Het deflatiespook is gearriveerd
Voor het eerst sinds de kredietcrisis kampt de eurozone met de onder economen gevreesde deflatie. Om het prijspeil weer op te voeren, staat ECB-president Mario Draghi al maanden te popelen om, tegen de wil in van Berlijn, grootschalig staatsobligaties op te kopen. De vraag is of dat helpen zal. „Als u en ik niets uitgeven, verandert er ook niets.
Wie zich ook zorgen maakt over deflatie, minister Dijsselbloem van Financiën in ieder geval niet. In een interview stelde de bewindsman eind vorig jaar niet wakker te liggen van het ‘deflatiespook’, dat toen nog op weg leek richting Europa.
Inmiddels heeft dit spook daadwerkelijk voet aan de Europese wal gezet. Voor het eerst sinds 2009 lagen vorige maand de prijzen in de eurozone (0,2 procent) lager dan een jaar geleden, waarmee er officieel sprake is van deflatie
Ook in Nederland stijgen veel producten al maandenlang nauwelijks nog in prijs. Vorige week tekende het Centraal Bureau voor de Statistiek over 2014 het laagste inflatiecijfer op in 25 jaar. En op basis van de in Europa gangbare rekenmethode daalden ook hier bij ons in december de prijzen.
Wie zich in ieder geval wél zorgen maakt over deflatie, is Eric Mecking. Al sinds 2005 trouwens, toen van zijn hand het boek ”Deflatie in Aantocht” verscheen. Daarin stipte de historicus vrij nauwkeurig aan hoe de in de westerse wereld steeds verder opgeblazen kredietbubbel op het punt stond te knappen, wat zou leiden tot een crisis die de Grote Depressie van de jaren dertig zou evenaren; met massawerkloosheid, afnemende bestedingen en kelderende huizenprijzen en aandelenbeurzen als gevolg.
Die crisis kwam er. En, hoewel wat later dan gepland, komt nu de deflatie uiteindelijk ook. Al hebben we volgens Mecking ook de afgelopen jaren al volop deflatie meegemaakt. „Voor het officiële deflatiecijfer telt de huizenprijs bijvoorbeeld niet mee. Terwijl die, zoals ik al in 2005 in mijn boek voorspelde, de afgelopen jaren al met zo’n 20 procent is gedaald. Ook dat is pure deflatie. Het is het leeglopen van de kredietluchtbel.”
Voor wie na vijf jaar van vooral krimp eindelijk snakt naar het langverwachte economische herstel, heeft Mecking overigens slecht nieuws. In de vorige maand verschenen achtste druk van ”Deflatie in Aantocht” –opgefrist en aangevuld met medewerking van vermogensadviseur Elmer Hogervorst– stelt de historicus op basis van de conjunctuurgolven van de Russische econoom Kondratieff dat we nog midden in de economische winter zitten. Een winter die nog tot zeker 2020 kan gaan duren.
Mecking: „Mensen denken dat de crisis voorbij is omdat we een recessie hebben gehad en kort daarna nóg een. Maar is er de afgelopen jaren ook maar iets opgelost? De werkloosheid bedraagt in Europa 11,5 procent. Dat is dramatisch. We hebben een flinterdunne groei waarmee je, hoe hard iedereen ook toetert over herstel, de kar echt niet trekken kunt. Eigenlijk hebben overheden en centrale banken de afgelopen jaren alleen tijd gekocht en zijn ondertussen hun schulden verder toegenomen. Maar een crisis die ontstaan is door te veel schuld, kún je niet oplossen met nog meer schuld. We hebben de afgelopen decennia groei gecreëerd met krediet. Die kredietbubbel moet gewoon nog veel verder leeglopen.”
Veel economen zien dat volgens hem niet in. „Zij kennen de geschiedenis niet en denken niet in golfpatronen. In hun modellen gaat het steeds iets beter of hooguit ietsjes slechter. Maar waar ze geen rekening mee houden, is de menselijke factor. Terwijl die het allerbelangrijkste is. Het menselijk gedrag wordt nog steeds gedreven door dezelfde karakteristieken als duizend jaar geleden: hebzucht en angst.”
Mecking en Hogervorst verwachten dan ook dat het ergste zelfs nog gaat komen. Hogervorst: „Veel mensen gaan gebukt onder hun hoge hypotheekschulden en geven veel minder uit. En dan wentelt de overheid haar schuld ook nog eens meer en meer op de burgers af. Die krijgen het daardoor nog zwaarder, met als gevolg dat zij weer minder gaan uitgeven. En daar komt dan ook nog eens de vergrijzing bij, die ervoor zorgt dat de groep die doorgaans de grootste uitgaven doet, de veertigers, de komende jaren hard zal afnemen.”
Die combinatie is volgens het duo „dodelijk” voor de toch al kwakkelende economie en de woningmarkt, wat ook zal leiden tot een periode van aanhoudende deflatie. Mecking: „Deflatie is juist goed, hoor ik vaak. Lekker goedkope benzine en zo. Ja, in het begin lijkt dat zo. Maar de huidige deflatie is niets anders dan vraaguitval. Om toch maar wat te verkopen, verlagen bedrijven hun prijzen. Maar omdat hierdoor ook hun marges dalen, moeten uiteindelijk ook de lonen naar beneden, of volgen er nieuwe ontslagen. Zo krijg je een neerwaartse spiraal van verder dalende bestedingen en nóg meer deflatie.”
Volgens Mecking kan deflatie fataal worden als iedereen tot zijn nek toe in de schulden zit. „En dat is juist nu het geval.”
Dat de Europese Centrale Bank (ECB) om die deflatoire spitaal te keren al maandenlang probeert om de economie aan te zwengelen en de inflatie te verhogen, begrijpt Mecking daarom wel. „In tegenstelling tot inflatie is deflatie ook lastig tegen te gaan. Inflatie bestrijden is vrij makkelijk; net als tandpasta uit een tube knijpen. Maar om deflatie tegen te gaan moet je als het ware die tandpasta weer in die tube zien te krijgen.”
Donderdag wordt bekend of de ECB de geldkraan nog weer verder openzet, door los te gaan met een omstreden opkoopprogramma van staatsobligaties. Volgens Mecking zal het allemaal niet veel helpen. „De hoop van de ECB is dat banken meer geld gaan uitlenen. Maar als jij en ik niets uitgeven, dan gebeurt er ook niets. Hoe laag de rente ook is. De ECB kan van alles opkopen, maar er wordt bijna niets geïnvesteerd. Het economische klimaat is daar ook niet naar. Er wordt alleen maar geld geparkeerd. De Nederlandse staat geeft sinds deze week zelfs staatsobligaties uit met een negatief rendement. Mensen geven dan dus gewoon geld toe om een obligatie te mogen kopen! Economisch gezien is er dan echt iets finaal mis.”
Toch kan volgens Mecking en Hogervorst de huidige situatie van een extreem lage rente best eens sneller voorbij zijn dan velen nu verwachten. „Iedereen vertrouwt nu blind op de overheid. Maar ook overheden zitten zwaar in de schulden. Op een bepaald moment krijgen mensen dat in de gaten en dan halen ze dat geld dat nu naar die staatsobligaties vloeit gewoon weg. Dan gaat, boem!, ineens de rente weer omhoog. Want uiteindelijk bepaalt de markt de rente, niet de centrale bankiers. Dan zijn de rapen gaar en zullen er landen failliet gaan. En dan gaan goud en zilver een spurt maken. Er blijft gewoon niets anders over.”
Aan de financiële implosie die daarop zal volgen, zit volgens Mecking nog wel één opvallend voordeel. „De laatste tijd is er, zeker ook door het boek van de Franse econoom Piketty, veel te doen over de groeiende ongelijkheid tussen arm en rijk. Nou, één beurskrach gecombineerd met een flinke vastgoedcrash en er blijft nog maar een piepklein verschilletje over. Dat is in de geschiedenis keer op keer gebeurd.”
Moeten we wakker liggen van deflatie?
Over de vraag of deflatie een drama is of juist een feestje, doen verschillende visies de ronde. Per saldo kan een dalend prijspeil zowel goed zijn als slecht. Crux is vooral wat de oorzaak is.
Dat in de eurozone nu de prijzen dalen –waardoor de koopkracht stijgt– vindt vooral zijn oorzaak in de fors gedaalde olieprijs. Dat is vooral positief en kan, zeker als mensen een deel van de ‘winst’ aan de pomp uitgeven aan andere zaken, een impuls betekenen voor de economie. Ook als prijzen dalen doordat nieuwe technologie de productie van goederen goedkoper maakt, is deflatie positief. Het heeft dan als bijkomend voordeel dat lonen en pensioenen niet aan een stijgend prijspeil hoeven te worden aangepast.
Deflatie kan echter ook ontstaan, en ook daarvan zien we nu signalen, als bedrijven hun prijzen verlagen omdat door bestedingsuitval de vraag naar hun producten daalt. In die situatie is deflatie –hoewel dat in het begin anders lijkt– minder prettig. Het kan een neerwaartse spiraal opleveren van dalende prijzen, die op hun beurt bedrijven dwingen verder te besparen op hun loonkosten door salarissen te verlagen of mensen te ontslaan. Daardoor lopen de bestedingen verder terug en zakken de prijzen nog meer.
In de media klinkt het vaak dat centraal bankiers huiverig zijn voor deflatie omdat zij willen voorkomen dat zich in de hoofden van mensen de verwachting nestelt van steeds lagere prijzen. Dan zouden consumenten aankopen kunnen gaan uitstellen, omdat straks alles nóg goedkoper wordt.
Die verklaring lijkt voor de meeste producten wel wat vergezocht. Is er iemand die dit jaar géén cadeau koopt voor zijn jarige dochtertje, omdat speelgoed volgend jaar goedkoper is? In Japan, dat meer dan een decennium kampte met deflatie, groeide de consumptie ook gewoon door. Evenals in Spanje, waar het prijspeil al sinds vorig jaar daalt.
Een belangrijker aspect is dat deflatie schulden als het ware duurder maakt: die moeten immers worden afgelost met geld dat door deflatie meer waard is geworden. Als tevens de lonen dalen, of de werkloosheid groeit, maakt dat tegelijk de mogelijkheden van burgers om die schuld terug te betalen juist kleiner. Naast lenen maakt deflatie ook investeren minder lucratief, waardoor de economie kan stagneren.
Omdat deflatie daarnaast door centrale banken uiterst moeilijk is tegen te gaan, is hun lijn tot nog toe vooral: zorgen dat je er niet in terechtkomt.
ECB niet eensgezind over opkoopplan
Het betekent een belangrijk moment in de geschiedenis van de Europese Centrale Bank (ECB). De bestuurders staan op het punt om, in een poging de economie in de eurozone weer aan de praat te krijgen en het gevaar van deflatie af te wenden, een programma voor het opkopen van staatsobligaties te starten. Donderdag valt de beslissing.
In normale omstandigheden vormt de rente het voornaamste monetaire wapen. Maar op dat vlak is alle kruit verschoten. Het officiële tarief staat na een lange reeks van verlagingen op nagenoeg 0. Dus wordt gegrepen naar onconventionele middelen. Zo kunnen de commerciële banken vrijwel onbegrensd voor langere termijn bij de ECB lenen. Verder koopt die nu reeds obligaties op, maar tot dusver niet als ze zijn uitgegeven door overheden.
Stimuleringsmaatregel
In de Verenigde Staten deed de Federal Reserve (Fed) de afgelopen jaren volop ervaring op met het uit de markt halen van juist wel staatspapier. Het komt erop neer dat bij die aanpak de centrale bank als het ware geld over de economie uitstrooit, bedoeld als stimuleringsmaatregel. De vergroting van de hoeveelheid liquiditeiten biedt immers ruimte om de kredietverlening en de bestedingen uit te breiden en daarmee de groei aan te jagen en de inflatie richting het streefniveau van bijna 2 procent te brengen. In Amerika is het programma trouwens al afgebouwd, omdat in het economisch herstel aan die kant van de Atlantische Oceaan voldoende vaart zit.
Donderdag vergadert het hoogste orgaan van de ECB, samengesteld uit de zes directieleden en de chefs van de nationale centrale banken. Dat er aanvullende plannen worden afgekondigd, lijkt welhaast zeker. President Mario Draghi heeft er in de achterliggende maanden tal van keren op gezinspeeld. Dan uiteindelijk toch ervan afzien, zou zijn geloofwaardigheid aantasten.
Maar de beleidsmakers in Frankfurt zijn niet eensgezind. Het draait waarschijnlijk uit op een meerderheidsbesluit. Bij vertegenwoordigers uit noordelijke landen in het eurogebied leven bezwaren. Topman Klaas Knot van De Nederlandsche Bank en zijn Duitse collega Jens Weidmann zijn daar open over.
Risico
De Europese regels verbieden monetaire financiering, het financieren van overheidstekorten door de ECB. Al verwerft die instelling geen obligaties meteen bij uitgifte, maar stukken die al in circulatie zijn, ze komt met de beoogde actie wel dicht in de buurt van dat verboden terrein. Critici vrezen dat als zij schulden overneemt, regeringen hun begrotingssanering en andere hervormingen op een lager pitje zullen zetten.
Verder verschuift bij het opkopen van leningen van een bepaald land het risico van wanbetaling naar de ECB en daarmee naar de eurolanden gezamenlijk. Zij draaien op voor de schade als terugbetaling onverhoopt uitblijft. Knot benadrukte kort geleden in een interview: „Ik zeg het nog één keer: het delen van risico’s tussen eurolanden is een besluit dat per se moet worden genomen door politici”; en niet door monetaire technocraten.
Binnen de ECB wordt druk overlegd over mogelijke varianten van een opkoopprogramma die minder weerstand oproepen. Zo zouden de transacties voor een deel kunnen worden verricht door nationale centrale banken, zodat er geen sprake is van een gemeenschappelijk risico. De discussie over de precieze vormgeving duurt ongetwijfeld tot donderdag voort. Dan mag Draghi ’s middags op zijn persconferentie, na afloop van het beraad, uitleg geven. De financiële wereld kijkt er reikhalzend naar uit.
Arie de Rooij
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 januari 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 januari 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's