Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bevoegdheid en aansprakelijkheid van verpleegkundigen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bevoegdheid en aansprakelijkheid van verpleegkundigen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verpleegkundigen in een zielcenhuis zijn voor de patiënt en zijn familie gezichtsbepalend voor de behandeling. Met de verpleegkundigen is er niet alleen een intensieve communicatie; ook de feitelijke verzorging en behandeling gebeurt voor een belangrijk deel door verpleegkundigen. Welke bevoegdheden heeft een verpleegkundige eigenlijk en wie is er aansprakelijk voor fouten in de behandeling?

door Mr. J.C. Verhoeven

In de uit 1865 daterende Wet Uitoefening Geneeskunst is bepaald dat uitoefening van de geneeskunst alleen is geoorloofd aan wie de bevoegdheid volgens de Wet is toegekend. Die bevoegdheid is toegekend aan artsen, tandartsen, verloskiinriinpnkundigen en fin annthekers apothekers. Ver­ Vfirpleegkundigen bezitten geen wettelijke bevoegdheid tot het verrichten van geneeskundige handelingen.

De wetgever dacht lange tijd dat het niet nodig was de verpleegkundigen een dergelijke bevoegdheid toe te kennen. De gedachte was dat wanneer de verpleegkundige werkzaamheden van medische aard zou verrichten dit steeds onder onmiddellijk toezicht, en dus onder uitsluitende verantwoordelijkheid van de arts, zou gebeuren. In de dagelijkse ziekenhuispraktijk worden door verpleegkundigen vele handelingen verricht die geneeskundige handelingen zijn. Te denken valt aan de verschillende manieren van toediening van medicijnen. Elke Injectie is een geneeskundige verrichting en daarvan worden er dagelijks vele duizenden door verpleegkundigen uitgevoerd. Verder kan gedacht worden aan het toedienen van narcose, het katheterlseren en het inbrengen van medicamenten in een infuus.

Het komt er dus op neer dat verpleegkundigen vrijwel dagelijks onbevoegd de geneeskunst uitoefenen. Dit Is niet alleen verboden door de Wet Uitoefening Geneeskunst, maar ook strafbaar gesteld In het Wetboek van Strafrecht (artikel 436).

Verlengde arm

Om dit probleem op te lossen wordt de theorie van de verlengde arm gebruikt. Deze theorie houdt in dat de verpleegkundige die In opdracht en onder verantwoordelijkheid van een arts een geneeskundige handeling verricht, niet onbevoegd de geneeskunst uitoefent. De verpleegkundige doet immers niets anders dan het uitvoeren van een handeling die de arts noodzakelijk en verantwoord acht. Wel moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden:

a. de arts moet voldoende toezicht houden en de handeling niet zondermeer aan de verpleegkundige overlaten; b. de arts moet zich ervan vergewissen dat de verpleegkundige beschikt over de noodzakelijke opleiding en ervaring tot het verrichten van de handeling. In de praktijk wordt aan deze voorwaarden vaak niet voldaan. Artsen hebben vaak geen Idee wie welke handeling verricht. Zij geven de opdracht aan een hoofdverpleegkundige en wie er feitelijk de handelingen verricht, weten zij vaak niet eens. Dat betekent ook dat van toezicht houden, Instructie geven en informeren over complicaties door de arts in de praktijk niet veel terecht komt.

Fouten

Wanneer in de gezondheidszorg fouten worden gemaakt, kan dat fatale gevolgen hebben voor de patiënt. Dat brengt mee dat de rechter het handelen van artsen en verpleegkundigen aan strenge eisen toetst. Fouten in de medische behandeling kunnen lelden tot een procedure bij de strafrechter, de tuchtrechter (het Medisch Tuchtcollege) of de burgerlijke rechter.

Als hoofdregel geldt dat de arts aansprakelijk Is voor de keuze van de medische behandeling, ook al Is die door een verpleegkundige uitgevoerd. Dat is ook logisch: slechts de arts is deskundig en bevoegd tot het voorschrijven van een medische behandeling; de verpleegkundige voert die opdracht slechts uit. De verpleegkundige Is verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van de opgedragen medische handeling.

Maakt de verpleegkundige bij de uitvoering een fout, bijvoorbeeld door het negeren van de Instructies van de arts, dan is de verpleegkundige aansprakelijk en niet de arts. Wel moet komen vast te staan dat de verpleegkundige de uitvoering, gelet op opgedane ervaring en genoten opleiding, aankon. Dit legt een verantwoordelijkheid op de arts en de verpleegkundige. De arts dient zich te overtuigen van de bekwaamheid van de verpleegkundige tot het verrichten van de medische handeling. Dat ontslaat de verpleegkundige niet van een eigen (beroeps)verantwoordelijkheid.

De verpleegkundige zal zich dan ook in de praktijk de vraag moeten blijven stellen of hij/zij wel voldoende deskundig is de opgedragen handeling (zelfstandig) te verrichten. Bij twijfel daarover zal de verpleegkundige de handeling niet moeten verrichten. In de praktijk blijkt dit bijzonder moeilijk te zijn, vooral in situaties van (structurele) personeelsonderbezetting en daarmee gepaard gaande hoge werkdruk.

Bekwaamheidsverklaring

In de dagelijkse praktijk van de verpleging (wijkverpleging en ziekenhuisverpleging) blijkt het vaak onmogelijk voor de arts een onderzoek in te stellen naar de bekwaamheid van alle verpleegkundigen die met de uitvoering van de geneeskundige behandeling van de patiënt zijn belast. De opdracht In een ziekenhuis tot geneeskundige behandeling wordt vaak aan een (verpleegkundlg)hoofd van een afdeling gegeven, die de opdracht weer doorgeeft. Op die manier komt er weinig tot niets terecht van de noodzakelijke controle van de arts op de bekwaamheid van de verpleegkundige. Om dit probleem op te lossen wordt er veel gebruik gemaakt van de zogeheten bekwaamheidsverklaringen. Dit is de benaming voor een systeem waarbij verpleegkundigen, na het met succes afleggen van een toets, een verklaring tekenen op grond waarvan zij bekwaam worden geacht tot het verrichten van de betreffende medische verrichting. Tegen deze praktijk Is vooral

van de kant van verpleegkundigen bezwaar geuit. Dit vooral vanwege de onduidelijkheid die het tekenen van een bevoegdheidsverklaring meebrengt voor de aansprakelijkheid van de verpleegkundigen.

Wetsontwerp B.I.G. Al in 1986 werd het Wetsontwerp Beroepen Individuele Gezondheidszorg (B.I.G.) bij de Tweede Kamer aanhangig gemaakt. Het wetsvoorstel kiest voor principieel andere uitgangspunten dan de huidige wetgeving. Allereerst wordt de geneeskundige beroepsuitoefening geliberaliseerd. De uitoefening van de geneeskunst is dus niet langer uitsluitend voorbehouden aan artsen.

Dit betekent dat ook beoefenaren van de alternatieve geneeskunst geneeskundige handelingen mogen verrichten. Het vrijgeven van de geneeskunst gebeurt echter niet onbeperkt: bepaalde in de Wet genoemde heelkundige behandelingen die, als zij worden verricht door ondeskundigen, aanmerkelijk gevaar voor de gezondheid van de patiënt opleveren, mogen slechts worden verricht door degene die de wetgever daartoe heeft aangewezen. Tot het verrichten van deze zogeheten 'voorbehouden handelingen' worden bevoegd verklaard: artsen, tandartsen en verloskundigen.

Onder deze 'voorbehouden handelingen' moeten volgens de Wet ook worden gerekend: katheterisaties, het geven van injecties en het verrichten van puncties. Betekent dit nu dat de verpleegkundigen deze handelingen niet langer mogen uitvoeren? Nee, de arts mag een verpleegkundige een dergelijke 'voorbehouden handeling' laten uitvoeren als voldaan is aan de voorwaarden:

a. dat hij de nodige aanwijzingen geeft omtrent het verrichten van de handeling en

de mogelijkheden tot zijn persoonlijke toezicht en zijn persoonlijke tussenkomst verzekerd zijn;

b. de arts redelijkerwijs mag aannemen dat degene aan wie de opdracht wordt gegeven voldoende bekwaam is.

Hiermee is de verantwoordelijkheid van de arts-opdrachtgever omlijnd. Wanneer niet voldaan is aan de hiervoor genoemde voorwaarden pleegt de arts een strafbaar feit en is hij aansprakelijk voor fouten.

Ook de verpleegkundige behoudt een eigen verantwoordelijkheid. Hij/zij mag de 'voorbehouden handeling' alleen dan uitvoeren:

a. als sprake is van een opdracht van een arts; b. als de verpleegkundige er redelijkerwijs van mag uitgaan dat hij/zij beschikt over de bekwaamheid tot het uitvoeren van de opdracht; c. en wordt gehandeld overeenkomstig de aanwijzingen van de arts.

Het wetsontwerp bevat verder een aantal regels ter bevordering van de kwaliteit van de beroepsuitoefening. Als onderdeel daarvan zullen handelingen van verpleegkundigen voortaan onder tuchtrechtspraak komen te vallen. In dat opzicht bevat het wetsontwerp veel nieuws voor verpleegkundigen. Waar het betreft het verrichten van medische handelingen door verpleegkundigen blijft veel bij het oude. De echte vernieuwing is dat de regels die al in de rechtspraak waren ontwikkeld nu in de Wet worden vastgelegd. De verpleegkundige behoudt echter een eigen beroepsverantwoordeiijkheid, die zwaar blijft wegen, ook bij de bepaling van de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de verpleegkundige voor gemaakte fouten.

Mr J. C. Verhoeven is advocaat en procureur.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorische Maatschappelijke Unie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 1992

RMU Contact | 28 Pagina's

Bevoegdheid en aansprakelijkheid van verpleegkundigen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 1992

RMU Contact | 28 Pagina's