Preek op zak of op de zak
Overbekend is dat prof. G. Wisse tijdredes in verschillende prijsklasses aanbood. Maar er is ook een (onwaarschijnlijk) verhaal van een dominee die aan het begin van een dienst stelde dat hij voor een preek van 50 minuten 50 gulden vroeg, voor een van 30 minuten 300 gulden en voor een van vijf minuten 500 gulden. De koe bij de horens vattend, zei hij toen: „Laten we daarom eerst collecteren.” Een ”preek op de zak”.
In de reguliere preekvergoedingen zitten nogal verschillen voor diensten buiten de deur: in de Christelijke Gereformeerde Kerken 70 euro, in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt 90 euro, in de Hersteld Hervormde Kerk 100 euro, in de Protestantse Kerk 120 euro, in de Gereformeerde Gemeenten 175 euro. Of de verschillen in vergoeding zijn terug te voeren op de lengte of de kwaliteit van de preken laat ik in het midden.
Elke weleerwaarde zal natuurlijk ootmoedig zeggen of beamen dat hij het niet om het geld doet. Nochtans ontvangen de predikheren voor hun uitgesproken en soms ook uitgegeven sermoenen tegenwoordig aanmerkelijk meer dan de stokslagen die Paulus als loon ontving, afgezien van zijn honorarium als tentenmaker.
Henk de Jong heeft in een van z’n kostelijke boekjes (”’n Preek zus, ’n preek zo”) een curieuze collage preekvergoedingen in pecunia of in natura bijeengebracht. Een lutherse predikant in Kampen kreeg van de plaatselijke overheid voor een gepaste tijdrede 45 flessen wijn. Professor Van der Palm (”de eerste van Neerlands redenaaren”) trof aan het eind van elke dienst een briefje van honderd van een uitgever, tegen inlevering van zijn preek. Hij kon er van zijn preken een zomerresidentie op nahouden. Een ”donderdpreek” van prof. Van Oosterzee in de Laurenskerk in Rotterdam kreeg een oplage van 13.000 exemplaren. Hij maakte van de opbrengst (1600 gulden) een reisje naar Zwitserland. Een oud-burgemeester van Rotterdam liet testamentair vastleggen dat jaarlijks een bedrag van 500 gulden moest worden uitgekeerd aan een predikant die acht „opzettelijke leerredenen” zou houden tegen atheïsten, deïsten, joden, heidenen en andere tegensprekers. Ds. J. Patijn hield er 12.500 gulden aan over.
Terug naar het preken op de zak. Dat komt dunkt me vooral voor bij predikheren die geen preek op zak hebben maar ”loshandje” preken. Dan ben je wel afhankelijk van de gunst van het volk of de waardering van de preek. Een predikant, gereformeerd met nog een voorvoegsel, moest zich bij de Belastingdienst ooit verantwoorden voor zijn inkomen. „Mijn inkomen is een beweeglijk koninkrijk”, voegde hij de inspecteur toe. Voor de een legt de kip gouden eieren, bij een ander is schraalhans keukenmeester.
Kort voor de oorlog diende voor de rechtbank in Zwolle een geding vanwege een conflict in de vrije gereformeerde gemeente te Harderwijk met de voorganger ds. H. J. Grisnigt. Deze verklaarde dat hij en zijn kinderen werden geterroriseerd. Hij preekte op de zak. De laatste twee weken was de opbrengst 89 1/2e cent en 1,16 gulden. De koster was van oordeel dat men het gezin liet doodhongeren.
Toch maar liever een gefundeerde preek op zak en een gegarandeerde honorering los van de zak.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 19 mei 2014
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 19 mei 2014
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's