Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het martelaarschap van Guido de Bres. Minister des Goddelijken Woords in de Nederlanden - pagina 33

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het martelaarschap van Guido de Bres. Minister des Goddelijken Woords in de Nederlanden - pagina 33

De brochure begint met het martelaarschap van Johannes Voes en Hendrik van Essen. Vervolgens worden verschillende documenten met betrekking tot de marteldood van Guido de Bres in vertaling weergegeven.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met den Heidelbergschen Catechismus, dien Peter Datheen vertaalde en met de Psalmen en liturgische geschriften, welke Datheen ons volk bezorgde, heeft de Nederl. geloofsbelijdenis van De Brés ons Geref. volk gevormd. Het was Datheen, die Guido de Brés den minister (dienaar) van Gods woord in de Nederlanden noemde.

BRIEF AAN DEN KONING.

Het begeleidend schrijven, dat Guido de Brés met de confessie a a n Koning Filips II zond, luidt in oud-Hollandschen tekst !) als volgt: D e g h e l o o v i g e d i e daer in de Nederlanden zijn, welcke n a der warachtiger reformacie des Evangeliums ons Heeren Jesu Christi b e g h e e r e n te leven, a e n den onverwinnelicken Köninck Philippus, haren oversten Heere. Waert (Ware het) ons toegelaten, o genadichste Heere, ons voor uwer Maiesteyt te presenteren om ons te ontschuldighen van de beswaringhen (beschuldigingen) daermen (daar men) ons mede beswaert ende de gherechticheyt van onser s a k e te bewijsen: wij en souden desen verborghen middel niet soecken om u te kennen te gheven het bitter suchten van uwen volcke door een stomme requeste of gheschreven belijdenisse: maer na dat onse vijanden u de ooren met so veel v a l s c h e aenklagen ende rapporten vervult hebben, dat ons niet alleenlick verhindert en wordt voor u aenghesichte te verschijnen, maer worden veriaecht (verj a a g d ) uit uwe landen, vermoort ende verbrant in wat plaetse wij ghevonden worden: ten minsten Ghenadichste Heere, verleent ons inden Name Gods, het ghene dat gheen mensche oock en kan weygheren den beesten: namelick ons klaghelick roepen als van verre tot uwen ooren te laten komen: op dat so U. M. ons ghehoort hebbende, schuldich oordeelt, de vyeren (vuren, brandstapels) dan vermeerdert, de pijninghen ende tormenten (kwellingen) vermenichfuldicht worden in uwen Koninckrijcke: ende ter contrarie (daarentegen) so onse onnooselheyt (onschuld) voor u openb a e r worde, dat ghy haer zijt voor een steunsel ende toevlucht teghen het gewelt onser vijanden. Want och lacen 1

)

Hier en d a a i is een woord ter verklaring (

) ingevoegd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Willem de Zwijgerstichting

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1941

Reformatorische stemmen | 44 Pagina's

Het martelaarschap van Guido de Bres. Minister des Goddelijken Woords in de Nederlanden - pagina 33

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1941

Reformatorische stemmen | 44 Pagina's