst, zonder enige aanmerking van onze werken. Want wanneer hij zegt: „niet uit de werken”, geeft hij te kennen dat wij niets kunnen dan zondigen, totdat wij wedergeboren zijn door God. Want deze ontkenning hangt af van de vroegere bevestiging, waar hij gezegd had dat zij die nog niet herschapen zijn in Christus, dwaas en ongehoorzaam zijn en aan velerlei begeerten onderworpen. Inderdaad: welk goed werk zou toch tevoorschijn komen uit zo’n verdorven massa?
Waanzinnig zijn dus zij die verzinnen dat de mens door zijn eigen voorbereidselen nadert tot God. Want gedurende heel hun levensloop gaan zij verder van Hem af, totdat Hij met eigen hand hen van de dwaling terugtrekt op de weg.
Kortom: dat wij, eerder dan anderen, verkozen zijn tot het deelgenootschap aan Christus, dat schrijft Paulus geheel toe aan Gods barmhartigheid, omdat er in ons geen werken der gerechtigheid geweest zijn.
Johannes Calvijn, reformator te Genève
(”Zendbrieven van Paulus”, 1963)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 6 mei 2014
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 6 mei 2014
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's