Koeien schilderen loont, koeien houden is een ander verhaal
De eerste die een portret van een koe maakte, was Dirck Govaertz (1575-1646). Tegenwoordig zijn er kunstenaars die hun brood ermee verdienen.
Koeien zijn populair, vertelt Gijs Brandt van het Gorcums Museum. Op de tentoonstelling ”De koe in de kunst” zijn zo’n zeventig kunstwerken te zien van voornamelijk Nederlandse, maar ook Vlaamse kunstenaars. „De Vlaamse werken zijn van voor de Eerste Wereldoorlog. De koeien zijn er in de oorlog opgegeten. Daarna is de melkveestapel nooit meer op het niveau van voor de Eerste Wereldoorlog gekomen. De boeren hebben zich hier toegelegd op vleeskoeien.”
De hedendaagse kunstenaars vallen niet alleen voor de fotogenieke kop van de koe, maar zijn ook begaan met het gedoe rond de boerderij. „Je moet dan denken aan het mestoverschot, de melkplas en de belasting die de boer per koe moet betalen. Zeldzame rassen zoals de blaarkop en de lakenvelder geven minder melk en zouden daardoor weleens kunnen verdwijnen”, zegt Brandt. „Onze taak als museum is niet om een politiek statement te maken, maar sommige kunstenaars doen dat zeker.”
Afke Golsteijn vraagt met het werk ”Idiots” aandacht voor het consumentengedrag en de kiloknallers. Het werk bestaat uit koeienhuiden met daartussen een kalf. Het dier lijkt te verdrin- ken. Lonneke Jonker maakte speciaal voor de tentoonstelling het werk ”Who killed Bertha”. Haar kunstwerk is een plaats delict. Er ligt een melkplas met daarin een oormerk en afzetlint.
Josefina
Alexandra Klimas (1970) heeft van het schilderen van koeien haar handelsmerk gemaakt. Haar werken dragen de namen van de dieren. Op de tentoonstelling zijn Suzan I en Josefina te zien. Ze lijken wel gefotografeerd. Hun glimmende neuzen ogen echt nat. Brandt: „Haar werken zijn erg in trek. Je betaalt voor zo’n werk meer dan 9000 euro.” Klimas leerde zichzelf schilderen. Ze is gefascineerd door de koe en hoopt dat haar schilderijen bijdragen aan het in stand houden van de diversiteit van de rassen. Schilderes Marleen Felius (1948) promoveerde op runderrassen en legde duizend rassen vast in het boek ”Cattle breeds”. Ze schildert haar koeien met brede kwasten in grove streken.
Thematisch
Het museum heeft de werken niet op oudheid maar op thema gegroepeerd: de wei, de stal, de markt en portretten. Omdat er voor deze opzet is gekozen, kun je werken met elkaar vergelijken en zo verschillen in de tijd ontdekken. Bij de portretten –de koe als fotomodel– is duidelijk te zien dat het uiterlijk van de dieren is veranderd. De oren zijn ronder, het voorhoofd minder gerimpeld en de horens minder fier geworden.
Op de oudere werken zijn de koeien bovendien vaak statisch afgebeeld. Bij Fedor van Kregten (1871-1937) is dat zeker niet het geval. Hij kocht een kalf als huisdier en schilderde het meerdere malen. Het kalf ziet eruit alsof het zo een rare bokkensprong gaat maken en zijn vacht is nog ruig.
Een deel van de tentoonstelling is gewijd aan de verkoop op de markt. Het Gorcums Museum staat in hartje Gorinchem. Daar werd tot 1982 jaarlijks een grote veemarkt gehouden. „Daarom past de tentoonstelling ook goed hier”, vindt Brandt. „Nog langer geleden was er wekelijks een veemarkt in de stad.” Op een documentaire die voor de tentoonstelling werd gemaakt, vertellen mensen erover.
Vooral na afloop van zo’n veemarkt kon het een zootje zijn. Brandt: „Als het vroor, was de koeienpoep daarna nauwelijks nog van de straat te krijgen.” Het filmzaaltje is in koeiensfeer ingericht. De wanden zijn voorzien van een behang met koeienprint, Er hangen schoolplaten van De koe” en ”De veemarkt” en de vloerbedekking lijkt op gras.
Boeren gingen in hun beste kleren naar de veemarkt. Het verschil tussen handelaren en boeren was te zien aan hun schoeisel. Handelaren droegen schoenen, boeren klompen. Brandt: „Het was een mooi gezicht, het handjeklap.”
Het Gorcums Museum heeft alle werken in bruikleen behalve dat van de Sint-Maartensmarkt, zoals de jaarmarkt in Gorinchem heette. Het schilderij is gemaakt door Waalko Jans Dingemans en laat niet alleen de koeien en hun eigenaren zien maar ook de toren van de Grote Kerk.
Stieren
Het museum had graag ”De stier” van Paulus Potter aan de muur gehangen, maar dat werk wordt niet uitgeleend door het Haagse Mauritshuis. Brandt: „We hebben wel een andere Potter gekregen.” Hij wijst naar het schilderij dat in Zuid-Europese sfeer de vlucht van Jozef, Maria en Jezus naar Egypte toont. Op de voorgrond graast een koe.
Stieren zijn er ook, al zijn ze niet van Potters hand. Albert Verhoesen schilderde in 1858 ”Vee in Hollands landschap”. Het lijkt of de stier op het doek zich heeft weten te bevrijden uit een omheining. Er hangt een balk tussen zijn poten. Brandt: „Die hangt daar juist om uitbreken te voorkomen. En hij kan er ook niet mee boven op een koe springen. Daar wordt letterlijk een stokje voor gestoken.”
Slachter
Omdat de koeien aan het eind van hun leven vaak bij de slachter belanden, is daar aan het eind van de tentoonstelling ook aandacht voor. Zolang het dier de kijker in de ogen ziet, is het een naar gezicht. Zodra het dier als karkas aan een haak hangt, is het een stuk vlees geworden en denk je niet meer aan haar vrolijke snoet.
De tentoonstelling is in cirkelgang opgesteld. Het begint en eindigt luchtig bij het thema ”De vrolijke koe”. Luuk de Greef (1968) maakte kleurrijk werk in stripstijl. De ”Zelfvoorzienende koe” melkt zichzelf en drinkt vervolgens melk uit een pak.
Op een filmpje is onder andere de reclame van Melkunie te zien. In de commercial spreekt Peer Mascini de legendarische woorden: „Ik had nog zo gezegd, geen bommetje”, als een koe van een duikplank springt. De reclame werd in 1997 uitgeroepen tot beste spotje van het jaar.
”De koe in de kunst” is tot en met 20 september te zien in het Gorcums Museum, Grote Markt 17 te Gorinchem. >>gorcumsmuseum.nl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 12 juni 2017
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 12 juni 2017
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's