De Wachter Sions / Om Sions Wil
De Matthäus Passion van J. S. Bach is indrukwekkend, aldus T. Vlot in De Wachter Sions (orgaan van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland). „Maar we kunnen met de heer L. M. P. Scholten niet anders dan afwijzend staan tegenover de toneelachtige wijze waarop het werk uitgevoerd wordt.
De Wachter Sions
„Bach laat op knappe en indringende wijze van alles uitbeelden door zang en instrumentale muziek, zoals het klagen, onweer, zweepslagen en de kruisiging. We komen hiermee op een moeilijk terrein. Als we aan tafel uit de Bijbel lezen en we komen bij Mattheüs 27:2, waar Jezus Zelf spreekt, dan zullen we letterlijk lezen wat daar staat. Maar dat doen we wel op een beschrijvende manier, want in het vers daarvoor staat: „...dat Hij tot Zijn discipelen zeide:”. Voor een leerkracht die een Bijbelverhaal vertelt of een predikant die op de preekstoel staat, wordt het al moeilijker. In het vuur van de vertelling of van de preek kan iemand vergeten dat hij alleen maar heeft door te geven wat Jezus vertelt en dat hij met stembuiging, gezichtsuitdrukking, lichaamstaal en gevoel de woorden van Jezus aanhaalt alsof hij in Diens plaats staat (of zelfs aan het kruis hangt...). Natuurlijk bedoelt degene die vertelt of preekt dat niet zo, maar het kan wel zo overkomen!
Wat zijn we toch op heilig grondgebied als we met deze zaken bezig zijn. En hoe nodig is het om na afloop van een vertelling of een preek vergeving te vragen over de wijze waarop we Gods Woord hebben doorgegeven. Het luistert zeer nauw! Voordat we met een beschuldigende vinger wijzen naar iemand die de ‘rol’ van Jezus of van Judas zingt (‘speelt’), moeten we eerst de hand in eigen boezem steken.
Maar er speelt meer. Wie kijkt naar de gezichten en de lichaamstaal van de solisten, ziet dat deze mensen met passie (gevoel en inlevingsvermogen) de tekst tot klinken brengen. Hoewel het vaak mensen zijn die ‘met de Bijbel niets hebben’, zie je dat ze als ware toneelspelers zich in- en uitleven in de rol die ze hebben. Het is overigens onbegrijpelijk dat mensen die zichzelf ongelovig noemen dit soort teksten willen zingen. Dat versterkt nog meer dat het om toneelspel gaat. En de (ontbrekende) kledij van de vrouwelijke zangers leidt voor de aanwezigen meer van de tekst af dan dat het de tekst ondersteunt.
Kortom, al zou de tekst van zodanige inhoud geweest zijn dat we ermee konden instemmen, dan is het bovenstaande reden genoeg om weg te blijven van een uitvoering van de Mattheüs Passion.”
Om Sions Wil
Niet mogen preken buiten het eigen kerkverband? Ds. D. C. Overduin van de gereformeerde gemeente onder het kruis in Amsterdam kon zich daar in 1907 beslist niet in vinden. In het pastoraal gezinsmagazine Om Sions Wil schrijft A. Bel over deze markante predikant.
„Op 5 juni 1907 verenigden de Gereformeerde Gemeenten onder het kruis en de Ledeboeriaanse gemeenten zich. Gereformeerde Gemeenten, dat werd de naam van het kerkverband. In oktober 1907 vond er een algemene kerkvergadering plaats, waarin over een aantal zaken nadere besluiten genomen werden. Bijvoorbeeld over het preken buiten de eigen gemeenten. Dit werd volgens artikel 20 van de notulen niet langer toegestaan. Ds. Overduin was hier vierkant tegen. In niet mis te verstane bewoordingen liet hij dit weten aan een ouderling in Benthuizen, die hem een brief hierover geschreven had. „Ik wens dat de Heere ons getrouw make om nooit met zulke artikels mede te gaan, want dat zijn vreemde leringen, welke geboden van mensen zijn. De grote Leraar der gerechtigheid zegt: Predik het Evangelium aan alle creaturen, Hij zegt niet: predik alleen bij de Gereformeerde Gemeente, want het woord ”gereformeerd” is ook tegen de Schrift, ik geloof een heilige, algemene, christelijke kerk, en die is verspreid overal, en vooral in onze dagen door onze eigen schuld en ellende. En waar nu twee of drie in Mijn Naam vergaderd zijn, zegt de Heere, daar ben Ik in het midden, dus hebben wij niet de alleen zaligmakende kerk, gelijk tegenwoordig overal geroepen wordt. Neen broeder, ik moet u zeggen, ik ben blij met de vereniging, en ik wens dat God Zijn volk maar tezamen voege, maar zulke artikelen zijn mij vreemd, en hoop ik eenvoudig mij ook niet aan te onderwerpen.”
Op de synode van 1908 werd het standpunt van ds. Overduin besproken. De Amsterdamse kerkenraad bleek helemaal alleen te staan. Hij kreeg drie maanden om erover na te denken of hij zich aan de bepaling wilde onderwerpen. Binnen de gestelde termijn kwam het antwoord: Nee, hij wilde zich niet onderwerpen en hij en zijn gemeente verlieten het kerkverband. In 1910 werd de breuk geheeld: Amsterdam en ds. Overduin werden weer in het kerkverband opgenomen. In de praktijk kwam het er echter op neer dat ds. Overduin aan zijn standpunt bleef vasthouden: hij preekte waar hij verzocht werd. Merkwaardig was echter dat hij vaak niet inging op preekverzoeken van de eigen gemeenten. Hij verwees dan wel naar het spreekwoord ”Oost west, thuis best”.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 maart 2016
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 maart 2016
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's