Opgemerkt
Nkhoma Universiteit
Het artikel over het theologisch onderwijs in Malawi in RD 15-9 laat buiten beschouwing dat de drie Malawische synodes van de Church of Central Africa Presbyterian (CCAP) –die van Livingstonia in het noorden, Nkhoma in het midden, en Blantyre in het zuiden– zich toenemend gedragen als zelfstandige kerken die elkaar beconcurreren en elk apart zelfstandige theologische opleidingen nastreven. Deze tendens heeft vooral te maken met het opnieuw benadrukken van verschillen van stam, cultuur en zendingsgeschiedenis die tussen de drie synodes bestaan.
De in het artikel besproken oprichting van de Nkhoma Universiteit is een voorbeeld van deze ontwikkeling. Zij werkt ten nadele van de gezamenlijke predikantenopleiding die de CCAP-synodes al tientallen jaren hebben. Deze opleiding is door de universiteit van Malawi geaccrediteerd; ze is gevestigd in Zomba, gelegen in het zuidelijke bergland, en staat daarom bekend als Zomba Theological College (ZTC). De leiding is volledig in Malawische handen. De docenten zijn voornamelijk Malawiërs. Enkele theologen uit Europa en Amerika zijn meestal toegevoegd.
Het RD artikel slaat de plank mis door te spreken van „Zombia Theological College in Blantyre”, door te zeggen dat de uit Nederland afkomstige ds. Cees Molenaar tot de leiding behoort, en door te suggereren dat ZTC zich zou ontwikkelen naar een ”postgraduate college” waar „Nkhoma Universiteit in de toekomst meer mee kan samenwerken.” Ds. Molenaar werkt in Malawi namens de Heritage Reformed Congregations in de VS. Hij heeft geen arbeidsrelatie met ZTC, maar is verbonden aan het African Bible College in de Malawische hoofdstad Lilongwe.
De juichtoon in het artikel mag wel worden getemperd. De achtergrond is juist niet de wens tot samenwerking en eenheid, maar die van opnieuw benadrukte kerkelijke en etnische verdeeldheid. Dat dit kennelijk wordt gestimuleerd vanuit de voormalige Zuid-Afrikaanse zending in Midden-Malawi maakt de tendens van desintegratie naar mijn inzicht des te bedenkelijker.
Dr. Steven Paas sr.
Veenendaal
(Voorheen als lecturer verbonden aan Zomba Theological College en als predikant aan de CCAP.)
”Amazing grace”
Ik ben diep onder de indruk van het optreden van een aantal jongelui in de centrale hal van de Tweede Kamer tijdens de Algemene Beschouwingen. Wat een heerlijke getuigenis hebben zij daar gegeven. Jongelui, dat is vast en zeker tot in de hemel hoorbaar geweest en daar zal er wel meegezongen zijn. Geweldig dat ik dit mocht lezen!
E. Bijzitter
Zwartsluis
Vluchtelingen (IX)
In zijn betoog dat de Bijbel van de vreemdeling culturele aanpassing eist (RD 19-9) volgt drs. Bert Ferwerda een wel zéér vreemde redenering. Oké, laat het zo zijn dat het oudtestamentische volk Israël van de vreemdeling aanpassing aan de joodse cultuur mocht eisen. Maar om daaruit te concluderen dat wij van ‘onze’ vluchtelingen dus aanpassing aan onze taal en cultuur mogen vragen, moet toch eerst aangetoond worden dat het Israël van toen gelijkstaat aan het Nederland van nu. Ik zie niet hoe Ferwerda dát voor elkaar wil krijgen.
Daarbij: wil Ferwerda écht van de vluchteling vragen dat zij zich aanpast aan onze cultuur? Sinds wanneer zijn wij zo verknocht aan onze cultuur dat we willen dat de vreemdeling die overneemt? Ik dacht dat reformatorische christenen zich juist een vreemdeling in hun eigen cultuur voelden. Vrije abortus, het homohuwelijk, vereenzaming van ouderen, een 24/7-economie, voortgaande secularisatie – en zo kan ik nog veel meer redenen noemen waarom ik niet zonder meer trots ben op onze Nederlandse cultuur. We zijn een vreemd’ling hier beneên! Wijzélf moeten ons dus niet eens willen aanpassen aan onze cultuur – laat staan dat we dat zomaar van de vluchteling moeten vragen.
Herman van Wijngaarden
Driebergen
Vluchtelingen (X)
Tijdens de Algemene Beschouwingen zei Geert Wilders op te willen komen voor christelijke waarden in Nederland. Toen Kees van der Staaij vroeg welke waarden hij precies bedoelde, was het antwoord: „Opkomen voor je eigen land.”
Werkelijk? Denkt Wilders echt dat christelijke waarden daarover gaan? Ik heb in de Bijbel daar niets over kunnen vinden. Laten we eens kijken wat de Bijbel wel zegt en laten we, om het een beetje eenvoudig te houden, ons concentreren op Wilders’ eigen stokpaardje: de vluchtelingenstroom.
Abraham, Izak en Jakob zijn alle drie tijdens hun leven gevlucht vanwege hongersnood (Gen. 12:10, 26:1, 42:1-2). Vandaag de dag zouden we hen economische vluchtelingen noemen. Zou Wilders Abraham, Izak en Jakob terugsturen? Waarschijnlijk wel.
Mozes vluchtte omdat hij een Egyptenaar had gedood (Ex. 2:11-15). Evenals David is hij een voorbeeld van een politieke vluchteling in de Bijbel. Zou Wilders Mozes welkom heten in je stad en land, of zou hij hem laten oppakken en als moordenaar uitleveren aan de farao? Ik vrees het laatste.
Jezus vertelt Zelf ook over vreemdeling zijn. Het goede dat je voor je naaste doet, ziet Jezus alsof het voor Hemzelf gedaan is. Hierbij hoort ook het onderdak verlenen aan de vreemdeling. Natuurlijk, als je vreemdelingen opneemt kan er altijd eentje tussen zitten die je achteraf liever niet in je land, stad of zelfs straat had gehad, maar dat mag ons er niet van weerhouden om vreemdelingen en zeker vluchtelingen van harte welkom te heten.
In Mattheüs 25:31-46 spreekt Jezus niet over „opkomen voor eigen land” en al helemaal niet over alle vluchtelingen terugsturen naar waar ze vandaan komen. Nee, Hij heeft het over de hongerigen te eten geven, de dorstigen te drinken geven en de vreemdelingen opnemen.
In Hebreeën 13 lezen we: Houd de onderlinge liefde in stand en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. Dat is volgens mij een heel goed advies.
Kees Couprie
Zoetermeer
Gedrag in de kerk
In zijn column ”Vreemdeling in de kerk” (RD 19-9) houdt drs. W. De Kloe de kerkgangers een spiegel voor waarin het diep beschamend is te kijken. Als men zijn tekst goed op zich laat inwerken, wordt men vervuld met diepe plaatsvervangende schaamte over het gedrag van de overgrote meerderheid.
Wat betreft de kledingregels had de schrijver er nog aan toe kunnen voegen dat deze weliswaar voor vrouwen gelden, maar dat vele mannen er heel slordig uitzien, het niet genoeg ”shabby” lijkt te kunnen, dit soms naast een net geklede vrouw. Een dwaas gezicht, en tegenover de eigen echtgenote niet bepaald voorkomend.
En wat te denken van het gepraat dat meteen na de dienst losbarst en nooit over de preek gaat? Onbegrijpelijk is het mij altijd voorgekomen dat men na een ernstige prediking direct overgaat tot dingen van de dag, waarmee ik natuurlijk niets zeg van echte belangstelling voor elkaar.
Waar het ons aan ontbreekt is het besef dat wij op een heilige plaats zijn en de heilige verkondiging van het Evangelie mogen vernemen. Daarbij past geen slordige kleding, onbehouwen gedrag, of kletspraat voor en na de dienst. Evenmin het vaak ergerniswekkende gedrag van kinderen en jeugd dat door ouders zelden wordt gecorrigeerd. We mogen immers blij zijn dat ze er zijn. Zeker: maar als hun gedrag ontsticht kan er weinig sprake van blijdschap zijn
Misschien moeten predikanten hierin eens vermanen. Zal wel niet zo gauw gebeuren, want ook in behoudende kring is men bang voor het beruchte vermanende vingertje. Deze koudwatervrees voor moralisme is vaak echter niets anders dan angst en slapheid, verkeerd begrip. Wat meer kracht van opvoeders zou misschien een wending ten goede kunnen geven. Vooralsnog zullen onze diensten echter wel een beschamende vertoning blijven. Treurig dat we hierin berusten.
O. W. Dubois
Berkenwoude
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 september 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 september 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's