Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ken uw cao!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ken uw cao!

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Willem Wessels, interim-manager bij een groothandel in speelgoed, zat er danig mee in zijn maag. Aangetrokken om orde op zaken te stellen, werd hij geconfronteerd met allerlei uitwassen binnen het bedrijf. Erfenissen van een verkeerde bedrijfsvoering in het verleden. Zijn grootste zorg: het grote aantal overuren dat de medewerkers nog hadden staan. Uit te betalen in geld dan wel in vrije tijd. Sommige medewerkers, met name de chauffeurs, hadden nog honderden overuren tegoed! Financiële ruimte om ze uit te betalen was er nauwelijks. Een overuur kost gemiddeld 150 procent van het uurloon, zo bepaalt de cao. Weliswaar konden de medewerkers regelmatig vrije tijd opnemen uit de "pot" met overuren, maar per saldo groeide de tegoeden nog steeds!

door mr. J.G.N. Schreuders

In een personeelsvergadering deed Wessels een klemmend beroep op de medewerkers om medewerking te verlenen aan voorgenomen maatregelen om het overwerk terug te dringen. Tevens deed Wessels een voorstel om schoon schip te maken: alle overuren zouden in een keer worden uitbetaald tegen 72 procent van het uurloon. Diegenen die zich hier niet in konden vinden zouden vanaf datzelfde moment een aantal maanden naar huis gestuurd worden om uren op te maken.

Akkoord

Een van de chauffeurs, Joop Jager, wendde zich tot de RMU. Bepaalde de cao niet dat overuren tegen 150 procent moesten worden uitbetaald, in geld dan wel in vrije tijd? En was het eerlijk om de werknemers, wanneer ze niet akkoord gingen met uitbetaling tegen 72 procent, gewoon maar naar huis te sturen? De RlVIU-stafmedewerker had er wel een mening over. Een enorm reservoir aan overwerkuren is geen gezonde situatie en moet weggewerkt worden. Er zal ook rekening gehouden moeten worden met de belangen van de werkgever, met name de bedrijfseconomische. Maar dit alles betekent nog niet dat een werkgever in strijd met een algemeen verbindend verklaarde cao mag handelen. Inmiddels hadden ook andere chauffeurs zich gewend tot hun vakorganisatie.

Gezamenlijk ondernamen de organisaties vervolgens actie richting de werkgever. In een gesprek maakte de werkgever nog eens zijn problematiek duidelijk. Hij beriep zich ook nog op het feit dat de desbetreffende chauffeurs akkoord waren gegaan met uitbetaling tegen 72 procent. De RMU en de andere vakorganisaties stelden dat dit niet het geval was, in ieder geval niet voorzover dat hun leden aanging. Helaas leidde het gesprek niet tot overeenstemming.

Aanval

Interim-manager Wessels was ondertussen niet gecharmeerd van de houding van de desbetreffende chauffeurs. Helaas bleek Wessels er een strijd van te willen maken en opende hij op een niet mis te verstane wijze de aanval. Wat bleek? De chauffeursfunctie bracht met zich mee dat er structureel moest worden overgewerkt. Vijf dagen per week werken als chauffeur leidde tot een werkweek van soms wel 55 uur (inclusief overwerk). Een deel van het overwerk werd uitbetaald in geld, een ander deel werd aan het overurensaldo toegevoegd. De cao bepaalt echter dat de gemiddelde werkweek 36 uur moest bedragen.

Wessels besloot, met de cao in de hand, de chauffeurs die niet hadden ingestemd met uitbetaling van het saldo overuren tegen 72 procent hard te treffen door te bepalen dat ze voortaan een driedaagse werkweek hadden, waarin ze hun 36 uur konden maken.

Recht op overwerk

Joop Jager belandde hierdoor in financiële problemen. Doordat hij slechts 36 uur per week kon maken was hij niet meer in de gelegenheid om die overuren (en het daarbij behorende inkomen) te realiseren die hij in een vijfdaagse werkweek kon realiseren. De overige chauffeurs (die wel hadden ingestemd met uitbetaling van de overuren tegen 72 procent) mochten gewoon vijf dagen blijven werken. Wederom onderhandelde de RMU met de werkgever. Wessels bleek echter ongevoelig voor alle argumenten. Bepaalde de cao geen 36-urige werkweek? En werd Jager niet in de gelegenheid gesteld om 36 uur te werken? En wie beweert dat er een recht op overwerk bestaat? Het einde van alle discussie dus, met het recht in de hand!

Tijd voor tijd

Maar zo eenvoudig lag dat niet. De RMU-stafmedewerker kende de cao ook. En deze cao bepaalde niet alleen dat de gemiddelde arbeidsduur 36 uur moest bedragen, maar daarbij ook dat de arbeidstijden over vijf dagen verdeeld moesten zijn. Daarbij was de cao duidelijk over de uitbe­ taling van overuren: deze moesten worden uitbetaald tegen 150 procent. Weliswaar was het mogelijk om in "tijd voor tijd" uit te betalen, maar hier moesten dan vooraf afspraken over worden gemaakt, en niet achteraf! Aangezien Jager in financiële problemen raakte, werd besloten om de zaak in een soort kort geding aan de kantonrechter voor te leggen. Namens Jager werd geëist dat het restant aan overuren zou worden uitbetaald tegen 150 procent en dat hij zou toegelaten worden tot het verrichten van werkzaamheden gedurende vijf dagen per week (alles conform de cao).

Dwingend recht

De kantonrechter vonniste als volgt. De cao bepaalt dat de gemiddelde arbeidsduur moet liggen op 36 uur in vijf dagen, het meerdere moet als overwerk worden beloond. Een tewerkstelling voor drie dagen per week, waarbij vervolgens op de resterende twee werkdagen de compensatie-uren verrekend worden, is op grond van de cao niet toegestaan. De cao is dwingend recht, en daarvan kan niet worden afgeweken. Zelfs al zou Jager met alles hebben ingestemd (Wessels stelde uitdrukkelijk dat ook Jager had ingestemd met uitbetaling van overuren tegen 72 procent), dan zou deze instemming op grond van de wet nietig zijn en zonder rechtsgevolg blijven. Ten laatste bepaalde de kantonrechter dat de financiële situatie van een onderneming geen enkele reden kan zijn om de werknemers te onthouden datgene wat hen op grond van de cao toekomt.

Mr. J.G.N. Schreuders is stafmedewerker bij de RMU

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorische Maatschappelijke Unie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1998

RMU Contact | 30 Pagina's

Ken uw cao!

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1998

RMU Contact | 30 Pagina's