Johannes Calvijn, de hervormer van Genève - pagina 37
Een ernstige jongen - Student te Parijs - De grote ommekeer - Vluchteling - Het verblijf te Ferrara - Eén nacht te Genève - Een open deur en veel tegenstanders - In ballingschap - Cor mactatum in sacrificium offero - Tegenwerking en strijd - Een aangrijpend Avondmaal - Calvijn en Servet - Calvijn treft geen schuld - De hogeschool van Calvijn - Het einde van Calvijn - De Institutie van Calvijn - Twee preken van Calvijn - Het testament van Calvijn - Het laatste briefje van Calvijn - Calvijn als mens...
R o m e lag op de loer. Genève moest weer tot de Moederkerk terugkeren. De bisschop schreef een herderlijke brief, vol vleierij aan de R a a d en vol schimptaal over de verdreven predikanten. Calvijn schreef een antwoord op deze brief en deze beide brieven werden in de stad verspreid en deed de ogen opengaan. Zo pakte de zaak voor de bisschop verkeerd uit. Het volk koos een nieuwe R a a d , die hervormingsgezind was. Er kwam zelfs een verzoek, om herstel van de vroegere kerkorde en om een vernieuwde afkondiging van de voorschriften voor het burgerlijk leven. Reeds in 1539 kregen Calvijn en Farel het verzoek n a a r Genève terug te keren. D a t was Calvijn's bedoeling niet geweest. Aan Farel schreef hij dan ook: „ I n geen geval zal ik er gevolg aan geven. H o n d e r d m a a l liever wil ik sterven, dan mij aan dit kruis te laten slaan." O p zijn advies werd toen Viret beroepen en deze goede man ging er heen. M a a r in Genève berustte men niet in Calvijn's besluit. In 1540 kwam er een deftig gezantschap van de R a a d van Genève, met een heraut te Straatsburg, om Meester Calvijn uit Straatsburg terug te halen. Doch Calvijn was op reis n a a r Worms en zo trokken de gezanten n a a r Worms, waar zij zich in de gloeiendste bewoordingen van hun taak kweten. M a a r Calvijn bewilligde niet. „ D e Kerk van G e n è v e " zegt hij, „ h a a r zal ik nooit verlaten; uitvluchten en dergelijke voor mij zelf zoek ik niet; m a a r wat Gods wil is, moet mij duidelijk worden, opdat ik veilig en met zegen mijn weg kan vervolgen." Aan Farel, die bij hem aandringt toe te stemmen, schrijft hij: „Ik heb de Genèvers hartelijk lief en toch moet ik zeggen: liever de zee over, liever de zee over, liever ik weet niet waarheen dan tot h e n . " Dat zag er dus niet mooi uit voor Genève. M a a r in 1541 veranderde de zaak en werd hem Gods wil duidelijk. Daaraan werkte een brief mee van Ds. J a c o b Bernards, de meest zachtzinnige onder de Geneefse predikanten. Deze schreef o.m. aan Calvijn; „ I n een predikatie had ik het volk opgewekt, zich in ootmoedig gebed tot de Here God te wenden
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965
Reformatorische stemmen | 108 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965
Reformatorische stemmen | 108 Pagina's