Gerhard Hormann over thuisblijfvakantie
De kranten stonden de laatste tijd bol van de tips om je te wapenen tegen de verkeersdrukte richting het zonnige zuiden.
Of je nu vertrekt op zwarte zaterdag of niet, onderweg naar je vakantieadres dien je rekening te houden met lange files en andere ontberingen. De nuttigste adviezen stonden er echter niet bij, want je kunt ook gewoon thuisblijven. Of gaan kamperen in Drenthe.
Dat laat maar weer eens zien hoe vanzelfsprekend we zomervakantie vinden en hoe we dat zijn gaan associëren met verre reizen. Vakantie is niet alleen een recht, ook de bijbehorende definitie is onwrikbaar. Zelfs wie in gezelschap zegt slechts een „weekje” weg te gaan, kan rekenen op opgetrokken wenkbrauwen. Een week vakantie doe je een paar keer per jaar tussendoor, niet tijdens de zomermaanden.
Nu mag van mij iedereen vakantie houden op de manier die past bij zijn budget, zijn levensovertuiging of zijn manier van leven. De maatschappelijke druk om het op een bepaalde manier in te vullen, is echter groot. Thuisblijvers worden doorgaans beschouwd als zielig en zonderling, of te arm om zich een reis te kunnen veroorloven. Dat laatste kan ook het geval zijn en vraagt dan ook eerder om mededogen dan om leedvermaak.
Veelzeggend is dat mensen steevast vragen (en daar begint men in februari vaak al mee) waarheen je op vakantie gaat, maar nooit eens waarom. Op vakantie ga je omdat iedereen het doet, omdat je dat je hele leven al hebt gedaan of omdat je nooit stilstaat bij de vraag wat je diepere drijfveren zijn. Je hoeft echter maar één keer een zomervakantie over te slaan om daar ineens heel anders over te denken.
In 2011, toen het woord ¨staycation” hier nog wortel moest schieten, zijn wij de hele zomer thuisgebleven omdat we hard aan het sparen waren voor de aankoop van een stuk grond achter ons huis. Terugblikkend kun je stellen dat onze eerste thuisblijfvakantie diende om een stuk weiland te kunnen kopen waarop we vanaf dat moment heel veel van dat soort thuisblijfvakanties zouden kunnen houden.
Nu ik veel minder hard werk dan voorheen, zijn de belangrijkste redenen om in de zomer weg te gaan weggevallen. Ik hoef niet op vakantie om de accu op te laden, om tot rust te komen of om eindelijk toe te komen aan die stapel boeken op mijn nachtkastje. Ik slaap elke nacht als een roos, heb nauwelijks nog stress en al die boeken heb ik al uit voordat het KNMI de eerste zomerse dag aankondigt.
Dat we dit jaar toch een weekje weg zijn geweest (deze column heb ik vlak voor vertrek geschreven en morgen zijn we weer thuis) komt doordat het goed is om als gezin samen tijd door te brengen. Dat kan ook thuis, maar op vakantie doe je veel meer samen en is er meer aandacht voor elkaar. Daarvoor hoef je echter niet vreselijk ver weg, want ook in het Zwarte Woud was het deze week bijna tropisch warm.
Het meest verheug ik me echter op de vakantie na de vakantie. Voorheen zetten we in de tuin weleens een tentje neer waar de kinderen in konden slapen, maar nu hebben we er eentje gekocht die ruimte biedt aan het hele gezin en ook nog eens groot genoeg om er echte bedden in te plaatsen. Hij kan dienen als gastenverblijf, maar ook onderdak bieden aan gezamenlijke maaltijden met vrienden. De grote vraag is dus niet –en dat is een compleet andere insteek– wáár deze tent ons gaat brengen, maar wát hij ons de komende jaren gaat brengen.
De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 augustus 2015
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 augustus 2015
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's