Veel giften en nieuwe leden

door Chr. Baggerman

Toch zou ik nog een beroep willen doen op die leden, die nog niet hun bijdragen hebben overgemaakt. Zoals u ziet op de afgebeelde thermometer is het streefbedrag gesteld op ƒ 35.000, -. Het moet toch mogelijk zijn om er met elkaar voor te zorgen, dat het streefbedrag gehaaid wordt.

Ledenwerving succesvol

In de maand juni was de RMU met een stand en enkele vrijwilligers aanwezig op de Bondsdag voor de jongeren van de Gereformeerde Gemeenten in de RAI te Amsterdam. Maar liefst 40 nieuwe leden mocht de RMU welkom heten op deze Bondsdag. Steeds meer jongeren gaan het belang van het lidmaatschap van onze organisatie inzien. Ook op het congres van de SGP-jongeren D.V. 21 september a.s. hoopt de RMU met een stand aanwezig te zijn. Vorig jaar werden daar maar liefst 50 nieuwe leden geboekt. Misschien dat wij ook dit jaar een graantje mee kunnen pikken van de groei van deze jongerenorganisatie? Ten slotte zal - evenals voorgaande jaren - de RMU ook haar gezicht laten zien op de Gallinovabeurs te Barneveld in oktober a.s.

Steeds vaker wordt de RMU geconfronteerd met opvolgingsproblematiek. Bijvoorbeeld wanneer een eigenaar van een bedrijf uit de gereformeerde gezindte met veel werknemers uit deze gezindte genoodzaakt is zijn bedrijf te verkopen. Werkgevers zoeken dan contact met het RMU-kantoor met onder andere de vraag: hoe kan ik voorkomen dat het personeel in de toekomst verplicht kan worden op zondag te werken? Is het mogelijk om een clausule in het contract op te nemen dat dit kan worden voorkomen? Deze vraag werd ook gesteld op de in mei jl. gehouden werkgeversbijeenkomst in het Speulderbos te Garderen. Het kan van belang zijn vroegtijdig de RMU in te schakelen zodat het mogelijk is de werkgever te adviseren op dit punt.

Door de dienst collectieve arbeidsvoorwaarden (DCA) van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt regelmatig onderzoek gedaan naar de onderhandelingsresultaten voor 1991 in de marktsector en de Gepremieerde en Gesubsidieerde sectoren (G-i-G-sectoren). Uit een door hen onlangs gepubliceerd onderzoek bleek onder andere dat de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur was teruggelopen van 37, 84 in 1990 naar 37, 72 uur in 1991. De gemiddelde loonkostenmutatie per uur op jaarbasis bedroeg 3, 7%, terwijl de lonen op jaarbasis gemiddeld 3, 21% gestegen zijn in de marktsector. Voor de G-i-G-sector zijn deze bedragen respectievelijk 3, 87% en 3, 92% Het onderzoek in de marktsector is gebaseerd op 55 CAOaccoorden die bekend zijn geworden bij de DCA. Tezamen zijn de betreffende contracten van toepassing op 1.879.400 werknemers. Dit aantal stemt overeen met circa 81 % van het totaal aantal werknemers in de marktsector onder de grotere CAO's. In de G-i-G-sector heeft het onderzoek betrekKing op 97% van de werknemers. Ten slotte bevatten nagenoeg alle nu bekende accoorden een of meer afspraken over het verminderen van het ziekteverzuim en over behoud dan wel het scheppen van werkgelegenheid voor arbeidsongeschikten.

Jeugdwerkgarantiewet van

De jeugdwerkgarantiewet is per 1 september van kracht geworden. Een groot deel van de beroepsbevolking staat nog steeds langs de zijlijn. Deze mensen moeten (weer) in het arbeidsproces worden opgenomen. Beoogd wordt te komen tot een activerend arbeidsmarktbeleid, met name voor jongeren.

Van alle betrokken instanties. maar vooral ook van de werklozen zelf wordt een actieve opstelling verwacht. Werkloosheid is een zichzelf versterkend proces en wordt problematischer naarmate de duur toeneemt.

Het grootste deel van de schoolverlaters (ca. 90%) vindt binnen een jaar werk, maar een kleiner deel blijkt niet in staat te zijn de aansluiting op de arbeidsmarkt te vinden. Van belang is met name langdurige werkloosheid te voorkomen. Deze preventieve invalshoek moet gestalte krijgen bij de benadering van de jeugdwerkloosheid. Het jeugdwerkgarantieplan garandeert werkloze jongeren voortaan geen uitkering meer, maar een baan of een werkervaringsplaats. Vanaf september komen eerst werkloze jongeren van 16 en 17 jaar en werkloze schoolverlaters van 18 tot 21 jaar in aanmerking voor deelname. Jongeren moeten zeker een halfjaar werkloos zijn voor ze kunnen deelnemen. Dat halve jaar is nodig om te zien of ze na school zelf werk kunnen vinden. De jongeren die in aanmerking komen voor deelname, worden aangeschreven. Van jaar tot jaar wordt de groep uitgebreid tot in 1998 alle werkloze jongeren tot 21 jaar en werkloze schoolverlaters tot 27 jaar gegarandeerd scholing of een baan krijgen. De banen die werkloze jongeren in het kader van het plan krijgen aangeboden, worden voornamelijk gevonden bij overheidsinstellingen. Het gaat om 'additioneel' werk, dat wil zeggen om functies die buiten de normale personeelssterkte vallen. De jongeren die deelnemen krijgen het minimumjeugdloon en werken in principe 32 uur per week. Wie herhaaldelijk weigert mee te doen, verliest dertien weken lang het recht op een werkloosheidsuitkering.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen