Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het heiligheidsbegrip in de theologie der Reformatie - pagina 23

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het heiligheidsbegrip in de theologie der Reformatie - pagina 23

1. De eerste Reformatoren...Luther - Zwingli en Bullinger - Calvijn...2. De Reformatoren van de tweede generatie...Ursinus - Olevianus - Junius - Chamierus...3. De Nederlandse Reformatorische Theologie...Synopsis Puroris Theologiae - Franciscus Gomarus - Gijsbertus Voetius - Johannes à Marck...

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

en de heiligen juist averrechts 1 4 4 ). In 2 K o r . 1:10 wordt de voorbede juist beperkt tot de levenden 1 4 5 ). Het bidden voor de zielen in het vagevuur is een decreet en driestheid van de mensen 1 4 6 ). De paapse confessie is een duivelse uitvinding; m a a r stel d a t de grondslag goed was, „ d a n ziet m e n hier nog h u n geveinsdheid d a t men te midden van de duisternis van de paus nog die kwaadwilligheid en het verraad ziet van die kwezels, die niet anders vragen d a n met God te spotten" 1 4 7 ). W e zijn hiermee toegekomen a a n de C O N C L U S I E inzake C A L V I J N . Calvijn besteedde bijzonder veel a a n d a c h t aan de heiligenverering; zijn heiligheidsbegrip is dus voor een belangrijk deel antithetisch bepaald. Zeer juist ziet hij de verhouding van O u d en Nieuw T e s t a m e n t ; dat geeft inzicht in de Schrift, m a a r ook een betere weerlegging van de roomse eredienst. Het gaat bij Calvijn in zijn verzet tegen de heiligenverering vooral o m de h a n d h a v i n g v a n Gods souvereiniteit. In zekere zin is ook Christus drager van deze souvereiniteit, het middelaarschap kan noch m a g worden overgedragen; hij alleen is onze Voorspraak. Deze souvereiniteit Gods is ons openbaar in Zijn W o o r d ; v a n d a a r de vraag n a a r het Schriftbewijs. De zondige mens m a g in Christus tot de souvereine God naderen, o m d a t in h e m de erkenning van de souvereiniteit Gods hersteld is. Deze erkenning leidt tot de dienst van God (latreia); de ontkenning ervan voert tot douleia (slavernij) a a n Satan. Ook bij de heiligheid van God en van de kerk staat de souvereiniteit van God op de voorgrond. Gods heiligheid straft de misdadigen en beschermt de vromen en is ons geopenbaard in Zijn Woord. De heiligheid van de kerk zal op a a r d e onvolmaakt blijven, m a a r in volmaaktheid eindigen; ook d a t is verdedigen van Gods souvereiniteit tegen het nog altijd zondig schepsel. W e worden geheiligd tot gehoorzaamheid aan de wet; we worden Christus ingeplant en hebben zo deel aan de erkenning v a n Gods souvereiniteit. Ook als levensvernieuwende kracht, als levenswortel neemt Christus een centrale plaats in, rechtstreeks tegen de onttroning van Christus in de sanctificatio Mariae bij Rome, in. Bij de bestrijding van het roomse Universalisme vervalt Calvijn allerminst tot Individualisme : we moeten letten op het geheel der kerk. Scherp onderscheidt hij rechtvaardigmaking en heiligmaking: als enige grond ervoor wijst Calvijn buiten ons naar Christus' gehoorzaamheid a a n de wet. Hij keert zich van het tijdsprobleem (vernieuwing vóór of na de doop) af: het gaat immers om de souvereiniteit Gods: God vervult zo vaak het H e m behaagt. Achter het sacrament staat de souvereine God. M a a r ook achter dat Woord staat de souvereine God. Toch komen we hier niet uit bij de willekeur van O c k h a m of de onbetrouwbaarheid Gods van Luther. De souvereiniteit Gods schittert ook in Zijn trouw a a n Zijn W o o r d : God scheidt de kracht van Zijn Geest nooit van het heilig symbool. De genade gebonden aan de sacramenten is de af te wijzen opvatting der Scholastici. De souvereine God verbindt teken en zaak in het sacrament. W o r d e n heilig symbool en de kracht van Gods Geest gescheiden, d a n heeft de mens het teken ijdel of krachteloos gemaakt. Dat is een duidelijke aantasting van de souvereiniteit Gods:

"«) C. R. LXXVI; pg. 599. ' " ) C. R. L X X V I I I ; pg. 15.

»«•) C. R. L X X V I I I ; pg. 523. >") C. R. L X X X I I ; pg. 238.

Dit artikel werd u aangeboden door: Willem de Zwijgerstichting

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

Reformatorische stemmen | 56 Pagina's

Het heiligheidsbegrip in de theologie der Reformatie - pagina 23

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

Reformatorische stemmen | 56 Pagina's