Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Incarnatie en genade - pagina 27

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Incarnatie en genade - pagina 27

1. Een gemeenschappelijke belijdenis - 2. Natuur en genade - 3. De genade in Christus zelf - 4. De genade in de gelovigen - 5. De bemiddeling der genade - 6. Is boven-natuurlijke genade schriftuurlijk? - De erfzonde - 8. Christus waarachtig mens - 9. De genade en de sacramenten - 10. Het geloof - 11. De Heilige Geest.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

de mens. De mensheid van Christus opent de mogelijkheid van de sacramentaliteit v a n het heil. In Christus is het grote sacrament van God, het oer-sacrament op a a r d e verschenen, o m d a t het heil in H e m in zijn mensheid als een stoffelijk element ingegaan is en h a a r met heiligende kracht heeft toegerust. D a a r de mensheid v a n Christus de mogelijkheid bezit h a a r instrumentele functie over te dragen a a n andere stoffelijke instrumenten, kon Christus de sacramenten instellen als zichtbare verlengstukken van zijn mensheid. Wie met de sacramenten in aanraking komt, komt ook met de mensheid van Christus in aanraking en ondergaat de instrumentele werking daarvan. Dat wordt vooral duidelijk in de eucharistie, w a a r Christus n a a r zijn Godheid en mensheid aanwezig is. In die zin is het d a n ook mogelijk de eucharistie het eigenlijke sacrament te noemen. 7 5 ) Enigszins in dezelfde lijn ligt, wat Hulsbosch schrijft: „Voor wie de katholieke leer van de Incarnatie a a n v a a r d t en de voortleving d a a r v a n in de Kerk, heeft de katholieke opvatting van het sacrament niets ongerijmds. W a n n e e r in genoemde bijdrage 7 6 ) is gewezen o p de natuur-gemeenschap van alle mensen met Christus als het physieke substraat, waarin de Heilige Geest zijn werkzaamheden uitoefent, zo behoeven wij hier m a a r het perspectief van het menselijk geslacht tot de gehele physieke schepping uit te breiden o m ook het sacrament te zien in verbondenheid met Christus' menselijke n a t u u r . Dit wijde perspectief ligt o.a. duidelijk opgesloten in enkele teksten van Paulus, zowel w a a r hij de schepping ziet meegesleurd in de slavernij der vergankelijkheid (Rom. 8 :19-22), als w a a r hij de kosmische achtergrond v a n het verlossingswerk belicht (Ef. 1 : 1 0 ; Fil. 3 : 2 1 ; Kol. 1 :18-20). O p deze wijze zouden wij het sacrament willen plaatsen in het perspectief v a n de vernieuwing van alle dingen, wanneer de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zullen delen in de heerlijkheid der kinderen Gods". 7 7 ) Elders schrijft dezelfde: „ D e mensgeworden Zoon Gods wandelde over de golven en toonde zijn scheppende m a c h t over het water o p de bruiloft van C a n a en over het brood bij de spijziging van de massa. Deze m a c h t leeft in de Kerk, als in zijn Lichaam, verder, in zover Christus de Sacramenten aan de Kerk heeft toevertrouwd om onder deze stoffelijke tekenen zijn leven uit te dragen tot heiliging van zijn gelovigen". 7 8 ) Ook Luyckx spreekt op gelijke wijze: „als we eenmaal als zeker aannemen, d a t Christus' heilige Mensheid genade in ons uitwerkt, d a n is het minder moeilijk te aanvaarden, dat Hij, om ons tegemoet te komen, ook andere stoffelijke elementen aanwendt, om in de genadebedeling tot zijn werktuig verheven te worden". 7 9 ) Zo ziet R o m e er in het minst geen bezwaar in, d a t stoffelijke elementen dragers worden v a n geestelijke waarden. Zij zijn verlengstukken van het grote Sacram e n t : de mensheid van Jezus. De grote betekenis van de mensheid van Jezus als het Sacrament komt hier wel uit. Zonder haar als Sacrament, zouden de andere sacramenten er niet kunnen zijn. N u echter delen zij, hoezeer stoffelijke tekenen, zelf de heiligmakende genade mede. Christus heeft „in zijn oneindige goedheid op wonderbare wijze zorg gedragen voor zijn mystiek Lichaam, en het met sacramenten verrijkt, waardoor de ledematen als langs even zovele ononder") '") ") ") '•)

Vgl. W . D . Jonker, a. w. blz. 98v. H i j bedoelt hier het artikel: De G e n a d e in het Nieuwe T e s t a m e n t in G . K . , blz. 20 w . A. Hulsbosch, D e Kerk in het N . T . in G . K . blz. 219. A. Hulsbosch, Kosmische verlossing H e t Schild jg. 28 blz. 189v. B. Luyckx, O n z e eenheid in Christus, H e t Schild jg. 16 blz. 448.

Dit artikel werd u aangeboden door: Willem de Zwijgerstichting

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1958

Reformatorische stemmen | 76 Pagina's

Incarnatie en genade - pagina 27

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1958

Reformatorische stemmen | 76 Pagina's