Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Deformatie van het Heiligheidsbegrip; in de Roomse Kerk en Theologie - pagina 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Deformatie van het Heiligheidsbegrip; in de Roomse Kerk en Theologie - pagina 36

1. De Deformatorische ontwikkeling tot de Scholastiek...Vóór Augustinus - Augustinus - Dionysius pseudo Areopagita - Maximus Confessor en Johannes Scotus Eriugena...2. De Deformatorische Ontwikkeling in de Scholastiek...Anselmus van Canterbury - Albertus Magnus - Alexander van Hales - Bonaventura - Thomas van Aquino - Johannes Duns Scotus - Meester Eckhart - Willem van Ockham...

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

voor het heiligdom geschikt: naast wat G o d schenkt in de d o o p , is nodig wat de mens in zijn leven verwerft. Dat we zo Anselmus geen onrecht doen, blijkt uit het v o l g e n d e " ) : De eerste is dat de monnik in wakende toestand niet door de aanvechting van zijn vlees uit zijn evenwicht gebracht wordt; de tweede, dat zijn geest niet bij begeerlijke gedachten verwijlt; de derde, dat hij door de aanblik van een vrouw niet in het minst tot begeerlijkheid wordt opgewekt; de vierde, dat hij in wakende toestand zelfs geen eenvoudige opwelling van het vlees g e d o o g d ; de vijfde, dat wanneer bewijsvoering van een betoog of noodzakelijke lectuur de herinnering aan de menselijke voortplanting opgeroepen heeft, hij nauwgezet van geeest, het opkomen van begeerlijke opwellingen van tevoren weert; de zesde, dat hij zelfs niet in slapende toestand door verlokkelijke verschijningen van vrouwen misleid wordt. Deze heiliging is niet alleen uitsluitend negatief, maar ook alleen sexueel en destructief t.o.v. het mensenleven. Hij citeert dan Paulus: doodt dan uw leden, die o p de aarde zijn en zegt, dat dit betekent, dat Paulus verlangt dat het lichaam van de zonde, dat uit ledematen bestaat, zo spoedig mogelijk vernietigd worde door de ijver van een volmaakte heiligheid. O o k citeert hij R o m . 6 : 6 : „ d a t het lichaam der zonde vernietigd w o r d e " . Wat Paulus daarmee bedoelt, blijkt vervolgens: „ e n laten wij niet meer de zonde dienen" en „ w i e zal mij bevrijden van het lichaam dezes d o o d s ? " Schriftuurlijk heet het dus hier, dat het lichaam vernietigd moet worden, niet omdat het het lichaam, maar omdat het het lichaam der zonde is. Anselmus wil niet alleen van het negatieve heiligheidsbegrip afkomen, hij wil ook het uitsluitend lichamelijke (sexuele?) te boven komen: „Iets veel groters is het ook dan het verlangen van zijn wankel gemoed te bedwingen, wanneer de gelegenheid van een verleidelijke aanblik wordt geboden. Hierdoor wordt ten duidelijkste bewezen, dat voor de volmaaktheid van de zuiverheid, de kuisheid van de lichamelijke onthouding alleen niet kan worden volstaan, als er niet ook rechtschapenheid van geest bijkomt". Bij het negatieve uiterlijke moet dus iets positiefs innerlijks komen. De heiligheid is zuiverheid (als kuisheid) en rechtschapenheid van geest. Onze conclusie inzake Anselmus is, dat hij veelszins in de lijn van Augustinus gaat en o p een bepaald punt boven deze uitkomt. Maar ook, waar niet direct in de lijn van Augustinus voortgegaan wordt, toch een sterke neiging openbaar wordt o m zo dicht mogelijk bij de Schrift te blijven. Zelfs als het aan de Schrift vreemde element van de scala wordt opgenomen, poogt Anselmus de schriftuurlijke grondslag van de zuiverheid der kuisheid aan te geven. De top van de scala, dat is de top van de heiligheid, is het monnikendom. II. A l b e r t u s M a g n u s De volgende vertegenwoordiger van de Scholastiek is Albertus Magnus.100) Het wezen der Sanctitas, heiligheid, ligt in God. In Band 22 1 0 1 ), merkt Albertus o p : „ H i j voegt er niet aan toe wat het heilige is, omdat met iedere toevoeging •') Paraenet. et ascct. opera. Tract ascet. c I V ; Migne 158.1029-1032. B. Alberi Magni Ratisbonensis episc. ord. Praed. opera omnia ex editione Lugdunense religiose castigata curaxac labore Aug. Borbnet Parisiis 1890-1899. I 0 ' ) Band 22; comm op Luc. 1: 35. ltt)

Dit artikel werd u aangeboden door: Willem de Zwijgerstichting

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1957

Reformatorische stemmen | 66 Pagina's

De Deformatie van het Heiligheidsbegrip; in de Roomse Kerk en Theologie - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1957

Reformatorische stemmen | 66 Pagina's