Een bol broods uit de Bakkerstraat
De meesten van u zullen ongetwijfeld elke dag brood eten. Het is niet voor niets het oudste voedingsmiddel waarover gesproken wordt. Zó zelfs dat brood een verzamelnaam is voor eten in het algemeen. Wij denken aan het 'Onze Vader', waar gebeden wordt: Geef ons heden ons dagelijks brood. Dat wil dan zoveel zeggen als voldoende eten en drinken voor elke dag te mogen ontvangen uit Gods Hand.
n.a.v.Jeremia 37:21
door ds. A.K. Wallet (ex-bakker)
We spreken ook wel over brood, wanneer we iemands inkomen bedoelen of betrekking. We zeggen dan: Heeft hij wel goed zijn brood? In deze overdenking gaat het over het brood dat wij elke dag eten en met name over het gegeven dat dat brood ook klaargemaakt moet worden. Het brood bakken was in het oude Israël veelal het werk van de huisvrouw, pas in latere tijd is er sprake van bakkers. Wel is er al in een vrij vroeg stadium sprake van bakkers aan de hoven van de koningen. De bakker aan het hof van de Farao is bepaald geen lichtend voorbeeld geweest voor het geslacht van bakkers dat na hem gekomen is. Al heel wat bakkers hebben moeten horen dat de bakker toch maar gehangen is geworden. Een lot dat zij toch zeker in de normale werksituatie niet verdiend hebben, daar zij meer uren werken dan slapen en rusten.
Het is de profeet Hosea die de bakker met name noemt in zijn 7e hoofdstuk. Hij spreekt daar over enkele werkzaamheden van de bakker in vergelijkende zin.
Jeremia vermeldt dat er een Bakkerstraat in Jeruzalem is. Toen Jeremia in de gevangenis zat, kreeg hij elke dag een bol broods uit de Bakkerstraat, totdat al het brood in de stad op was.
In die straat hebben zeker bakkers gewoond of stond er een bakhuis. De werkzaamheden van de bakker hebben vooral bestaan in het vervaardigen van brood.
Evenals tegenwoordig speelde zich het werk vaak af in de vroege uren. Nadat het graan fijn gemaakt was meteen mortier of door het tussen twee stenen te wrijven of ook wel met molens, kon het verwerkt worden. Men kende tarwe- en gerstebrood.
Het meel werd in de trog gemengd en gekneed en van zuurdeeg voorzien om het deeg te doen rijzen, zoals gist dat bij ons doet. Wie denkt hier niet aan de gelijkenis van het zuurdeeg, die Christus ons vermeldt in Matth. 13? Het deeg moet geheel doorzuurd zijn. Wie bakker is, weet dat het deeg één en andermaal doorgeslagen moet worden om dat proces zo goed mogelijk te doen verlopen. Christus zegt daarbij dat ook ons leven geheel doorzuurd moet zijn van het gist van het Koninkrijk. Daartoe moet de Heere als de ware Bakker ons ook wel eens doorslaan, opdat we des te bruikbaarder zullen worden voor Hem.
De broden werden destijds niet zoals bij ons gebakken in de vorm van busbrood, maar hadden meer de vorm van koeken, zoals in sommige streken van ons land er nog wel stoeten gebakken worden. Nadat deze bollen gerezen
waren, werden zij in de oven gezet. Gerezen brood moet zorgvuldig behandeld worden. Als je er te wild mee omgaat, zakt het in elkaar. Gaat God ook niet voorzichtig om met Zijn geestelijk brood? Laten wij zo ook doen met het geestelijke leven van anderen. Er kan gauw veel schade aangericht worden. Bakovens waren verschillend van grootte, maar in alle gevallen van leem en stenen gemaakt. De stenen werden verhit met brandstof (Hos. 7:4) en wanneer het vuur gedoofd was, werden de broodjes daarop gelegd of ook wel tegen de wanden van de oven geplakt. Brood op stenen gebakken is altijd nog het lekkerste. In de bijbelse tijd werd zo'n broodje ook nog een keer omgekeerd, anders was het niet goed gaar. (Hos. 7:8). Hosea wijst er op dat het volk leek op zo'n halfgare koek. Halfgaar brood smaakt nergens naar. Aan de ene kant verbrand en aan de andere kant nog helemaal deeg.
Israël had zich laten bakken bij de bondgenoten maar niet bij God. Als wij er ookzo uitzien, is het niet best met ons geestelijk leven. We warmen ons aan de wereld, maar niet bij God en Zijn Zoon Jezus Christus. Misbaksels zijn we dan, onbruikbaar en onverkoopbaar. Wie schuldbelijdend tot de Heere mag komen, hoe halfgaar en aangebrand ook, wil Hij tot een nieuw deeg maken.
Laat de bakker nooit het zout vergeten. Want ook dan is zijn produkt smakeloos. De bakker die wel eens zout vergeten heeft, weet dat hij wel een hoog brood krijgt, dat echter zeer kruimelig is.
Christus wijst erop dat wij onze woorden met zout zullen besprongen. Laten we geen smakeloze christenen zijn, die er misschien wel aardig uitzien, maar zonder het zout van het zaligmakend geloof zijn. Denkt u bij al uw werk aan het zout van Schriftlezing en gebed? Gods verborgen omgang vinden zielen waar Zijn vrees in woont. Dubbel zout is helemaal niet te verkopen. Overgeestelijke mensen stoten eer af dan dat zij winnen voor Christus.
De bakker en zijn brood. Het waren maar enkele lijnen. Ten slotte mag ik u wijzen op Bethlehem. Die naam betekent broodhuis, bakkerij. Daar is Christus geboren. Die het levende brood is'datuitde hemel neergedaald is. Wie van dit Brood eet, zal nimmermeer hongeren. U wilt toch ook niet alleen van het aardse brood leven, maar bij alle Woord dat uit Gods mond uitgaat? Wat kan brood heerlijk geuren! Maar veel meer het evangelie van Christus. Het is een levensgeur. Kom, koopt en eet zonder prijs en zonder eigen kwaliteiten. Kom, smaakt dat de Heere goed is.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 1991
RMU Contact | 24 Pagina's